Mag een processtuk worden ondertekend door andere advocaat, dan de advocaat die zich heeft gesteld?

In een zaak bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden d.d. 8 april 2014, diende het hof de volgende vraag te beantwoorden:

Mocht het hof kennis nemen van een processtuk (incidentele conclusie) dat door een andere advocaat was ondertekend, dan de advocaat die zich in deze zaak had gesteld?

Het hof beantwoordde deze vraag bevestigend.

Artikel 83 lid 2 Rechtsvordering dat door de schakelbepaling van artikel 353 Rechtsvordering mede in hoger beroep van toepassing is, bepaalt namelijk dat processtukken door ‘de advocaat’ worden ondertekend voor zover het gaat om zaken waarin partijen niet in persoon kunnen procederen. Onder de advocaat in de zin van voornoemd artikel moet primair de gestelde advocaat begrepen worden, doch deze kan een andere advocaat daartoe machtigen.
In casu was dit het geval. De gestelde advocaat, had een andere advocaat gemachtigde het processtuk te ondertekenen.

Daarnaast acht het hof het van belang dat een gebrek in de ondertekening van een processtuk herstelbaar is. Hiervan had de advocaat gebruik gemaakt door zich op een eerdere roldatum als advocaat voor appellant te stellen. Ten tijde van de behandeling van de zaak was dus geen sprake meer van een niet juiste ondertekening van het processtuk.

Bron: ECLI:NL:GHARL:2014:2875