Bij ziekte lease-auto inleveren?
Behoudt de werknemer tijdens ziekte aanspraak op de auto (ook voor gebruik in privé) of moet hij de auto inleveren? In het navolgende wordt daar dieper op ingegaan.
Moet een bedrijfsauto worden aangemerkt als loon?
Omdat een zieke werknemer recht heeft op loondoorbetaling (artikel 7:629 lid 1 BW) moet eerst worden vastgesteld of de terbeschikkingstelling van een leaseauto kan worden aangemerkt als loon. Als een leaseauto (tevens) privé mag worden gebruikt, kan deze auto (ingevolge het bepaalde in artikel 7:617 lid 1 sub b BW) worden aangemerkt als “loon in natura”. Uit de rechtspraak blijkt dat het privé-gebruik van bedrijfsauto echter ook als een secundaire arbeidsvoorwaarde wordt aangemerkt.
Dit is anders voor de bedrijfsauto die uitsluitend voor het verrichten van de werkzaamheden wordt gebruikt. Deze kan niet als loon of secundaire arbeidsvoorwaarde worden aangemerkt. Bij ziekte kan de werknemer dan ook verplicht worden om deze auto in te leveren. Omdat hij niet werkt heeft hij ook geen auto nodig.
Gebruik auto tijdens ziekte?
Omdat artikel 7:629 BW de zieke werknemer slechts doorbetaling van loon in geld toekent, kan doorbetaling van “loon in natura” (de voortzetting van het privé-gebruik van de auto) niet op dit artikel worden gebaseerd. Echter in de literatuur en (lagere) rechtspraak is uitgemaakt dat secundaire arbeidsvoorwaarden wel verschuldigd blijven bij ziekte van de werknemer. Dus indien het gebruik van de bedrijfsauto kan worden aangemerkt als secundaire arbeidsvoorwaarden mag de bedrijfsauto ook tijdens ziekte worden gebruikt.
Een afwijking daarop is in beginsel – ik kom daar in het navolgende nog op terug – uitsluitend toegestaan indien de werkgever te voren – bijvoorbeeld in de arbeidsovereenkomst of leaseregeling – heeft vastgelegd dat de auto bij ziekte moet worden ingeleverd. Wel heeft de voorzieningenrechter Rotterdam in een van haar uitspraken bepaald dat het de werkgever weliswaar vrijstaat om de werknemer het privé-voordeel van de leaseauto tijdens ziekte te ontnemen, maar daarvoor wel duidelijke en objectieve criteria miet vaststellen.
Echter ook als niet tevoren is geregeld dat de auto bij ziekte moet worden ingeleverd kan het behoud van de auto tot een onbillijke situatie voor de werkgever leiden. In dergelijke situaties dient een belangenafweging plaaats te vinden. Zo kwam de kantonrechter Utrecht in een situatie waarin de werknemer al een half jaar ziek was en geen uitzicht bestond op werkhervatting tot het oordeel dat de auto moest worden afgestaan.
In laatstbedoeld geval wordt er in de rechtspraak over het algemeen wel vanuit gegaan dat de werknemer voor het gemis van de auto gecompenseerd dient te worden, tenzij de werkgever in een zodanige financiële noodsituatie verkeert dat het betalen van een compensatie in redelijkheid niet van hem verlangd kan worden.