Incasso vordering

Incasso vordering.

Degene die een procedure start omdat hij betaling van een factuur wil, moet alle argumenten daarvoor in de dagvaarding voorleggen aan de rechter. In artikel 111, lid 2 onder d, Rv, is bepaald dat de dagvaarding (onder meer) de eis en de gronden voor de vordering bevat. In deze zaak is in de dagvaarding gesteld dat tussen partijen een overeenkomst is gesloten met betrekking tot de levering van elektriciteit en gas en dat de klant. met de betaling van de uit hoofde daarvan verschuldigde bedragen in gebreke is gebleven. Dat de schuldeiser het verweer van de klant – nog los van de vraag of dat verweer haar heeft bereikt – niet in de dagvaarding heeft vermeld, brengt op grond van artikel 120 Rv lid 4 geen nietigheid van de dagvaarding mee.

In geval van consumentenkoop kan geen betaling meer worden gevorderd als de klant twee jaren lang niets van de schuldeiser heeft vernomen. Dit kan los van een termijn soms ook het geval zijn als de schuldeiser lang wacht met het versturen van facturen en er ook andere omstandigheden zijn die erop wijzen dat de schuldeiser geen betaling meer verlangt.

Anderzijds stelt artikel 7:23 Bw de voorwaarde dat, in geval van consumentenkoop, de klant binnen bekwame tijd moet worden geprotesteerd als hij vindt dat de zaak die aan hem is afgeleverd niet aan de overeenkomst beantwoordt. Deze laatste voorwaarde geldt niet indien betaling wordt gevorderd van afgeleverde elektriciteit en aardgas.

In de zaak die hier aan de orde is, heeft de schuldeiser de rechter voldoende duidelijk gemaakt waarom zij betaling vordert en is de klant steeds binnen twee jaar door de schuldeiser op betaling aangesproken.

Los van de aangehaalde artikelen overweegt de kantonrechter bovendien dat het enkele tijdsverloop dan wel louter stilzitten ook geen beroep op rechtsverwerking rechtvaardigt, terwijl ook niet is gebleken dat de schuldeiser zich op zodanige wijze heeft gedragen dat mocht worden aangenomen dat zij haar recht op betaling niet meer geldend zou maken.

Hebt u over incasso van vorderingen vragen of behoefte aan direct advies of rechtsbijstand, kunt u altijd direct en kosteloos contact opnemen met ons advocatenkantoor. Dit gaat snel en u krijgt direct een van onze advocaten aan de telefoon. Bel ons nu op 030 252 35 20. Daarvoor brengen wij u vanzelfsprekend geen kosten in rekening. Een eerste telefonisch advies is altijd kosteloos.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector kanton

Locatie Groningen

Zaak\rolnummer: 400115 CV EXPL 09-3978

Vonnis d.d. 24 september 2009

inzake

de besloten vennootschap ABC Nederland Retail B.V.,
gevestigd te Hoogeveen,
eiseres, hierna ABC te noemen,
gemachtigde: X,

tegen

R.,
wonende te Winsum,
gedaagde, hierna R. te noemen,
in persoon procederende.

PROCESGANG

1. De kantonrechter heeft kennisgenomen van de volgende processtukken:

– dagvaarding (met één productie)
– conclusie van antwoord (met twee producties)
– conclusie van repliek (met vier producties)
– conclusie van dupliek (met twee producties)

Vonnis is bepaald, waarvan de uitspraak is vastgesteld op heden.

OVERWEGINGEN

De vordering

2. ABC heeft bij dagvaarding – kort gezegd – gevorderd om R. bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad te veroordelen om tegen kwijting aan haar te betalen een bedrag van € 524,26 (waarvan € 449,26 aan hoofdsom en € 75,00 aan buitengerechtelijke incassokosten), vermeerderd met rente en kosten.

De vaststaande feiten

3. R. is met ingang van 14 november 2005 een overeenkomst met (de rechtsvoorgangster van) ABC aangegaan ter zake van de leverantie van elektriciteit en aardgas voor het adres […] te Steenwijk.

4. R. heeft tot 11 september 2007 voldaan aan de uit hoofde van voormelde overeenkomst op haar rustende betalingsverplichting.

5. Het saldo van de hierna vermelde facturen, die door ABC naar het adres […] te Steenwijk zijn gestuurd, heeft R. niet betaald.
– 11 juni 2007:     -€ 472,38
– 11 september 2007:   € 337,97
– 11 september 2007:   € 113,78
– 11 september 2007:   -€ 390,38
– 15 oktober 2007:   € 860,27

6. Vanaf 4 april 2007 staat R. bij de gemeentelijke basisadministratie ingeschreven op zijn huidige adres aan de […] te Winsum.

7. Door ABC is in verband met de verhuizing van Steenwijk naar Winsum aan R. een meterstandenverhuisformulier verstrekt. Dit formulier, waarop het nieuwe adres van R. te Winsum door ABC was voorbedrukt, is door zowel R. als de nieuwe bewoners op 30 maart 2007 getekend en naar ABC teruggestuurd. De overeenkomst met R. is door ABC beëindigd per 30 maart 2007.

Het standpunt van ABC

8. Op grond van de overeenkomst die tussen partijen heeft bestaan is R. de facturen zoals genoemd in rechtsoverweging 5 nog aan ABC verschuldigd. R. heeft naar aanleiding van de facturen nooit gereclameerd. ABC betwist dat de vordering is verjaard. Zij ontkent de brief van 18 december 2008 van R. te hebben ontvangen. R. bleef ondanks te zijn aangemaand met betaling in gebreke. Daarom heeft ABC haar vordering op 10 juli 2008 ter incasso uit handen gegeven aan haar gemachtigde. Deze heeft R. daarop eveneens diverse keren aangemaand en gesommeerd tot betaling. Ook heeft de gemachtigde diverse malen telefonisch contact opgenomen met R. Gezien de werkzaamheden van de gemachtigde stelt ABC naast de betaling van de facturen ook aanspraak te kunnen maken op vergoeding van de buitengerechtelijke kosten. Daarnaast is R. vanwege het verzuim rente verschuldigd.

Het standpunt van R.

9. R. heeft zich op basis van de dagvaarding niet goed kunnen verweren tegen de vordering. In de dagvaarding ontbreekt het namelijk aan een deugdelijke onderbouwing van de vordering en bovendien zijn daarbij geen relevante stukken gevoegd. Evenmin wordt verwezen naar het bij brief van 18 december 2008 gevoerde verweer. Hierdoor is niet voldaan aan de eisen als bedoeld in artikel 111 Rv. Op grond van artikel 120 lid 1 Rv brengt dit dan ook nietigheid van de dagvaarding mee.

10. Mocht van nietigheid geen sprake zijn dan beroept hij zich op verjaring van de vordering op grond van artikelen 7:5 en 7:28 BW dan wel op rechtsverwerking op grond van de artikelen 6:89 of 7:23 BW.

11. Ondanks het feit dat R. op 30 maart 2007 een adreswijziging heeft doorgegeven aan ABC, zijn alle poststukken naar het oude adres verstuurd. Alleen de aanmaning van de gemachtigde van ABC van 16 december 2008 is door R. ontvangen. Met de brief van 18 december 2008 heeft R. op deze aanmaning gereageerd door te melden dat hem niet duidelijk is waar de aanmaning betrekking op heeft. Hij kan zich herinneren dat hij slechts één keer is gebeld door de gemachtigde van ABC en dat hem in dat gesprek geen duidelijkheid is verschaft over de vordering. Hij meent daarom dat de buitengerechtelijke kosten en de rente moeten worden afgewezen. Verder vindt hij dat de proceskosten voor rekening van ABC moeten komen.

12. Tot slot stelt hij dat ABC de hoofdsom onvoldoende gemotiveerd heeft onderbouwd.

De beoordeling

13. De kantonrechter is van oordeel dat de inleidende dagvaarding voldoet aan het bepaalde in artikel 111, lid 2 onder d, Rv, omdat de dagvaarding (onder meer) de eis en de gronden daarvan bevat. ABC heeft in de dagvaarding immers gesteld dat tussen partijen een overeenkomst is gesloten met betrekking tot de levering van elektriciteit en gas en dat R. met de betaling van de uit hoofde daarvan verschuldigde bedragen in gebreke is gebleven. Dat ABC het verweer van R. – nog los van de vraag of dat verweer haar heeft bereikt – niet in de dagvaarding heeft vermeld, brengt op grond van artikel 120 Rv lid 4 evenmin nietigheid van de dagvaarding mee. Het beroep van R. op nietigheid van de dagvaarding slaagt daarom niet en zal worden verworpen.

14. Ten aanzien van het beroep op verjaring is de kantonrechter met R. van oordeel dat in ieder geval de levering van elektriciteit moet worden aangemerkt als een consumentenkoop als bedoeld in artikel 7:5 BW. Uit artikel 7:28 BW volgt dat de rechtsvordering van de koopprijs bij een consumentenkoop verjaart door verloop van twee jaren. Op grond van artikel 3:313 BW begint de termijn van verjaring van de rechtsvordering met de aanvang van de dag, volgende op die waarop de onmiddellijke nakoming kan worden gevorderd. Los van de vraag of R. de facturen heeft ontvangen zal voor de aanvangsdatum van de verjaringstermijn worden uitgegaan van de factuurdata. De minst recente factuur waarvan ABC in deze procedure betaling vordert dateert evenwel van 11 september 2007. De verjaringstermijn was daarom (zelfs) op het moment van dagvaarden nog niet voltooid, terwijl die termijn door het instellen van de eis bij dagvaarding ingevolge artikel 3:316 lid 1 BW is gestuit. Van verjaring is dan ook geen sprake, zodat ook het beroep hierop zal worden verworpen.

15. Verder gaat de kantonrechter niet mee in het verweer van R. dat op grond van de artikelen 7:23 en 6:89 BW sprake is van rechtsverwerking. Artikel 7:23 Bw stelt voor de koper de voorwaarde dat binnen bekwame tijd moet worden geprotesteerd als hij vindt dat de zaak die aan hem is afgeleverd niet aan de overeenkomst beantwoordt. Deze voorwaarde is dus niet gesteld aan ABC die betaling vordert van de aan R. afgeleverde elektriciteit en aardgas. Daarnaast wordt met het in artikel 6:89 Bw bedoelde gebrek in de prestatie ook niet gedoeld op de situatie dat de schuldenaar met betaling in gebreke blijft. Los van de door R. aangehaalde artikelen overweegt de kantonrechter bovendien dat het enkele tijdsverloop dan wel louter stilzitten nog geen beroep op rechtsverwerking rechtvaardigt, terwijl ook niet is gebleken dat ABC zich op zodanige wijze heeft gedragen dat mocht worden aangenomen dat zij haar recht op betaling niet meer geldend zou maken.

16. Aangezien noch van verjaring noch van rechtverwerking sprake is zal vervolgens de vordering tot betaling van de facturen worden beoordeeld. ABC heeft deze vordering bij conclusie van repliek nader onderbouwd aan de hand van de overlegging van de gespecificeerde facturen waaruit de periode en de hoogte van het verbruik van de elektriciteit en het gas blijkt en ook de in rekening gebrachte tarieven. R. heeft deze facturen vervolgens inhoudelijk niet (gemotiveerd) weersproken. De kantonrechter zal daarom uitgaan van de juistheid daarvan en de vordering op dit punt toewijzen. De gevorderde rente zal worden toegewezen vanaf de datum van de conclusie van repliek. ABC heeft de facturen immers naar een onjuist adres gestuurd, terwijl op grond van het door R. overgelegde meterstandenverhuisformulier kan worden vastgesteld dat zij wel met het juiste adres bekend was. R. heeft door deze fout van ABC eerst bij conclusie van repliek van de facturen kennis kunnen nemen.

17. Zoals hiervoor overwogen staat vast dat zowel de facturen alsook de aanmaningen (op één na) door ABC en ook door haar gemachtigde naar een onjuist adres zijn gestuurd, hetgeen voor rekening van ABC komt. Dit leidt er naar het oordeel van de kantonrechter toe dat de meegevorderde buitengerechtelijke incassokosten niet voor toewijzing in aanmerking komen. Verder concludeert de kantonrechter op grond hiervan dat ABC R. geen redelijke kans heeft gegeven om een gerechtelijke procedure te voorkomen. Weliswaar is gebleken dat R. één aanmaning van de gemachtigde heeft ontvangen, maar nu deze zodanig algemeen van aard is en geen feitelijke onderbouwing van de vordering bevat heeft ABC – nu R. daaraan voorafgaand niets heeft ontvangen – niet mogen verwachten dat hij enkel op grond daarvan tot betaling zou overgaan. Dit brengt naar het oordeel van de kantonrechter dan ook mee dat ABC de proceskosten heeft te dragen. Aangezien R. geen aanspraak heeft gemaakt op een vergoeding van dergelijke kosten, zullen deze aan zijn zijde worden vastgesteld op nihil.

BESLISSING

De kantonrechter:

veroordeelt R. om tegen kwijting aan ABC te betalen € 449,26 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 juli 2009 tot de dag der algehele voldoening;

veroordeelt ABC in de kosten van het geding, aan de zijde van R. tot aan deze uitspraak vastgesteld op nihil;

verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

ontzegt het meer of anders gevorderde.
(bron: www.rechtspraak.nl)