Hoge Raad 6 oktober 2017 (Medische verklaring bij verzoek onder curatele)
Hoge Raad 6 oktober 2017 (Medische verklaring bij verzoek onder curatele)
Is voor onder curatele stelling telkens een actuele medische verklaring van een onafhankelijke deskundige vereist?
In de casus die tot deze uitspraak van de Hoge Raad heeft geleid ging het om een man die gediagnosticeerd was met een bipolaire stoornis, waarvoor hij vijf jaar (van 2009 tot 2014) in behandeling is geweest en medicatie slikte. In 2014 heeft hij zijn medicatie eigenhandig gestaakt. De echtgenote van deze man heeft een verzoek tot onder curatestelling van hem ingediend, omdat hij als gevolg van zijn stoornis alsmede ten gevolge van bovenmatig alcoholgebruik niet in staat is/zou zijn om zijn financiële en immateriële belangen te behartigen. In het kader en ter onderbouwing van dit verzoek heeft zij een conceptverklaring van de voormalige psychiater van de man bijgevoegd.
De man heeft zich tegen dit verzoek verzet met de stellingen dat hij geen bipolaire stoornis heeft en zijn belangen goed kan behartigen. Ter ondersteuning hiervan heeft hij verklaringen overgelegd van twee psychiaters, alsmede van een door hem via internet verrichte zelftest.
In eerste aanleg is het verzoek door de rechtbank toegewezen, zodat een curator is benoemd. Het Hof heeft deze beslissing bekrachtigd. Kort gezegd baseerde het Hof dit op de verklaringen en ervaringen van de naasten en (inmiddels) curator van de man, die hem daadwerkelijk meemaakten en zagen dat hij regelmatig volledig zicht op werkelijkheid kwijt was en in die toestand wel rechtshandelingen verrichte. Ook waren er tussentijds diverse aangiftes tegen de man gedaan en bestond er bij de hulpverlening grote zorgen over hem. Dit bij elkaar, mede in acht genomen dat niet duidelijk was geworden hoe de twee psychiaters van de door de man overgelegde verklaringen tot hun conclusies over hem waren gekomen, maakte dat het Hof vond dat de beschermingsmaatregelen van curatele immer moest voortduren.
In cassatie ging het om de vraag of het Hof het oordeel had kunnen baseren op een verouderde verklaring van een psychiater en de bevindingen van naasten. Bepleit werd dat voor ondercuratelestelling (telkens) een actuele verklaring gebaseerd op actueel onderzoek van een deskundige nodig is.
De Hoge Raad stelt voorop dat met betrekking tot een verzoek ondercuratelestelling niet het vereiste geldt van aanwezigheid van een verklaring van een deskundige. Hiernaast is het vaste rechtspraak dat de rechter vrij kan beoordelen of een onderzoek door een medische deskundige noodzakelijk is voordat hij kan beslissen op een verzoek tot ondercuratelestelling. De rechter kan en mag dit ook beoordelen aan de hand van overgelegde stukken en verklaringen ter zitting, zoals het Hof in casu (ook) terecht had gedaan. Volgens de Hoge Raad maakt de rechtspraak van het EHRM omtrent artikel 8 EVRM, alsmede de aanbevelingen van het Comité van Ministers van de Raad van Europa (welke niet bindend zijn), dit niet anders.
Uit deze uitspraak van de Hoge Raad volgt aldus dat het niet vereist is dat bij verzoek tot ondercuratelestelling een actuele verklaring van een medische deskundige gevoegd wordt omdat dit verzoek ook aan de hand van andere waardevolle stukken of verklaringen beoordeeld kan of dient te worden.