Opschorting van huurbetalingen

In de praktijk komt het nog wel eens voor dat de huur vanwege door hem/haar gestelde gebreken aan het gehuurde, stelt dat hij de huurpenningen niet hoeft te betalen en daarom zich beroept op het recht tot opschorting. De vraag is of de huurder dit recht toekomt.

Aan opschorting zijn diverse beperkingen verbonden. Indien de huurder het spel niet volgens de regels speelt, kan dit de huurder dan ook duur te staan te komen. Het is dus van belang dat de huurder alsdan goed onderzoek doet, mede afgestemd op de feiten en omstandigheden, of hem het recht op opschorting toekomt, alsook mag toepassen. In artikel 6:262 lid 2 BW is geregeld dat bij een gehele of gedeeltelijk tekortkoming in de nakoming een opschorting gerechtvaardigd wordt door de tekortkoming. Kortom hierin zit een proportionaliteitstoets verwerkt.

Het recht tot opschorting is niet specifiek in het huurrecht geregeld en heeft dus artikel 6:262 BW te gelden. Dit artikel is van regelend recht Het komt vaak voor, dit onder andere in de ROZ modellen, tot opschorting (mutatis mutandis ook verrekening) wordt uitgesloten. Dit beroep op uitsluiting zijdens verhuurder is in beginsel dus mogelijk. Slechts in bepaalde gevallen kan dit uitsluitingsrecht in algemene voorwaarden worden aangetast, bijvoorbeeld bij consumentenovereenkomsten (hetgeen de huur van woonruimte is). In een dergelijk geval kan het zijn dat het beroep op uitsluiting als onredelijk bezwarend, althans als oneerlijk beding wordt gezien c.q. aangemerkt, ten gevolge dit beroep op uitsluiting kan worden vernietigd.

Let op: het beroep op opschorting ontslaat de huurder niet van zijn verplichting tot huur betaling. Kortom worden de gebreken verholpen door de verhuurder, dan dient de huurder vervolgens de volledig achtergehouden bedrag aan huurpenningen te voldoen. Kortom het recht op opschorting indien de huurder dit toekomt, geeft hem een uitstel voor betaling, geen afstel! Wil de huurder vanwege de ontstane gebreken worden ontslagen van de betaling tot huur, dan dient hij andere middelen aan te wenden, bijvoorbeeld middels het instellen van een vordering tot huurprijsvermindering (7:207 BW) dit zolang (dus over de periode dat) de gebreken niet zijn verholpen.

Heeft u vragen over de opschorting van huurverplichtingen, gebreken in en aan het verhuurde, alsmede de mogelijkheden tot het verhelpen hier van, dan wel over het inroepen van rechten aangaande het niet betalen van huurpenningen dan wel het opeisen hiervan, dan kan contact worden opgenomen met een van onze ervaren huurrecht advocaten.