Waar moet je op letten bij het ontslag van een statutair bestuurder?
In tegenstelling tot andere werknemers, kan een statutair bestuurder ten alle tijden ontslagen worden door het orgaan dat hiertoe bevoegd is. In de meeste gevallen is dat de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA). Door het vennootschappelijke ontslag, komt er ook een einde aan de arbeidsovereenkomst tussen de bestuurder en de vennootschap. Dat klinkt als een eenvoudige stap, maar toch is het belangrijk dat de juiste procedure gevolgd wordt, om een rechtsgeldig ontslag tot stand te brengen. In dit blog komen belangrijke aspecten van deze procedure aan bod.
Wat is een statutair bestuurder?
Een statutair bestuurder is een bestuurder die is benoemd door het orgaan dat volgens de statuten van de onderneming of op grond van de wet bevoegd is om een bestuurder te benoemen. Vaak is dit de AVA of de Raad van Commissarissen (RvC). Dit is anders dan een titulair bestuurder. Een titulair bestuurder wordt benoemd door de werkgever en valt daarmee onder de ‘gewone’ werknemers. Voor het ontslag van een titulair bestuurder moeten de procedures gevolgd worden, die ook bij alle andere werknemers gevolgd moeten worden. Een ander belangrijk verschil is dat een statutair bestuurder bevoegd is om de onderneming te vertegenwoordigen en een titulair bestuurder alleen bij volmacht bevoegd is om de onderneming te vertegenwoordigen.
Oproepen AVA
m een rechtsgeldig ontslagbesluit van de AVA te bewerkstelligen moet de AVA volgens de wettelijke en statutaire voorschriften bijeengeroepen worden. Dit gebeurt in beginsel door middel van een brief die minimaal acht dagen voordat de AVA plaatsvindt verzonden wordt. De brief dient ook de agenda van de vergadering te bevatten. In de agenda moet het voorgenomen ontslag van de bestuurder vermeld zijn en ook moet de agenda de ontslaggrond bevatten.
Ontslaggrond
Daarnaast mag een statutaire bestuurder, net als andere werknemers, alleen ontslagen worden als er sprake is van een redelijke grond tot ontslag. Deze grond moet ook in de oproepingsbrief aan de AVA worden vermeld. Hier zitten dezelfde haken en ogen aan als bij het ontslag van iedere andere werknemer. Bijvoorbeeld mag bij disfunctioneren de bestuurder niet zomaar ontslagen worden. De bestuurder moet eerst de kans hebben gekregen om zich te verbeteren en de mogelijkheid van herplaatsing moet zijn onderzocht. Als er geen ontslaggrond aanwezig is of als de werkgever de bestuurder onbehoorlijk heeft behandeld, dan heeft de bestuurder recht op een vergoeding. Dit wordt de billijke vergoeding genoemd en uit de praktijk blijkt dat deze vergoeding aardig op kan lopen. De billijke vergoeding staat los van een contractueel overeengekomen vergoeding bij ontslag of de wettelijke transitievergoeding. Het is dus ook in het belang van de vennootschap dat er een grond voor het ontslag aanwezig is, anders dient de vennootschap een aanzienlijke vergoeding te betalen.
Hoor- en adviesrecht
Een statutair bestuurder staat niet helemaal machteloos indien hij dreigt te worden ontslagen. De bestuurder heeft namelijk het recht om door de AVA gehoord te worden en zijn perspectief op het voorgenomen ontslag toe te lichten. Hiervoor moet de bestuurder zich op kunnen voorbereiden. Als de bestuurder geen of te weinig mogelijkheden heeft gekregen om zich voor te bereiden, kan het besluit tot ontslag vernietigbaar zijn. Daarnaast mag de bestuurder een advies geven aan de AVA over het ontslag. De bestuurder hoeft niet zelf het woord te doen om zijn hoorrecht en zijn adviesrecht uit te oefenen. De bestuurder kan ook bijvoorbeeld een advocaat machtigen om het woord voor hem te doen tijdens de AVA.
Conclusie
Kortom, een statutaire bestuurder kan ten alle tijden worden ontslagen door het bevoegde orgaan. Hierbij is het van belang dat het ook daadwerkelijk gaat om een statutaire bestuurder, en niet om een titulaire bestuurder. Het ontslaan van een statutaire bestuurder gaat niet zonder slag of stoot. Zo moet de AVA op de juiste manier bijeen zijn geroepen en moeten de leden van de AVA vooraf op de hoogte gesteld worden van het voorgenomen ontslag. Ook dient er een grond aanwezig te zijn voor het ontslag. Zonder deze grond, heeft de bestuurder recht op een billijke vergoeding. Daarnaast heeft de bestuurder zelf het recht om gehoord te worden door de AVA en ook heeft hij het recht om een advies uit te brengen over het voorgenomen ontslag. Als de juiste procedure wordt gevolgd en de bovengenoemde aspecten in acht worden genomen, komt er een rechtsgeldig besluit tot ontslag van een statutaire bestuurder tot stand. Daarmee wordt dan ook de arbeidsrechtelijke relatie tussen de bestuurder en de vennootschap beëindigd.