Wanprestatie – tijdig klagen

Als je klachten hebt over de prestatie van een ander waarvoor jij moet betalen, moet je wel op tijd en schriftelijk klagen. In deze zaak heeft een moeder voor haar kinderen niet op tijd en schriftelijk kenbaar gemaakt dat de school het niet goed deed. Daardoor viste zij achter het net met haar verweer tegen de vordering van de school. In deze zaak komt ook – kort, in rechtsoverweging 6 – naar voren dat reageren met een simpel “welles” op een “nietes” van de ander, onvoldoende kan zijn. Anders gezegd: een standpunt moet onderbouwd worden. (bron: www.rechtspraak.nl)

Mocht u omtrent wanprestatie vragen hebben dan wel behoefte hebben aan direct advies of bijstand (hulp), kunt u altijd kosteloos contact opnemen met ons advocatenkantoor. Telefonisch contact gaat snel en u spreekt direct een van onze advocaten. Wij zijn specialist op dit terrein. Bel ons nu op 030 252 35 20. Een eerste telefonisch advies is altijd kosteloos.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector kanton

Locatie Groningen

Zaak\rolnummer: 438052 \ CV EXPL 10-11

Vonnis van 6 mei 2010

inzake

de stichting “ABC”,
gevestigd te Groningen,
eiseres, hierna ABC te noemen,
gemachtigde: X,

tegen

Q.,
wonende te [adres],
gedaagde, hierna Q. te noemen,
in persoon procederend.

PROCESGANG

1. Op de bij dagvaarding met producties vermelde gronden heeft ABC gevorderd om Q. te veroordelen tot betaling van € 780,83, met rente en kosten.
Q. heeft bij antwoord de vordering betwist.
Na repliek en dupliek is vonnis bepaald op de stukken, waarvan de inhoud als hier ingelast geldt.

OVERWEGINGEN

De feiten

2. In deze zaak kan van het navolgende worden uitgegaan.

2.1. De kinderen van Q., [zoon] en [dochter], zijn ingeschreven geweest bij ABC. [zoon] voor het schooljaar 2006-2007 en [dochter] voor het schooljaar 2008-2009.
2.2. Voor [zoon] heeft Q. een factuur van 17 juni 2006 ontvangen van € 343,00. Voor [dochter] heeft zij een factuur van 29 augustus 2008 ontvangen van € 220,00. Beide facturen laat Q. onbetaald.

De standpunten van partijen

3. ABC heeft zich gebaseerd op de vaststaande feiten en verder aangevoerd dat mogelijke klachten van Q. geen betrekking hebben op het schooljaar 2006-2007 van [zoon]. Verder heeft Q. geen inhoudelijke bezwaren kenbaar gemaakt tegen de factuur die betrekking heeft op [dochter].

4. Het verweer van Q. is dat [zoon] problemen heeft gehad op school, onder meer omdat hij PDD-Nos heeft. Hij zou meer dan de helft van het jaar hebben thuis gezeten. [zoon] is bedreigd en mishandeld op school waarvoor een klacht is ingediend bij de landelijke klachtencommissie te Zwolle. Deze heeft de klacht ongegrond verklaard. Met een door Q. gedane aangifte is niets gedaan.

De beoordeling van het geschil

5. De kantonrechter is van oordeel dat niet door Q. is gesteld of op een andere manier is gebleken, dat Q. ABC op een tekortkoming heeft aangesproken gedurende het schooljaar 2006-2007, laat staan dat zij dat schriftelijk heeft gedaan. Daarbij komt dat de door Q. beweerde problemen van [zoon], hoe vervelend ook, in haar risicosfeer vallen. [zoon]s problemen door PDD-Nos kunnen, zonder meer, ABC niet aangerekend worden.

6. Gelet op vorenstaande zal de vordering betreffende de factuur van 17 juli 2007 grotendeels worden toegewezen. Afgewezen zal worden het deel van € 50,00 dat betrekking heeft op de excursie. Op de stelling van Q. dat [zoon] niet heeft deelgenomen aan de excursie is de bewering van ABC dat hij wel heeft deelgenomen naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende. Dat zou anders geweest kunnen zijn wanneer het bewijsaanbod van ABC op dit punt gespecificeerd zou zijn geweest.

7. De factuur van 29 augustus 2008 betreffende [dochter] is door Q. niet inhoudelijk betwist. Haar bewering bij dupliek dat ABC beide kinderen, dus ook [dochter], eind augustus 2007 heeft uitgeschreven is te laat gedaan. Bovendien volgt uit die bewering niet dat dat uitschrijven definitief is geweest. Ten slotte is gesteld noch op een andere wijze gebleken dat Q. meteen na de ontvangst van de factuur van 29 augustus 2008 om die reden bij ABC heeft geprotesteerd. De vordering betreffende deze factuur zal worden toegewezen.

8. De gevorderde incassokosten en rente zullen worden toegewezen. Deze zijn door Q. niet weersproken. Uit de bijlagen bij de dagvaarding maakt de kantonrechter op dat de buitengerechtelijke werkzaamheden meer omvatten dan een enkele aanmaning. Omdat Q. grotendeels ongelijk krijgt moet zij de proceskosten van ABC betalen.

BESLISSING

De kantonrechter:

veroordeelt Q. om tegen bewijs van betaling aan ABC te voldoen een bedrag van € 741,50, vermeerderd met de wettelijke rente over 563,00 vanaf 14 januari 2010 tot de algehele voldoening;

veroordeelt Q. tevens in de kosten van het geding, aan de zijde van ABC tot aan deze uitspraak vastgesteld op € 158,00 aan griffierecht, € 91,93 aan explootkosten en € 200,00 voor salaris van de gemachtigde;

verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

ontzegt het meer of anders gevorderde.
(bron:www.rechtspraak.nl)