Ontbinding arbeidsovereenkomst met statutair directeur – contractuele afvloeiingsregeling
Ontbinding arbeidsovereenkomst met statutair directeur. Contractuele afvloeiingsregeling. In het arbeidscontract tussen partijen is een afvloeiingsregeling overeengekomen.
Is de rechter in een ontbindingsprocedure bekend met de tussen partijen overeengekomen afvloeiingsregeling, dan dient hij bij het bepalen van de ontbindingsvergoeding ervan uit te gaan dat die regeling zal worden nagekomen, tenzij aannemelijk is dat zulks in het betrokken geval niet mag worden verwacht (Hoge Raad 02-04-2004, NJ 2006,12). Laatstbedoelde situatie doet zich voor. Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft ABC immers met zoveel woorden gesteld dat van haar in alle redelijkheid niet verwacht kan worden dat zij de contractuele regeling dient na te komen. Bovendien heeft zij vanaf mei 2006 niet meer aan haar betalingsverplichtingen jegens [verweerder] voldaan.
Het vorenstaande brengt met zich dat [verweerder] nakoming door ABC van de contractuele afvloeiingsregeling in een aparte procedure aan de orde zal dienen te stellen, waarbij de rechter in die procedure rekening zal dienen te houden met na te melden vergoeding.