Nakoming non-concurrentiebeding – belang?

In deze zaak wordt een vordering tot nakoming van een non-concurrentiebeding afgewezen wegens gebrek aan belang. De betreffende bedrijven zijn niet concurrerend en de  activiteiten van eiseres zijn gestaakt.

Mocht u op het terrein van een concurrentiebeding (non-concurrentiebeding) vragen hebben kunt u altijd kosteloos contact opnemen met onze arbeidsrecht advocaten. Wij zijn specialist op dit terrein. Bel ons nu op 030 252 35 20. Daarvoor brengen wij u vanzelfsprekend geen kosten in rekening. Eerste telefonisch advies van onze advocaten is kosteloos.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK MIDDELBURG

Sector civiel recht, voorzieningenrechter

zaaknummer / rolnummer: 74556 / KG ZA 10-138

Vonnis van 14 september 2010

in de zaak van

1.  de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ABC B.V.,
gevestigd te Goes,
2.  de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HOLDING SAGITTAE B.V., mede h.o.d.n. ABC2,
gevestigd te Goes,
eiseressen,
advocaat: mr. X,

tegen

[gedaagde],
wonende te Dreischor, gemeente Schouwen-Duiveland,
gedaagde,
advocaat: mr. Y.

Eiseressen zullen hierna respectievelijk ABC en ABC2 genoemd worden. Gedaagde zal hierna worden aangeduid als [gedaagde].

1.  De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
–  de dagvaarding met producties 1 tot en met 10;
–  de van de zijde van [gedaagde] bij brief d.d. 1 september 2010 overgelegde producties 1 tot en met 13;
–  de van de zijde van eiseressen bij brief d.d. 3 september 2010 overgelegde productie;
–  de mondelinge behandeling van 7 september 2010;
–  de ter gelegenheid van de mondelinge behandeling overgelegde pleitnotities;
–  de ter gelegenheid van de mondelinge behandeling van de zijde van eiseressen overgelegde foto’s.

2.  De feiten
2.1.  [gedaagde] is op 1 maart 1989 in dienst gestreden bij ABC in de functie van technisch verkoper/winkelchef.

2.2.  In de tussen ABC en [gedaagde] gesloten arbeidsovereenkomst is navolgend non-concurrentiebeding opgenomen:

Na eenzijdige opzegging door de werknemer is het de werknemer verboden een vergelijkbare functie uit te oefenen in loondienst en/of in eigen dienst, bij een organisatie met een vergelijkbaar produktenpakket en klanten-/opdrachtenbestand, alles binnen een straal van 100 km van bovengenoemde werkgeversstandplaats en voor een periode van een jaar. Schending van dit beding is op straffe van een bedrag ineens opeisbaar, groot € 25.000,–.

2.3.  ABC maakt deel uit van de ABC2, een keten van groothandelsbedrijven die een totaalpakket technische producten uit voorraad levert aan klanten in Nederland en Vlaanderen.

2.4.  ABC hield zich voornamelijk bezig met de levering van automobielonderdelen, auto-accessoires en aanverwante artikelen.

2.5.  In het voorjaar van 2010 heeft de ABC2 zich genoodzaakt gezien de activiteiten van ABC te beëindigen en de vestiging per 1 mei 2010 te sluiten.

2.6.  De ABC2 heeft [gedaagde] eind april 2010 een nieuwe arbeidsovereenkomst aangeboden om als verkoper te gaan werken bij NN Goes B.V.

2.7.  Bij brief van 29 april 2010 heeft [gedaagde] zijn arbeidsovereenkomst met ABC met ingang van 1 juni 2010 opgezegd.

2.8.  Bij brief van 18 mei 2010 heeft mevrouw [B.], hoofd personeelszaken bij ABC2, [gedaagde] medegedeeld dat hij niet langer zal worden gehouden aan het door hem ondertekende non-concurrentiebeding.

2.9.  [gedaagde] is met ingang van 1 juli 2010 in dienst getreden bij de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Autohandel B.V. (hierna te noemen: Autohandel). Autohandel is een groothandel in auto-onderdelen en auto-accessoires.

2.10.  Autohandel heeft de vestiging in Zierikzee, alwaar [gedaagde] thans werkzaam is, geopend op 1 juli 2010. Deze vestiging is gehuisvest in het pand dat voorheen eigendom was van ABC2 en waarin ABC gevestigd was.

3.  Het geschil
3.1.  ABC en ABC2 vorderen bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. [gedaagde] te verbieden voor de duur van één jaar vanaf de datum van de dagvaarding, middellijk of onmiddellijk werkzaamheden te verrichten voor Autohandel of enig andere vennootschap of onderneming die met Autohandel verbonden is, op straffe van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van EUR 10.000,00 alsmede een boete van EUR 1.000,00 voor iedere dag dat [gedaagde] in strijd met dit verbod handelt, alsmede
II. [gedaagde] te veroordelen tot betaling aan ABC van een voorschot op de tussen partijen overeengekomen boete, zijnde een bedrag van EUR 25.000,00 wegens schending van het non-concurrentiebeding en EUR 10.000,– wegens schending van het geheimhoudingsbeding, althans wegens handelen in strijd met goed werknemerschap, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de dag der dagvaarding tot en met de dag der algehele voldoening, dan wel,
III. [gedaagde] te veroordelen tot betaling aan ABC2 van een voorschot op de schadevergoeding ter grootte van EUR 35.000,00 wegens onrechtmatige concurrentie, althans wegens handelen in strijd met goed werknemerschap, alsmede
IV. [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 14 dagen na dit vonnis.

3.2.  Ter onderbouwing van hun vorderingen voeren ABC en ABC2 het navolgende aan. [gedaagde] handelt in strijd met het tussen hem en ABC overeengekomen non-concurrentiebeding. De aanvullende overeenkomst van 18 mei 2010 is aangegaan onder valse voorwendselen en door ABC vernietigd, nu deze tot stand is gekomen door middel van bedrog, althans misbruik van omstandigheden c.q. dwaling. ABC zou het non-concurrentiebeding nooit hebben geschrapt indien zij wist dat [gedaagde] voornemens was bij Autohandel in dienst te treden. Bovendien is de aanvullende overeenkomst aangegaan door een P&O medewerkster die niet bevoegd is een dergelijke overeenkomst te sluiten. Daarenboven heeft te gelden [gedaagde] zich had dienen te onthouden van zijn huidige activiteiten vanwege het onrechtmatige karakter ervan. Doordat [gedaagde] bij een concurrent in dienst is getreden, misbruikt hij zijn bij ABC opgedane kennis en ervaring en maakt hij ABC2 klanten afhandig. [gedaagde] werkt – na 20 jaar werkzaam te zijn geweest bij ABC – thans voor Autohandel in hetzelfde pand als waarin ABC gevestigd was, in dezelfde functie als bij ABC en met dezelfde klanten. Er is sprake van onrechtmatige concurrentie en dit veroorzaakt aanzienlijke schade aan ABC2. ABC2 verliest klanten door de handelwijze van [gedaagde]. Indien [gedaagde] niet in dienst zou zijn getreden bij Autohandel had Autohandel niet zo snel voet aan de grond gekregen in Zierikzee.
Daarnaast handelt [gedaagde] in strijd met de in de arbeidsovereenkomst met ABC opgenomen geheimhoudingsformule. Tot slot gedraagt [gedaagde] zich in strijd met het beginsel van goed werknemerschap.

3.3.  [gedaagde] voert verweer strekkende tot het niet ontvankelijk verklaren van ABC en ABC2, althans tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van ABC en ABC2 in de proceskosten.
Hij voert het navolgende aan. Hij heeft er geen misverstand over laten bestaan dat hij na zijn vertrek bij ABC wellicht in dienst zou treden bij een concurrerend bedrijf. Hij heeft zich evenmin schuldig gemaakt aan bedrog en/of misbruik van omstandigheden. Hij is daarentegen door ABC ontslagen uit zijn verplichtingen uit hoofde van het non-concurrentiebeding. ABC en ABC2 hebben geen enkel (spoedeisend) belang bij de door hen ingestelde vorderingen. ABC en ABC2 enerzijds en Autohandel anderzijds zijn gezien de bedrijfsomschrijvingen in het handelsregister niet als elkaars concurrenten te beschouwen. Niet valt in te zien dat zijn huidige activiteiten bij Autohandel een onrechtmatig karakter hebben. Hij heeft geen contact met klanten en betwist vertrouwelijke informatie van ABC naar buiten te brengen. Er is geen sprake van ongeoorloofde concurrentie. Met het vervallen van het non-concurrentiebeding is tevens de daarin opgenomen boete komen te vervallen. Aangezien hij het geheimhoudingsbeding niet heeft overtreden, is hij evenmin de in dat beding opgenomen boete verschuldigd. Betwist wordt dat ABC2 (aanzienlijke) schade zou lijden door het verliezen van klanten. Hij gedraagt zich jegens ABC als een goed ex-werknemer.

4.  De beoordeling
4.1.  De voorzieningenrechter is van oordeel dat ABC geen belang heeft bij naleving van het tussen haar en [gedaagde] overeengekomen non-concurrentiebeding, zoals opgenomen in de arbeidsovereenkomst van 6 februari 2002, aangezien ABC haar activiteiten met ingang van 1 mei 2010 heeft gestaakt.
Daarenboven heeft naar het oordeel van de voorzieningenrechter te gelden dat er geen sprake is van concurrerende activiteiten. Immers [gedaagde] verricht thans werkzaamheden voor Autohandel, een groothandel in auto-onderdelen en -accessoires, terwijl ABC blijkens het uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel nog slechts een bedrijf is dat vermogen beheert. De werkzaamheden van ABC en Autohandel zijn derhalve in het geheel niet vergelijkbaar.

4.2.  Gesteld noch gebleken is op grond waarvan ABC2 aanspraken kan ontlenen aan het in de tussen ABC en [gedaagde] gesloten arbeidsovereenkomst opgenomen concurrentiebeding.

4.3.  Gelet op het voorgaande moet worden geconcludeerd dat zowel ABC als ABC2 geen belang heeft bij de ingestelde vorderingen. Omdat op die grond de vorderingen van ABC en ABC2 reeds dienen te worden afgewezen, behoeven de overige stellingen van partijen geen bespreking meer.

4.4.  ABC en ABC2 zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagde] worden begroot op:
– vast recht € 263,00
– salaris advocaat € 1.054,00
Totaal € 1.317,00

5.  De beslissing
De voorzieningenrechter:

5.1.  wijst de vorderingen van ABC en ABC2 af;

5.2.  veroordeelt ABC en ABC2 in de kosten van het geding, aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op EUR 1.317,00;

5.3.  verklaart dit vonnis voor wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad. (bron:www:rechtspraak.nl)