Ontslag op staande voet na vervalsing coronatestbewijs

Op 7 januari 2022 heeft de rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak naar aanleiding van een ontslag op staande voet omdat de werknemer een coronatestbewijs had vervalst.

De werknemer had van zijn werkgever, een expeditiebedrijf in Rotterdam, een oproep voor een gesprek met de bedrijfsarts ontvangen, maar verklaarde positief getest te zijn op corona en derhalve niet in staat te zijn om bij de afspraak aanwezig te zijn. Als bewijs had de medewerker een testbewijs meegestuurd. Op het testbewijs stond een geboortedatum vermeldt die niet overeenkwam met de geboortedatum van de medewerker zoals bekend bij de werkgever. Daarnaast week het lettertype waarmee de naam van de werknemer vermeldt staat op het coronatestbewijs af van de rest van het document. Nu het Controco was opgevallen dat de op het testbewijs vermelde geboortedatum niet de geboortedatum van werknemer was en daarnaast ook dat het lettertype waarmee de naam van werknemer vermeld was op het coronatestbewijs afweek van het lettertype van de overige tekst van het document, heeft zij werknemer hier per e-mail op geattendeerd en om een reactie daarop verzocht. Bij het uitblijven van een reactie van werknemer heeft Controco werknemer op 13 augustus 2021 schriftelijk gesommeerd om op 16 augustus 2021 op het kantoor te verschijnen. Werknemer heeft tijdens het gesprek te kennen gegeven de onregelmatigheden in het document niet te kunnen verklaren, maar er niet aan te twijfelen dat het coronatestbewijs echt was. Diezelfde dag heeft Controco telefonisch contact opgenomen met Coronatestcenter, het op het coronatestbewijs vermelde bedrijf. Genoemd testcenter heeft Controco desgevraagd gemeld dat het geen testlocaties heeft in Rotterdam alsook dat van de op het document voorkomende unieke lettercode, samplenummer, al meer dan twee maanden geen gebruik meer werd gemaakt. Op 17 augustus 2021 heeft Controco werknemer op staande voet ontslagen. In de ontslagbrief d.d. 17 augustus 2021 is onder meer als dringende reden opgenomen dan werknemer een valse testverklaring heeft verstrekt en sprake is van valsheid in geschrifte.

Om een ontslag op staande voet te rechtvaardigden, moet er volgens artikel 7:677 lid 1 BW  sprake zijn van een dringende reden die een onmiddellijke opzegging (zonder toestemming van het UWV of de kantonrechter) rechtvaardigt. De werknemer betwist tevergeefs het bestaan van een dringende reden. Op basis van hetgeen door partijen naar voren is gebracht alsmede de door Controco overgelegde stukken is naar het oordeel van de kantonrechter voldoende komen vast te staan dat het door werknemer aan Controco verstrekte testbewijs is vervalst. Het valselijk opmaken of vervalsen van een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken, geldt als valsheid in geschrifte en is strafbaar gesteld. Daarnaast is ook het opzettelijk gebruik maken van een door iemand anders vervalst geschrift strafbaar. Door het zich schuldig maken aan een dergelijk misdrijf teneinde te trachten Controco te misleiden, heeft werknemer het vertrouwen van Controco begrijpelijkerwijze geschaad. Door op deze wijze te handelen is werknemer het vertrouwen van Controco onwaardig geworden en kon van haar in redelijkheid niet gevergd worden het dienstverband met werknemer nog langer te laten voortduren. In dit kader wordt mede van belang geacht dat werknemer nog maar zeer kort in dienst was bij Controco en hij ook nadat Controco hem had geconfronteerd met de door haar geconstateerde onregelmatigheden, is blijven volharden in zijn standpunt dat het om een authentiek testbewijs ging. Het handelen van werknemer levert onder de gegeven omstandigheden een dringende reden op voor ontslag op staande voet.

De werknemer heeft zich nog tevergeefs op het standpunt gesteld dat er sprake zou zijn geweest van onrechtmatig door de werkgever verkregen bewijs. Hoewel werknemer zich aanvankelijk op het standpunt heeft gesteld dat Controco hem niet om overlegging van een testbewijs had mogen vragen, heeft zijn gemachtigde tijdens de mondelinge behandeling desgevraagd bevestigd dat het testbewijs door werknemer uit eigener beweging  aan Controco is verstrekt. De omstandigheid dat Controco de op het testbewijs vermelde gegevens gedeeld heeft met het Coronatestcenter levert naar het oordeel van de kantonrechter geen schending van de AVG op. Niet alleen was het Coronatestcenter volgens werknemer de instantie die dat testbewijs had afgegeven, maar bovendien is van belang dat niet is gebleken dat Controco een ander geschikter en minder verstrekkend middel ter beschikking stond om de waarheid ten aanzien van de authenticiteit van het testbewijs boven tafel te krijgen

Op grond van bovenstaande heeft de rechtbank geoordeeld dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is. Daarmee verliest de werknemer ook direct zijn aanspraak op een billijke vergoeding en vergoeding wegens onregelmatige opzegging. Tot slot is ook voor toekenning van een transitievergoeding geen plaats nu het handelen van de werknemer volgens de kantonrechter ook als ernstig verwijtbaar is aan te merken.

Vindplaats: Rechtbank Rotterdam 7 januari 2022, ECLI:NL:RBROT:2022:89