Opheffen van conservatoir beslag
Opheffen van conservatoir beslag
Er is conservatoir beslag gelegd op vermogen van u. Dat is gedaan door een schuldeiser die een vordering pretendeert te hebben op u en daarom uw vermogen heeft willen veilig stellen (‘bevriezen’). Als er bijvoorbeeld beslag is gelegd op banktegoeden zullen al die banktegoeden zijn bevroren.
Een beslaglegging kan zeer beknellend werken voor degene ten laste van wie het beslag gelegd is. Wij krijgen daarom vaak de vraag hoe het beslag/beslagen zo snel mogelijk weer opgeheven kan/kunnen worden. Daar zijn verschillende mogelijkheden voor.
Allereerst is het mogelijk om een kort geding aan te spannen tegen de beslaglegger waarin opheffing van het beslag wordt gevorderd. Er zal dan bijvoorbeeld aangevoerd moeten worden dat de gepretendeerde vordering summierlijk ondeugdelijk is of dat het beslag volstrekt onnodig gelegd is. Rechters gaan echter niet snel over tot het opheffen van beslag in kort geding, omdat vaak niet goed – binnen het bestek van een kort geding – beoordeeld kan worden of er sprake is van een vordering.
Veel vaker komt het daarom voor dat er vervangende zekerheid wordt geboden aan de schuldeiser ter opheffing van het beslag. Als de schuldeiser een geldvordering pretendeert te hebben, is hij verplicht om het beslag op te heffen indien de schuldenaar op een andere manier zekerheid biedt voor de vordering. Dat kan bijvoorbeeld door het afgeven van een bankgarantie of door het parkeren van een bedrag op een beschermde bankrekening. Daarbij spreken beide partijen af dat het bedrag pas uitgekeerd wordt na een gerechtelijke uitspraak of na een schikking.
Tot slot kan een beslag uiteraard ook opgeheven worden als partijen tot een schikking komen over de achterliggende vordering. Omdat een beslaglegging ook als pressiemiddel fungeert, dwingt het partijen vaak tot de onderhandelingstafel. Als er tussen partijen een schikking wordt bereikt over de vordering, dan zal opheffing van het beslag onderdeel van de schikking moeten zijn.