Arbeidsrecht advocaat – salarisaanpassing toegestaan?
Salarisaanpassing als gevolg van herziening beloningsbeleid. Gelijke beloning bij gelijke arbeid onder gelijke omstandigheden? Eiseres onvangt minder salaris dan andere werknemers met een soortgelijke functie. De kantonrechter komt tot de conclusie dat de toegepaste “ingroeiperiode” van twee jaar gerechtvaardigd is en dat differentiaties binnen het door gedaagde gehanteerde beloningssysteem geoorloofd zijn.
Wij zijn specialist in arbeidsrecht en ontslagrecht en hebben op dat terrein de nodige ervaring en deskundigheid. Voor vragen, direct juridisch advies, hulp of rechtsbijstand op het terrein van ontslag en reorganisatie belt u nu 030 252 35 20 of – tegen lokaal tarief tot 22.00 uur – 030 252 35 20. Dit gaat snel en u krijgt direct een van onze arbeidsrecht advocaten aan de telefoon. Een eerste telefonisch advies is altijd kosteloos.
Uitspraak
RECHTBANK ‘s-HERTOGENBOSCH
Sector Kanton, locatie Eindhoven
Zaaknummer : 625267
Rolnummer : 09-4713
Uitspraak : 24 december 2009
In de zaak van:
[eiseres]
wonende te Riethoven, gemeente Bergeijk,
eiseres,
gemachtigde: mr. X,
t e g e n :
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ABC Verzekeringen B.V.,
gevestigd te Eindhoven,
gedaagde,
gemachtigde: mr. Y,
hierna mede te noemen [eisers] respectievelijk ABC Verzekeringen,
heeft de kantonrechter te Eindhoven het navolgende vonnis gewezen.
1. De procedure
[eisers] heeft bij dagvaarding gesteld en gevorderd als na te melden. ABC Verzekeringen is in rechte verschenen en heeft een conclusie van antwoord genomen. Bij rolbeslissing van 3 september 2009 heeft de kantonrechter een comparitie van partijen gelast, welke heeft plaatsgevonden op 3 november 2009. Na afloop van de comparitie is vonnis bepaald. In het dossier bevinden zich, naast de aantekeningen van de griffier van het ter zitting verhandelde, de door partijen in het geding gebrachte producties.
2. Het geschil
2.1 [eisers] vordert, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van
ABC Verzekeringen tot betaling van een bedrag
van :
a. € 23.275,00 aan salaris conform salarishuis,
b. € 41,97 aan salaris overwerk,
c. € 95,34 wegens verrekening fietsverzekering,
d. een bedrag p.m. aan plus uren; tevens vordert [eisers] in dit verband veroordeling van ABC Verzekeringen om een specificatie te verstrekken van de door haar opgebouwde plus uren,
e. € 11.706,16 ter zake wettelijke verhoging,
f. € 446,16 wegens reiskosten opleiding,
g. € 18,43 wegens reiskosten zaterdagen,
h. € 9,00 wegens maaltijdenvergoeding,
i. € 181,28 ter zake van tandartskosten,
j. € 1.190,00 ter zake van buitengerechtelijke kosten,
alles te vermeerderen met rente en kosten als vermeld in de dagvaarding.
2.2. [eisers] legt aan de vorderingen – zakelijk weergegeven – het navolgende ten grondslag.
Algemeen.
[eisers] is op 1 februari 2002 in dienst getreden bij ABC Verzekeringen op fulltime basis in de functie van Debiteurenbeheerder Particulieren op de afdeling Financiën en Administratie. Op deze arbeidsovereenkomst is de Arbeidsvoorwaarden regeling ABC Verzekering B.V. van toepassing. Met ingang van 15 maart 2005 is [eisers] benoemd tot Debiteurenbeheerder Bedrijven op voormelde afdeling, ingedeeld in salarisgroep G.
In februari 2007 heeft [eisers] haar dienstverband met ABC Verzekeringen opgezegd tegen 1 april 2007. ABC Verzekeringen heeft hierin bewilligd bij brief van 16 maart 2007.
Ad vordering a. en e.
Per 1 januari 2005 hanteert ABC Verzekeringen een nieuw beloningsbeleid, te weten het Functiehuis 2004. Dit is schriftelijk aan [eisers] medegedeeld. De salarisaanpassing is met terugwerkende kracht ingegaan tot 1 januari 2005. Volgens het salarishuis zijn de salarissen uitgedrukt in een percentage van het functie- normsalaris. Het functie- aanvangsalaris per salarisgroep is vastgesteld op 70% van het functie normsalaris (100%) en het functie- eindsalaris op 120% van het functie normsalaris. Doorgroei binnen een salarisschaal is afhankelijk van de individuele beoordeling van de werknemer. In productie 8 staat uitdrukkelijk dat de werknemers tenminste het in de geldende salarisschaal bij hun salarisgroep vermelde functie- aanvangsalaris zullen ontvangen.
Het functie- aanvangsalaris in salarisgroep G. bedroeg € 24.860.00, per jaar. Dit is inclusief vakantiegeld en dertiende maand, maar exclusief de individuele en collectieve verhoging.
In het jaar 2005 heeft [eisers] slechts een jaarsalaris van € 24.241,00 ontvangen. Over 2006 heeft zij een bruto jaarsalaris van € 25.966,00 gekregen en over de drie eerste maanden van 2007 € 7.882,40.
[eisers] heeft voortdurende normaal c.q. goed gefunctioneerd, zodat zij aanspraak maakt op het normsalaris van 100% en de verhogingen.
Over het jaar 2005 had zij recht op € 35.514,00 over 2006 op € 35.514,00 en over 2007op € 8.878,50.
Inclusief de verhogingen is over het jaar 2005 € 12.179,17 te weinig uitbetaald, over het jaar 2006 € 10.079,82 en over het jaar 2007 € 1.016,02.
ABC Verzekeringen dient zich ingevolge artikel 7:611 BW te gedragen als een goed werkgever. Dat betekent dat gelijke arbeid in gelijke omstandigheden op gelijke wijze moet worden beloond. [eisers] heeft vanaf 2005 minder salaris ontvangen dan andere werknemers met een soortgelijke functie. Ook op deze rechtsgrond vordert [eisers] nog salaris van ABC Verzekeringen.
Omdat ABC Verzekeringen niet tijdig heeft betaald wordt ook de wettelijke verhoging gevorderd.
Ad vordering f.
[eisers] heeft naast haar werkzaamheden voor ABC Verzekeringen ook een opleiding gevolgd. Zij reed vanaf haar werkadres in Eindhoven naar de opleiding in Eindhoven (Fontys, kantonrechter). Hiervoor heeft zij kilometers gereden en heeft derhalve recht op een reiskostenvergoeding. Op 16 maart 2007 heeft zij een declaratieformulier voor deze kosten bij ABC Verzekeringen ingediend. ABC Verzekeringen heeft deze reiskosten niet vergoed. In het personeelsreglement staat vermeld dat de reiskosten gemaakt voor een opleiding op basis van kosten openbaar vervoer worden vergoed. Uit het overzicht (productie 13) blijkt dat [eisers] recht heeft op een extra reiskostenvergoeding van € 446,16.
Ad vordering g.
[eisers] heeft op 13 maart 2007 een declaratieformulier inzake reiskostenvergoeding in verband met overwerk op zaterdag, te weten op 1 oktober 2005 en op augustus 2006, bij ABC Verzekeringen ingediend. ABC Verzekeringen heeft de onbelaste vergoeding van zaterdag 12 augustus 2006 aan [eisers] voldaan, maar de belaste reiskostenvergoeding niet en ABC Verzekeringen heeft geen enkele reiskostenvergoeding voor 1 oktober 2005 betaald.
Ad vordering b. en h.
[eisers] heeft in opdracht van ABC Verzekeringen op 21 september 2004 langer gewerkt dan 8 uur, namelijk 3,25 uur langer. De maaltijdvergoeding van € 9,00 en de overwerkvergoeding van € 41,97 heeft ABC Verzekeringen niet voldaan.
Ad vordering c.
[eisers] is net voor het einde van haar dienstverband met ABC Verzekeringen overeengekomen dat zij deel kon nemen aan het fietsenplan van ABC Verzekeringen. Partijen hebben afgesproken dat zowel de aanschafkosten van de fiets als de premie van de fietsenverzekering zouden worden verrekend met de openstaande maar niet genoten vakantiedagen. ABC Verzekeringen heeft slechts de aanschafkosten van de fiets verrekend met de vakantiedagen, zodat [eisers] nog recht heeft op betaling van
€ 95,34 netto.
Ad vordering sub d.
Volgens artikel 10 sub a van het personeelreglement van ABC Verzekeringen kunnen op dagen dat er wordt overgewerkt, plusuren ontstaan boven de acht gewerkte uren, gerekend tot 18.00 uur, uitbetaald worden als uren zonder toeslag. [eisers] heeft ook plusuren opgebouwd. ABC Verzekeringen heeft [eisers] nimmer een overzicht verstrekt van de nog openstaande plusuren. [eisers] heeft er op grond van artikel 7:619 BW het recht om van ABC Verzekeringen te verlangen dat zij bewijsstukken overlegt waaruit blijkt hoeveel plusuren [eisers] heeft opgebouwd. Deze plusuren dienen te worden uitbetaald.
Ad vordering i.
[eisers] had als werkneemster van ABC Verzekeringen recht op vergoeding van 50% van de nota van de tandarts d.d. 3 april 2007, derhalve op een bedrag van € 134,68.
De partner van [eisers] heeft in januari en februari 2007 behandelingen bij de tandarts gehad. De kosten daarvan bedroegen € 988,30. Hiervan is 50% vergoed door de verzekeraar van de partner en 50% door ABC Verzekeringen op basis van de bijzondere voorwaarden van ABC Verzekeringen. De partner van [eisers] heeft in december 2007 nog een nota ingediend, doch ABC Verzekeringen heeft het bedrag van € 46,60 nog steeds niet aan [eisers] vergoed.
Ad vordering j.
[eisers] vordert de buitengerechtelijke kosten conform Rapport Voorwerk II.
2.3. ABC Verzekeringen heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Hierop en op hetgeen partijen verder hebben aangevoerd zal, indien van belang, onder de beoordeling worden teruggekomen.
3. De beoordeling
3.1. Hetgeen [eisers] omtrent het begin en het einde van het dienstverband, haar functie en de aan haar betaalde salarisbedragen heeft gesteld staat tussen partijen vast. Ook staat vast dat ABC Verzekeringen per 1 januari 2005 een nieuw beloningsbeleid hanteert, zoals door [eisers] vermeld.
3.2. Met betrekking tot de vordering sub a. en sub e. oordeelt de kantonrechter als volgt.
ABC Verzekeringen heeft naar aanleiding van de stelling van [eisers] dat zij hetzij op grond van het gehanteerde salarishuis, hetzij op grond van slecht werkgeverschap nog achterstallig loon te vorderen het volgende aangevoerd.
Onderdeel van het salaris was een soort “ingroeiperiode”. Dit staat ook in de brief van 18 februari 2005 (productie 7 [eisers]) vermeld. “Ten aanzien van de conversie per 1 januari 2005 zijn met de Ondernemingsraad de volgende aanvullende afspraken gemaakt:
* medewerkers die per 31 december 2004 een salaris ontvangen dat lager is dan het schaalminimum (70%) van de salarisschaal worden op basis van maatwerk in maximaal 2 jaar naar het salarisniveau van 70% gebracht.
Dit is door [eisers] niet deugdelijk weersproken.
ABC Verzekeringen heeft ook gewezen op het interne memo dat aan de Ondernemingsraad is voorgelegd en dat als productie 4 door ABC Verzekeringen is overgelegd.
Uit dat memo blijkt ook dat tijdens de presentatie van het nieuwe beloningsbeleid is aangegeven dat de salarissen die onder het schaalminimum waarin de functie is ingedeeld direct worden aangepast naar het schaalminimum, maar dat na een cijfermatig onderzoek bleek dat dit zodanige financiële gevolgen zou hebben, dat besloten is deze medewerkers in maximaal twee jaar naar het salarisniveau van 70% te laten groeien.
Op grond van het vorenstaande komt de kantonrechter tot de conclusie dat [eisers] niet (met terugwerkende kracht) per 1 januari 2005 aanspraak kon maken op het functie- aanvangsalaris van 70% van het normsalaris, laat staan op het 100 % normsalaris (waarop [eisers] haar berekeningen baseert).
De door [eisers] ter zitting overgelegde brief van 11 maart 2005, waarin [eisers] werd gemeld dat zij met ingang van 15 maart 2005 was benoemd tot Debiteurenbeheerder Bedrijven en waarin wordt gemeld dat zij vanaf die datum zou worden ingeschaald in salarisgroep G brengt de kantonrechter niet tot een ander oordeel. Dit is een standaardbrief en daarin valt niet te lezen dat in afwijking met hetgeen met de Ondernemingsraad is besproken [eisers] direct 70% of zelfs 100% van het normsalaris zou gaan verdienen.
Dat de afspraken met de OR slechts zouden gelden in de gevallen waarin men in eenzelfde functie bleef, zoals door [eisers] ter zitting gesteld, is door ABC Verzekeringen weersproken en dit blijkt ook nergens uit.
Ter zitting heeft [eisers] verder nog aangevoerd dat een OR lid, [OR-lid], haar gezegd heeft dat zij meteen aanspraak kon maken op 70% van het normsalaris, doch ABC Verzekeringen heeft terecht aangegeven dat voor zover dit al zou zijn gebeurd, een OR lid geen uitspraken over salarissen kan doen die de werkgever binden.
ABC Verzekeringen heeft onweersproken aangevoerd dat [eisers] in 2005 68,26% van het functie- normsalaris verdiende, in 2006 71,4% en dat zij in 2007 op 73,9 % uitgekomen zou zijn.
[eisers] heeft dus niet minder salaris ontvangen dan waarop zij op grond van het bij ABC Verzekeringen geldende beloningsysteem recht op had.
Dat beloningsysteem kent wel differentiaties, maar dat is geoorloofd. Overigens is dit opgesteld op basis van de uitgangspunten van de HAY Groep, dat is naar de kantonrechter weet, een deskundig bureau op dit terrein.
Verder heeft ABC Verzekeringen onvoldoende gemotiveerd weersproken aangevoerd dat [eisers] qua beloning niet uit de pas liep met haar collega. Deze – oudere – collega zat op 76% van het norm salaris terwijl [eisers] toen op bijna 74% zat.
De vorderingen sub a. en e. worden dan ook afgewezen.
3.3. Met betrekking tot vordering sub f. overweegt te kantonrechter als volgt.
ABC Verzekeringen heeft aangevoerd dat een werknemer slechts recht heeft op vergoeding van reiskosten voor studie op basis van openbaar vervoer. Dat is door [eisers] ook onderkend. Zij maakt dan ook slechts aanspraak op € 0,10 per kilometer.
Voorts heeft ABC Verzekeringen aangevoerd dat [eisers] ten onrechte aanspraak heeft gemaakt op vergoeding van haar woonadres naar Fontys terwijl zij reeds een reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer ontving.
[eisers] heeft in dit verband aangegeven dat zij in haar berekening (productie 13) daar ook rekening mee heeft gehouden.
Vervolgens heeft ABC Verzekeringen aangevoerd dat [eisers] bij haar weten alleen vanuit haar werk naar Fontys ging, maar dat zij ook ritten rechtstreeks vanuit haar huis heeft gedeclareerd.
Hierop heeft [eisers] aangegeven dat zij soms rechtstreeks van huis naar Fontys moest rijden, bijvoorbeeld voor een tentamen.
Dit is echter, zoals ABC Verzekeringen heeft aangevoerd, nergens te verifiëren en dit klemt temeer nu [eisers] eerst op 16 maart 2007 een declaratie heeft opgemaakt over de periode studiejaar 2002/2003 tot en met het studiejaar 2005/2006.
Anders dan ABC Verzekeringen ter zitting heeft betoogd is er geen sprake van verjaring van de reiskosten tot en met 2004, nu [eisers] immers in mei 2007 nog per e-mail aanspraak heeft gemaakt op vergoeding van deze kosten.
Verder heeft ABC Verzekeringen nog opgemerkt dat [eisers] de declaratietermijn heeft overschreden, maar zij heeft niet kunnen aangeven waar die termijn is vastgelegd noch de duur daarvan.
Ook heeft ABC Verzekeringen nog opmerkingen gemaakt over het feit dat [eisers] retourritten heeft geregistreerd voor de afstand ABC-Fontys terwijl zij na werktijd niet terug hoefde naar Fontys en dat ook 26 ritten bij staan met een grotere kilometerafstand.
[eisers] heeft hier ter zitting nauwelijks een verklaring voor kunnen geven. Verder is het de kantonrechter niet duidelijk geworden wat in de opstelling van Van Oorschot- Van den Eijnden onder “Eindhoven” wordt verstaan, zou daarmee bedoeld zijn het adres van ABC of Fontys of geen van beiden?
In verband met de ondeugdelijke onderbouwing van deze vordering zou de kantonrechter deze in zijn geheel kunnen afwijzen. Zij zal de vordering echter voor een deel van € 100,00 toewijzen, omdat dat in ieder geval gerechtvaardigd voorkomt.
3.4. Met betrekking tot de vordering sub g. kan de kantonrechter kort zijn. Hoewel ABC Verzekeringen zich hiertegen heeft verweerd heeft zij zich uit proceseconomische overwegingen bereid verklaard het bedrag van € 18,43 te betalen.
3.5. Het voorgaande geldt ook voor de vorderingen sub b. sub c. en sub h. ABC Verzekeringen heeft zich bereid verklaard de bedragen van € 41,97 respectievelijk € 95,34 respectievelijk € 9,00 te betalen.
3.6. Met betrekking tot de vordering sub d.
ABC Verzekeringen heeft in dit verband het volgende aangevoerd.
De plus- (of min-)uren per medewerker zijn binnen de afdeling eenmaal per maand aan alle medewerkers verstrekt. Conform de regeling met betrekking tot de keuzewerktijden geldt dat de opbouw van plusuren eenmaal per kwartaal tot een maximum van 8 uren kan worden opgenomen en dat het eventuele saldo boven de 24 uur per half jaar komt te vervallen. Het overzicht over januari en februari 2007 kan ABC Verzekeringen nog wel reproduceren, dat over maart 2007 niet omdat de administratie in een oud, niet meer in gebruik zijnd systeem staat. Uit het maandoverzicht met betrekking tot februari 2007 blijkt dat op 28 februari 2007 voor [eisers] een negatief saldo bestond van 6,03 uren. Verder heeft ABC Verzekeringen ter zitting aangegeven dat zij nimmer tot uitbetaling van plusuren overgaat of is overgegaan.
[eisers] heeft de stellingname van ABC Verzekeringen bij gelegenheid van de comparitie van partijen gemotiveerd betwist.
De kantonrechter is van oordeel dat de omstandigheid dat ABC Verzekeringen op een ander administratiesysteem is overgestapt weliswaar meebrengt dat zij niet veroordeeld kan worden om specificaties in het geding te brengen, maar dat deze omstandigheid verder voor risico van ABC Verzekeringen is.
[eisers] heeft bij gelegenheid van de comparitie van partijen aangegeven dat zij schat dat zij nog zo’n 8 uren in de plus staat omdat zij, onder door meer vergaderingen, niet in staat is geweest om de plus uren op te nemen. Anders dan ABC Verzekeringen uit het plusuren overzicht betreffende [eisers] (pagina 4 productie 8 ABC Verzekeringen) afleidt, had [eisers] per 28 februari 2007 een plus- urensaldo van 22.46 uur. De schatting van 8 uur van [eisers] komt de kantonrechter niet onwaarschijnlijk voor. Bij gebreke van bewijs van het tegendeel zal de kantonrechter van de juistheid van een saldo van 8 uren uitgaan. Hoewel ABC Verzekeringen heeft aangegeven dat zij nimmer tot uitbetaling daarvan over is gegaan zou dat in dit geval niet redelijk zijn, omdat [eisers] door ABC Verzekeringen kennelijk niet in staat is gesteld om dit saldo op te nemen.
Deze vordering zal dan ook worden toegewezen in die zin dat ABC Verzekeringen zal worden veroordeeld om een bruto bedrag te betalen overeenkomend met 8 maal het normale uurloon van [eisers].
3.7. Met betrekking tot de vordering sub i.
Voor wat betreft de tandartsrekening van [eisers] zelf heeft ABC Verzekeringen aangegeven dat deze is begrepen in het bedrag van € 1.907,80 dat ABC Verzekeringen heeft uitbetaald overeenkomstig de verrekeningsbrief d.d. 26 juni 2009 en dit is door [eisers] ter zitting toegegeven. Het betreffende bedrag wordt dan ook afgewezen. (Overigens ziet de kantonrechter ook dat de fietsverzekering in het bedrag van € 1.907,80 is opgenomen).
Met betrekking tot de tandartsrekening van de partner van [eisers] heeft te gelden dat dit niet een kwestie betreft van ABC Verzekeringen als werkgever doch als verzekeraar. In die zin is [eisers] niet ontvankelijk in haar vordering. (Dit wordt omvat in de hieronder weergegeven afwijzing van het meer of anders gevorderde).
Ten overvloede heeft te gelden dat de nota van € 46,50 niet is vergoed omdat het maximum van het verzekerde bedrag van € 950,00 reeds was bereikt.
3.8. Met betrekking tot de vordering sub j. oordeelt de kantonrechter dat, daargelaten dat deze vordering is berekend over een veel te hoog bedrag, niet is gebleken van buitengerechtelijke incassoverrichtingen anders dan die waarvoor de proceskostenveroordeling normaal gesproken een vergoeding pleegt in te houden, zodat deze vordering eveneens wordt afgewezen.
3.9. De wettelijke rente zal gelet op de omstandigheden – in de meeste gevallen was niet duidelijk vanaf welke data [eisers] recht kon doen gelden op de betreffende bedragen – worden toegewezen vanaf de dagvaarding
3.10. Nu partijen over en weer in het ongelijk worden gesteld en mede gelet op de aard van deze zaak, zullen de proceskosten worden gecompenseerd als na te melden.
4. De beslissing
De kantonrechter:
veroordeelt ABC Verzekeringen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eisers] te betalen een bedrag van
– € 41,97 ter zake van salaris overwerk,
– € 95,34 wegens verrekening fietsverzekering,
– het bruto bedrag overeenkomend met 8 uren salaris (100%),
– € 100,00 wegens reiskosten opleiding,
– € 18,43 wegens reiskosten zaterdagen,
– € 9,00 wegens maaltijdvergoeding,
alle bedragen vermeerderd met de wettelijke rente over voormelde bedragen vanaf de dag der dagvaarding, zijnde 12 mei 2009 tot aan de dag der voldoening;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde;
compenseert de kosten in die zin dat ieder der partijen de eigen kosten draagt.
(bron: www.rechtspraak.nl)
Wij zijn specialist in arbeidsrecht en ontslagrecht en hebben op dat terrein de nodige ervaring en deskundigheid. Voor vragen, direct juridisch advies, hulp of rechtsbijstand op het terrein van ontslag en reorganisatie belt u nu 030 252 35 20 of – tegen lokaal tarief tot 22.00 uur – 030 252 35 20. Dit gaat snel en u krijgt direct een van onze arbeidsrecht advocaten aan de telefoon. Een eerste telefonisch advies is altijd kosteloos.
Wilt u ons bezoeken kan dat ook. Onze kantoor adressen zijn de volgende:
ATM Ontslag en reorganisatie Utrecht:
Stadion Galgenwaard, Herculesplein 213, Utrecht
T: 030 252 35 20
F: 030 251 27 41
ATM Ontslag en reorganisatie Dordrecht:
Johan de Wittstraat 39, Dordrecht
T: (078) 614 87 56
F: (078) 613 31 73
ATM Ontslag en reorganisatie Den Bosch:
Victorialaan 15, ‘s-Hertogenbosch
T: 073 750 66 80
F: 073 750 66 82