Verschaffen toegang woonruimte door verhuurder

Hoever mag een verhuurder gaan voor het verschaffen van de toegang tot woonruimte.

Het Gerechtshof Den Haag heeft zich hierover op 13 november 2018 uitgelaten (vindplaats: ECLI:NL:GHDHA:2018:3020). De huurder heeft gemeend dat hij verhuurder de toegang tot zijn gehuurde woning mocht weigeren nadat de Kantonrechter de verhuurder reeds gelijk heeft gegeven (dus huurder mag de toegang aan verhuurder niet weigeren). De Hoge Raad heeft dit oordeel van het Hof bekrachtigd. De Hoge Raad heeft hierbij gekeken of er een contractuele grondslag is voor de aangekondigde toegang tot het gehuurde door verhuurder. Het Gerechtshof concludeert dat deze contractuele grondslag aanwezig is. Ook stelt het Gerechtshof Den Haag vast dat er daarnaast bovendien een voldoende zwaarwegende reden aanwezig is geweest voor verhuurder om de toegang te verlangen. Verhuurder toont namelijk aan dat de huurder in het verleden de gehuurde woning in strijd met de gebruiksbepaling (gebruik als woonruimte) heeft gebruikt. Door de toegang te weigeren, zo concludeert het Gerechtshof Den Haag, heeft de Kantonrechter rechtens juist de ontbinding huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde zoals gevorderd door verhuurder toegewezen. Bij de aangevoerde omstandigheden dat de huurder op leeftijd is, hij al 30 jaren zonder tekortschieten de huur heeft betaald, alsmede niet over vervangende woonruimte beschikt, kon de huurder in dit geval niet baten.

Algemeen:

Het verschaffen aan de verhuurder tot toegang van de woning is afhankelijk van diverse omstandigheden van het geval, waaronder de inhoud van de huurovereenkomst. Een verplichting tot medewerking aan een algemene periodieke inspectie aan het gehuurde is niet opgenomen in de wet en ontbreekt ook vaak in de huurovereenkomst. Toegang tot een algemene periodieke inspectie staat op gespannen voet met de verplichtingen van huurder dat het verschaffen aan huurder van het rustige woongenot alsmede het recht op privacy van de huurder. Deze rechten van de huurder worden evenwel dan ‘overschaduwd’ doordat de hoogste rechtsinstantie (Raad van State) heeft bepaald dat verhuurder dit als een afdwingbare verplichting, een afspraak in de huurovereenkomst mag opnemen om het gehuurde te mogen inspecteren. Kortom: is een dergelijke afspraak tot (periodieke) inspectie in de huurovereenkomst opgenomen, dan kan verhuurder in beginsel de toegang tot het gehuurde afdwingen (zie ook Rechtbank Amsterdam van 23 oktober 2017,  vindplaats ECLI:NL:RBAMS:2017:7771).

In de hier besproken uitspraak heeft de verhuurder dus wel een inspectiemogelijkheid in de huurovereenkomst opgenomen en mag hij zich daar ook op beroepen.

VRAGEN:

Heeft u vragen over het betreden van huurruimte door verhuurder alsmede wat de mogelijkheden zijn danwel heeft u vragen over het huurrecht in meer algemene zin, dan kunt u contact opnemen met één van onze huurrechtadvocaten.