Ontslagvergoeding / kosteloos eerste juridisch advies

Ontslagvergoeding / Gouden handdruk

Onder ontslagvergoeding wordt begrepen de schadevergoeding bij ontslag of de vergoeding bij ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Een werknemer heeft daar onder omstandigheden recht op.

De hoogte van de ontslagvergoeding

De hoogte van een ontslagvergoeding varieert van geval tot geval. Van belang daarbij is in elk geval (a) de grondslag voor de aanspraak op ontslagvergoeding (is dat – kort gezegd – een ontbinding van de arbeidsovereenkomst of een kennelijk onredelijk ontslag); (b) de leeftijd van de werknemer; (d) de hoogte van het salaris; (e) de reden voor het ontslag.

De ontslagvergoeding bij ontbinding van de arbeidsovereenkomst

In de rechtspraak is voor de vaststelling van hoogte van de vergoeding bij ontbinding van de arbeidsovereenkomst een formule ontwikkeld, de kantonrechtersformule. De kantonrechtersformule houdt in dat (A) het aantal gewogen dienstjaren wordt vermenigvuldigd met (B) de maandelijkse beloning (bruto salaris en vakantiebijslag) en dit wordt vermenigvuldigd met (C) de correctiefactor. Aldus geeft A x B X C de hoogte van de ontslagvergoeding.

De A – factor
Het begrip ‘gewogen’ dienstjaren houdt in, dat dienstjaren naar boven of naar beneden worden afgerond op hele jaren. Verder telt elk dienstjaar onder vijfendertig jaar een half keer mee; tellen dienstjaren tussen de vijfendertig en vijfenveertig jaar één keer mee; tellen dienstjaren tussen de vijfenveertig en vijfenvijftig jaar oud anderhalf keer mee; en tellen dienstjaren na het vijfenvijftigste levensjaar van de werknemer twee keer mee.

De B-factor
Bij de berekening van het maandsalaris wordt de vaste beloning als uitgangspunt genomen. Hieronder vallen het vaste bruto maandsalaris, de vakantiebijslag, een eventuele vaste 13e maand, structureel overwerk / vaste ploegen toeslag en structurele winstdeling.

Tot de vaste beloning wordt door de kantonrechter niet gerekend: het werkgeversdeel pensioenpremie, de werkgeversbijdrage in de ziektekostenverzekering, de auto van de zaak, de onkostenvergoeding, een niet-structurele winstdeling en tantième.

De C-factor
De correctiefactor drukt uit in hoeverre de ontbinding voor rekening en risico van werkgever danwel werknemer wordt gebracht. In beginsel staat de C-factor op 1. In dat geval wordt noch aan werknemer noch aan werkgever in overwegende mate een verwijt voor de ontbinding gemaakt. Maar indien bijvoorbeeld de reden voor de ontbinding ligt in de risicosfeer van werkgever (zoals bedrijfseconomische omstandigheden) en werkgever bovendien een verwijt treft (bijvoorbeeld omdat werkgever er aan heeft bijgedragen dat de bedrijfseconomische omstandigheden alleen mar verslechterden) kan de C-factor worden gesteld op een waarde lager dan 1. In dat geval wordt ook de ontslagvergoeding hoger. Als sprake is van verwijtbaarheid van de werkgever zal de correctiefactor over het algemeen worden gesteld op 1,5 of 2. De ontslagvergoeding wordt in dat geval anderhalf of twee keer zo hoog.

Dit kan echter ook omgekeerd het geval zijn, bijvoorbeeld indien de werknemer in overwegende mate een verwijt treft voor de ontbinding, bijvoorbeeld diefstal op de arbeidsplaats. In dat geval wordt de C-factor gesteld op een waarde lager dan 1, dit kan zelfs   0 zijn, waardoor ook de ontslag vergoeding lager uitpakt.

Van belang is op te merken, dat voor de vaststelling van de ontslagvergoeding ook andere omstandigheden van belang zijn. Bijvoorbeeld indien de werkgever heeft geïnvesteerd in scholing (en de arbeidsmarktpositie van werknemer daardoor sterker is geworden). Hierin kan reden liggen om de C-factor naar beneden bij te stellen.

Kort om, bij het vaststellen van een ontslagvergoeding zijn veel aspecten van belang.

De ontslagvergoeding ingeval van kennelijk onredelijk ontslag

Inmiddels is in het arbeidsrecht duidelijk geworden of de kantonrechtersformule ook moet worden toegepast bij kennelijk onredelijk ontslag ter berekening van de ontslagvergoeding. De Hoge Raad heeft zich daarover op 27 november 2009  uitgesproken.  Kort samengevat is het antwoord nee. De kantonrechtersformule wordt niet toegepast bij kennelijk onredelijk ontslag. Mocht daarover direct meer willen weten dan wel advies wensen, bel ons dan direct op 030 252 35 20 of  – tot 22.00 uur – tegen lokaal tarief op 030 252 35 20.  Dit werkt snel en ons eerste telefoongesprek gesprek en advies is geheel kosteloos.

De kern van deze uitspraak van de Hoge Raad is de volgende:

Of een ontslag kennelijk onredelijk is, hangt af van de omstandigheden. Het enkele feit dat de werkgever geen ontslagvergoeding heeft aangeboden, maakt een ontslag nog niet kennelijk onredelijk. Bij schadevergoedingen wegens kennelijk onredelijk ontslag kan de kantonrechtersformule niet worden toegepast. De beslissing van het hof ’s-Gravenhage wordt vernietigd en het hof Amsterdam moet de zaak opnieuw behandelen.

Achtergrond
Bij beëindiging van een arbeidsovereenkomst kan de rechter in sommige gevallen aan de werkgever de verplichting opleggen om een ontslagvergoeding aan de werknemer te betalen. Dat kan gebeuren in een procedure tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst en in een geding dat de werknemer, na een hem gegeven ontslag, tegen de werkgever aanspant omdat hij meent dat sprake is van een kennelijk onredelijk ontslag. In deze zaak heeft het hof ’s-Gravenhage op 2 december 2008 geoordeeld dat het ontslag door de werkgever (op basis van een door CWI verleende toestemming wegens arbeidsongeschiktheid) kennelijk onredelijk is in de zin van art. 7:681 lid 2 onder b van het Burgerlijk Wetboek (BW). (Deze bepaling luidt: het ontslag is kennelijk onredelijk wanneer, mede in aanmerking genomen de voor de werknemer getroffen voorzieningen en de voor hem bestaande mogelijkheden om ander passend werk te vinden, de gevolgen te ernstig zijn in vergelijking met het belang van de werkgever bij opzegging.) Het hof heeft dit ontslag kennelijk onredelijk geoordeeld en een ontslagvergoeding vastgesteld. Voor het bepalen van deze ontslagvergoeding heeft het hof aangeknoopt bij de kantonrechtersformule voor ontbinding van een arbeidsovereenkomst, waarbij het hof een generieke korting van 30% toepast (Zie LJN  BH2842).

De vier andere hoven hanteren inmiddels een daarvan afwijkende formule. Tegen een van de uitspraken waarin dit is gedaan, loopt thans cassatieberoep dat op korte termijn zal worden behandeld.

(De kantonrechter kan op verzoek een arbeidsovereenkomst ontbinden wegens gewichtige redenen. Indien sprake is van veranderingen in omstandigheden kan de kantonrechter betaling van een ontslagvergoeding opleggen. De kantonrechters hebben als uitgangspunt voor de berekening van die ontslagvergoeding de zgn. kantonrechtersformule opgesteld.)

De procedure bij de Hoge Raad
De werkgever  heeft cassatieberoep bij de Hoge Raad ingesteld tegen de uitspraak van het Haagse hof; dit beroep keert zich tegen de toepassing van de kantonrechtersformule.

De werknemer heeft van zijn kant ook beroep ingesteld, onder meer gericht tegen de generieke korting van 30% op de uitkomst van de formule.

Op 4 september 2009 heeft advocaat-generaal mr. J. Spier in zijn conclusie de Hoge Raad geadviseerd de uitspraak van het Haagse hof te vernietigen.

De uitspraak van de Hoge Raad
De Hoge Raad stelt voorop dat pas dan van een ontslagvergoeding op grond van art. 7:681 sprake kan zijn als eerst – aan de hand van alle omstandigheden van het geval – is vastgesteld dat het ontslag kennelijk onredelijk is. Daaruit volgt dat de enkele omstandigheid dat de werkgever de werknemer geen ontslagvergoeding heeft aangeboden, het ontslag nog niet kennelijk onredelijk maakt. Volgens de Hoge Raad kan bij ontslagvergoedingen wegens kennelijk onredelijk ontslag de kantonrechtersformule niet worden toegepast. De beslissing van het hof Den Haag wordt vernietigd en het hof Amsterdam moet de zaak opnieuw behandelen.

Een ontslagvergoeding op grond van kennelijk onredelijk ontslag heeft een ander karakter dan een ontslagvergoeding die de kantonrechter kan toekennen bij ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens verandering in omstandigheden. De ontslagvergoeding bij ontbinding van de arbeidsovereenkomst is een ontslagvergoeding naar billijkheid, maar de ontslagvergoeding bij kennelijk onredelijk ontslag is een ontslagvergoeding wegens geleden schade. Die schade houdt verband met de aard en de ernst van het tekortschieten van de werkgever. Of sprake is van een kennelijk onredelijk ontslag moet door de rechter worden bepaald in een procedure waarin ook het bewijsrecht geldt, en de schade moet volgens de daarvoor geldende regels worden begroot.
De rechter moet bij kennelijk onredelijk ontslag dus oordelen naar de omstandigheden van het geval en zijn beslissing naar behoren motiveren. Daarbij past een algemene kantonrechtersformule niet. Ook toepassing van een generieke korting verdraagt zich daarmee niet.
De voorspelbaarheid van de rechterlijke beslissingen over de ontslagvergoeding bij kennelijk onredelijk ontslag is vooral afhankelijk van de wijze waarop rechters inzicht geven in de factoren die daarbij een rol spelen. Het is denkbaar dat een zekere harmonisatie van deze rechterlijke beslissingen mogelijk is door de van belang zijnde factoren duidelijk te benoemen en inzichtelijk te maken welke financiële consequenties daaraan worden verbonden.

bron: www.rechtspraak.nl; LJ NummerBJ6596

Mocht u op arbeidsrechtelijk gebied verdere vragen hebben kunt u altijd kosteloos contact opnemen met onze advocaten arbeidsrecht / ontslagrecht.

Bel ons nu op 030 252 35 20 of – tot 22.00 uur – op 030 252 35 20. Daarvoor brengen wij u vanzelfsprekend geen kosten in rekening. Eerste telefonisch advies altijd kosteloos.

Onze vestigingsadressen zijn de volgende:

Advocatenkantoor Arbeidsrecht in Utrecht:

Stadion Galgenwaard, Herculesplein 213, Utrecht
T: 030 252 35 20
F: 030 251 27 41

Advocatenkantoor Arbeidsrecht in Dordrecht:

Johan de Wittstraat 39, Dordrecht
T: (078) 614 87 56
F: (078) 613 31 73

Advocatenkantoor Arbeidsrecht in Den Bosch:

Victorialaan 15, ‘s-Hertogenbosch
T: 073 750 66 80
F: 073 750 66 82

ATM Advocaten uw Advocatenkantoor Arbeidsrecht en Ontslagrecht.

Als gevolg van voren besproken uitspraak van de Hoge Raad heeft het hierna volgende eerdere nieuwsbericht inmiddels haar actualiteit verloren.

kennelijk onredelijk ontslag

In de rechtspraak is nog steeds niet duidelijk of de kantonrechtersformule ook moet worden toegepast in kennelijk onredelijk ontslag zaken ter berekening van de ontslagvergoeding. De Hoge Raad heeft zich daarover nog niet uitgesproken.

Tot op heden denkt de lagere rechtspraak nog verschillende over deze vraag. Wij als ontslag jurist kunnen over de ontslag vergoeding bij kennelijk onredelijk ontslag uitsluitend het volgende zeggen.

Nadat het Gerechthof Den Haag voor de ontslagvergoeding de zogeheten ‘Haagse Hofformule’ had vastgesteld in haar arrest van 14 oktober 2008 en 20 januari 2009 (toepassing van de kantonrechtersformule minux 30%) hebben de Gerechtshoven Arnhem, Amsterdam en Den Bosch op 7 juli jl. voor de ontslagvergoeding bij kennelijk onredelijk ontslag de zogeheten “XYZ-formule”  ontwikkeld. Zij werden op 21 juli en 18 augustus 2009 daarin gevolg door respectievelijk het Gerechtshof Arnhem en het Gerechtshof Leeuwarden.

De XYZ formule houdt als ontslagvergoeding, kort samengevat, het volgende in: de X in deze formule is de  A uit de oude kantonrechtersformule, de Y-factor is de B uit de kantonrechtersformule, en de Z-factor in de C uit de kantonrechtersformule en wordt in beginsel gesteld op maximaal 0,5.

De kantonrechters volgen voor de ontslagvergoeding bij kennelijk onredelijk ontslag een eigen weg.

De Kantonrechter Maastricht sloot zich 14 oktober 2009 aan bij de Haagse formule. De kantonrechter Heerenveen sloot zich op 7 oktober jl.  aan bij de XYZ formule. De Kantonrechter Amersfoort past op 22 juli jl. wel de XYZ-formule toe en de kantonrechter Utrecht deed dit ook op 5 augustus 2009 maar verlaagt daarbij de Z-factor (de C-factor) naar 0,6. De kantonrechter Groningen paste op 7 oktober jl. de kantonrechtersformule toe en stelde de Z-factor op 0,5. De kantonrechter Roermond past op 2 september 2009 de XYZ-formule toe. De kantonrechter Bergen op Zoom past op 22 juli 2009 de XYZ formule toe. De kantonrechter Hilversum lijkt op 7 oktober 2009 een eigenformule toe te passen.

Al  met al is aldus nog onduidelijk op welke wijze de ontslagvergoeding berekend moet worden bij een vordering op grond van kennelijk onredelijk ontslag. Verstandig is in elk geval wel om even na te gaan bij welke kantonrechter of Gerechtshof de zaak dient.

Kosteloos eerste juridisch advies.

Mocht u over de ontslagvergoeding meer willen weten, of behoefte hebben aan juridisch advies, kunt u altijd kosteloos contact opnemen met onze Arbeidsrecht Jurist Utrecht, danwel onze Arbeidsrecht Jurist Dordrecht of onze Arbeidsrecht Jurist Den Bosch.

Mocht de de hoogte van de gouden handdruk, afvloeiingsregeling of andersortige ontslagvergoeding die u wordt aangeboden lager zijn dan de uitkomst van de kantonrechtersformule, is het raadzaam een ontslagjurist te raadplegen. Dit geldt te meer, indien u nog aan het onderhandelen bent u over de hoogte van uw ontslag vergoeding. Dan is het zeker verstandig een ontslagjurist in te schakelen om voor u het meest optimale resultaat te behalen.

Wij horen graag van u!

Bel ons nu tegen lokaal tarief op 030 252 35 20 of maak gebruik van bovenstaande button om uw vraag direct te stellen. Daarvoor brengen wij u vanzelfsprekend geen kosten in rekening.

Wilt u ons bezoeken kan ook dat altijd. Onze vestigings adressen zijn de volgende:

Arbeidsrecht Jurist (Ontslag jurist) Utrecht:

Stadion Galgenwaard, Herculesplein 213, Utrecht
T: 030 252 35 20
F: 030 251 27 41

Arbeidsrecht Jurist (Ontslag Jurist) Dordrecht:

Johan de Wittstraat 39, Dordrecht
T: (078) 614 87 56
F: (078) 613 31 73

Arbeidsrecht Jurist (Ontslag Jurist) Den Bosch:

Victorialaan 15, ‘s-Hertogenbosch
T: 073 750 66 80
F: 073 750 66 82

ATM Advocaten heeft de juiste ontslag en arbeidsrecht jurist voor zowel werkgever als werknemer.