Berekenen billijke vergoeding

Berekenen billijke vergoeding

Gezichtspuntencatalogus Hoge Raad. Kapsterarrest. Recentelijk heeft de Hoge Raad een belangrijk arrest gewezen over de hoogte van de billijke vergoeding die verschuldigd is bij een onrechtmatige opzegging door de werkgever (art. 7:681 lid 1, aanhef en onder a BW).

De feiten zijn als volgt. Mevrouw (hierna te noemen: werkneemster) is werkzaam als kapster op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd tegen een salaris van € 224,51 bruto per maand. Haar man is werkzaam in de bouw en derhalve zijn ze gebonden aan de bouwvak om hun vakantie te plannen. Werkneemster wil vakantie nemen, maar gezien de hoeveelheid mensen die werkzaam zijn bij haar werkgever, kan de werkgever haar geen vrij geven in de weken die zij vrij wenst. Werkneemster gaat vervolgens toch op vakantie in de door haar gewenst weken, zonder toestemming van de werkgever. De werkgever ontslaat werkneemster vervolgens zonder instemming van haar dan wel toestemming van het UWV, waarna de zaak voor de rechter wordt gebracht.
De kantonrechter oordeelt dat de billijke vergoeding een punitief (straffend) karakter heeft en stelt de vergoeding vast op € 4.000,00. Het hof bekrachtigt vervolgens de uitspraak van de kantonrechter, waarna de zaak ten slotte bij de Hoge Raad terecht komt.

De vraag die de Hoge Raad moet beantwoorden is hoe de hoogte van de billijke vergoeding  moet worden bepaald. De Hoge Raad brengt ten eerste naar voren dat de aanspraak op een transitievergoeding bestaat naast de billijke vergoeding. De transitievergoeding dient ertoe om compensatie te bieden voor het ontslag en tevens om de overgang naar een andere baan te vergemakkelijken. Werknemers hebben recht op een transitievergoeding indien de werkgever een arbeidsovereenkomst opzegt van een werknemer die meer dan 24 maanden in dienst is geweest bij de opzeggende werkgever. De gevolgen van het ontslag worden gecompenseerd waarbij de leeftijd en de duur van het dienstverband van de werknemer een rol spelen. Naast de transitievergoeding kan de werknemer, indien de opzegging in strijd is met de wet, aanspraak maken op een billijke vergoeding.

Met betrekking tot de berekening van de hoogte van de billijke vergoeding brengt de Hoge Raad een aantal gezichtspunten naar voren. Er wordt onder andere gekeken in hoeverre de reden waarom een werknemer afziet van vernietiging van de opzegging, aan de werkgever kan worden toegerekend. Indien de werkgever in strijd met de wet een arbeidscontract heeft opgezegd, dan heeft de werknemer de mogelijkheid om deze opzegging te vernietigen of aan de werkgever een billijke vergoeding te vragen. Mocht de werknemer ervoor kiezen om de opzegging niet te vernietigen dan speelt, voor de bepaling van de hoogte van de billijke vergoeding, (a) een rol in hoeverre de werkgever erin heeft bijgedragen dat de werknemer tot die keuze is gekomen.

Daarnaast speelt (b) een rol welke inkomsten de werknemer had verkregen op het moment dat de werkgever niet ten onrechte een ontslag op staande voet had gegeven en (c) in hoeverre de werkgever kan worden verweten dat er ten onrechte een ontslag op staande voet plaatsvond. Tevens speelt (d) volgens de Hoge Raad een rol of de werknemer op dit moment op een andere plek werkzaam is en (e) welke inkomsten de werknemer in de toekomst in redelijkheid zou moeten kunnen verdienen. Ten slotte speelt (f) een rol of de werknemer aanspraak maakt op een transitievergoeding dan wel een vergoeding wegens onregelmatige opzegging en (g) in hoeverre de opzegging in strijd met de wet aan de werknemer te wijten is.

De Hoge Raad benadrukt vervolgens uitdrukkelijk dat de billijke vergoeding niet slechts een punitief karakter heeft. Uit het arrest volgt dat naast de geleden inkomensschade tevens een billijke vergoeding mag toekomen waar het straffen van de werkgever een rol kan spelen in de beoordeling van de hoogte van de billijke vergoeding. Met het gewezen arrest heeft de Hoge Raad de piketpalen geslagen op basis waarvan de hoogte van de billijke vergoeding, in geval van een opzegging in strijd met de wet, kan worden gebaseerd. De rechter zal, in geval van een opzegging in strijd met de wet, goed moeten motiveren hoe de billijke vergoeding is vastgesteld en welke omstandigheden daarbij een rol hebben gespeeld.