Ontslag op staande voet – inroepen nietigheid | Advocaten Utrecht

Ontslag op staande voet.

Voor de werkgever gelden ingevolge de artt. 7:670 en 7:670a BW een aantal bijzondere opzegverboden; zo bevat het eerste lid van art. 7:670 BW – kort gezegd – een opzegverbod tijdens ziekte van een werknemer die nog geen twee jaar heeft geduurd. Art. 7:677 lid 5 BW bepaalt dat een opzegging die in strijd met voornoemde bepalingen is gedaan, de werkgever niet schadeplichtig maakt, maar de werknemer het recht geeft “gedurende twee maanden na de opzegging van de arbeidsovereenkomst een beroep [te] doen op de vernietigingsgrond”.

Daarnaast geldt dat op grond van art. 6 BBA 1945 de werkgever voor de opzegging van de arbeidsverhouding voorafgaande toestemming van het UWV behoeft (lid 1), tenzij – onder andere – opzegging onverwijld geschiedt om een dringende reden, onder gelijktijdige mededeling van die reden aan de werknemer (lid 2 sub a). Art. 9 BBA 1945 bepaalt vervolgens: “Een opzegging zonder de op grond van artikel 6 vereiste toestemming is vernietigbaar” (lid 1) en “De werknemer kan gedurende zes maanden een beroep op deze vernietigingsgrond doen” (lid 3).

De in art. 9 BBA genoemde termijn van zes maanden waarbinnen de werknemer een beroep moet doen op de nietigheid van het ontslag wegens het ontbreken van toestemming, is een vervaltermijn. Vervaltermijnen moeten worden onderscheiden van verjaringstermijnen. Het verstrijken van de vervaltermijn heeft van rechtswege het vervallen van het recht tot gevolg terwijl de verjaring de rechtsvordering doet tenietgaan. Daarin moet een der essentiële verschillen tussen verval en verjaring worden gezien. Zie hierover Asser-Hartkamp I, 2004, nr. 685 e.v.

Mag de rechter het middel van verjaring niet ambtshalve toepassen (art. 3:322 lid 1 BW), de wetsbepalingen waarbij de uitoefening van een recht op straffe van verval aan een bepaalde termijn wordt gebonden, moeten door de rechter ambtshalve worden toegepast.

In zijn arrest van 1 november 1974, NJ 1975, 343, heeft de Hoge Raad geoordeeld dat nu art. 9 lid 3 BBA is geschreven in het belang van de wederpartij van degene die zich op de nietigheid van het ontslag beroept, de rechter op de onweersproken stelling van de werknemer dat hij de nietigheid van het ontslag heeft ingeroepen, niet gehouden is ambtshalve te onderzoeken of de nietigheid van het ontslag tijdig is ingeroepen, en de rechter eerst dan tot onderzoek is gehouden indien de wederpartij stelt dat het ontslag niet tijdig is ingeroepen. Dit betekent dat een werknemer die zich in rechte beroept op de ongeldigheid van het hem aangezegde ontslag, in het algemeen kan volstaan met de stelling dat hij de nietigheid van het ontslag heeft ingeroepen. Betwist de werkgever niet dat de nietigheid van het ontslag is ingeroepen en betoogt de werkgever evenmin dat het inroepen van de nietigheid van het ontslag eerst heeft plaatsgevonden na ommekomst van het in art. 9 lid 3 BBA bedoelde termijn, dan dient de rechter – als niet weersproken – ervan uit te gaan dat het inroepen van de nietigheid tijdig is geschied en is de rechter niet gehouden ambtshalve te onderzoeken of de werknemer de nietigheid van het ontslag tijdig heeft ingeroepen. Een geval als hiervoor beschreven moet worden onderscheiden van het geval dat de werknemer niet onweersproken stelt dat hij de nietigheid heeft ingeroepen, doch dat de werknemer de nietigheid eerst ten processe inroept. In een dergelijk geval dient de rechter indien de vervaltermijn alsdan reeds is verstreken, ambtshalve in aanmerking te nemen dat de werknemer niet meer bevoegd was tot het inroepen van de nietigheid van het ontslag.
(bron: www.rechtspraak.nl)

Mocht u omtrent ontslag al dan niet op staande voet, vragen hebben dan wel behoefte hebben aan direct advies of bijstand (hulp), kunt u altijd kosteloos contact opnemen met ons advocatenkantoor in Utrecht. Dit gaat snel en u krijgt direct een van onze ontslag advocaten aan de telefoon. Onze advocaten in Utrecht zijn specialist op dit terrein. Bel ons nu op 030 252 35 20. Een eerste telefonisch advies is altijd kosteloos.