Zijn er beperkingen aan beslag op loon inclusief het verschuldigde vakantiegeld?
Een schuldeiser met een opeisbare vordering op een schuldenaar, kan een deurwaarder opdracht geven beslag te leggen op het inkomen van de schuldenaar. De deurwaarder dient hierbij rekening te houden met de zogeheten ‘beslagvrije voet’.
Afhankelijk van de huishoudsituatie en leeftijd gelden verschillende basisbedragen voor de beslagvrije voet. In beginsel is dit 90 procent van de toepasselijke bijstandsnorm. Enkel op het loon dat boven de beslagvrije voet uitkomt, kan beslag worden gelegd. Op een loon dat gelijk of lager is dan de beslagvrije voet, kan dus geen beslag worden gelegd. Maar hoe zit dat nu als het loon, door uitbetaling van het vakantiegeld, – in de maand mei boven de beslagvrije voet uitkomt?
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 31 oktober 2014 geoordeeld dat het vakantiegeld geheel voor beslag vatbaar is, indien het maandelijkse inkomen in de maanden waarin het vakantiegeld werd opgebouwd steeds boven de beslagvrije voet uitkwam.
Dus ligt het maandelijkse inkomen inclusief de maandelijkse aanspraak op vakantiegeld onder de beslagvrije voet, dan hoeft het vakantiegeld niet afgedragen te worden aan degene die het beslag heeft gelegd.
Ligt het inkomen onder de beslagvrije voet, dan kan het volledige vakantiegeld niet worden beslagen.
Indien u vragen heeft over beslag, of dit via ons kantoor wil leggen dan zijn wij u graag van dienst.
Bron: ECLI:NL:HR:2014:3068