Incasso en de kunst van het procederen – de incassoprocedure
Incasso en de kunst van het procederen. In deze incasso zaak heeft eiser haar vordering zowel naar de feitelijke als de juridische grondslag volstrekt onvoldoende onderbouwd. Onduidelijk is gebleven hoe en wanneer gedaagde verplichtingen is aangegaan en wat de precieze inhoud die verplichtingen (en rechten) hadden en of de algemene voorwaarden zijn uitgereikt. Evenmin is duidelijk wanneer en op welke wijze de onduidelijk gebleven overeenkomst is geëindigd. Het enige dat gelet op de overgelegde stukken als vaststaand kan worden aangenomen, is dat gedaagde in de periode 12 juli tot en met 11 oktober 2007 gebruik heeft gemaakt van diensten van eiser. Voor het overige is eiser er absoluut niet in geslaagd inzichtelijk te maken hoe en wanneer gedaagde tegenover haar verplichtingen is aangegaan, welke precieze inhoud die verplichtingen (en rechten) hadden en op welke wijze door eiser gehanteerde algemene voorwaarden zijn uitgereikt. Evenmin heeft eiser gesteld op grond waarvan gedaagde het gevorderde bedrag van € 332,98 verschuldigd zou zijn en hoe dit bedrag is samengesteld, met name het hoofdsomgedeelte (een bij exploot gevoegd overzicht is in het geheel niet toegelicht). Onduidelijk is bovendien wanneer en op welke wijze een onduidelijk gebleven overeenkomst is geëindigd. Eiser spreekt zich in deze uiterst warrige procedure zelfs bij herhaling tegen. De kantonrechter wijst de vorderingen dan ook af.
Mocht u omtrent incasso en het voeren van eventuele procedures vragen hebben kunt u altijd kosteloos contact opnemen met onze advocaten. Bel ons nu op 030 252 35 20 of – tot 22.00 uur – op 030 252 35 20. Daarvoor brengen wij u vanzelfsprekend geen kosten in rekening. Eerste telefonisch advies altijd kosteloos.
Uitspraak
RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Kanton
Locatie Maastricht
zaaknr: 347049 CV EXPL 09-4147
typ: MH
coll: MH
vonnis van 27 januari 2010
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid TELE2 NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eisende partij,
hierna te noemen: Tele2,
gemachtigden: J.H.L. Sinkiewicz, deurwaarder te Maastricht en mr. P.L.J.M. Guinée, incasso-adviseur te Den Haag (Intrum Jusititia Nederland B.V.)
tegen
[gedaagde],
wonend te [adres],
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde],
gemachtigde: mw. X.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Tele2 heeft bij exploot van dagvaarding van 20 augustus 2009 een vordering ingesteld tegen [gedaagde] onder medebetekening van één productie.
[gedaagde] heeft – na gevraagd en verkregen uitstel – schriftelijk geantwoord onder verwijzing naar drie, deels meervoudige, producties.
Tele2 heeft daarop voor repliek geconcludeerd onder verwijzing naar vijf, deels meervoudige producties.
[gedaagde] heeft voor dupliek geconcludeerd.
Hierna is vonnis bepaald, waarvan de uitspraak is bepaald op heden.
MOTIVERING
het geschil
Tele2 vordert de veroordeling van [gedaagde] – bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad – tot betaling van een bedrag van € 332,98 ( samengesteld uit een hoofdsom van € 303,41, vervallen rente van € 14,47 en buitengerechtelijke kosten van € 75,00, verminderd met een betaling van € 59,90), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van algehele voldoening, alles onder verwijzing van [gedaagde] in de proceskosten.
Tele2 legt aan haar vordering het volgende ten grondslag. Tele2 is gespecialiseerd in het verlenen van diensten op het gebied van (tele)communicatie. Die diensten bestaan “onder meer” in het toegang verlenen tot netwerken voor mobiele en vaste telefonie en tot het internet. [gedaagde] heeft zich bij Tele2 aangemeld om tegen betaling van deze diensten gebruik te maken. De aanvaag is gehonoreerd en [gedaagde] is bij Tele2 geregistreerd. Volgens Tele2 zijn op deze overeenkomst de door haar gehanteerde algemene voorwaarden van toepassing. [gedaagde] heeft na aanmaning een bedrag van € 59,90 betaald. Voor het overige is [gedaagde], ondanks diverse betalingsherinneringen, toerekenbaar tekortgeschoten in zijn betalingsverplichtingen.
[gedaagde] heeft bij conclusie van antwoord – samengevat – het volgende verweer gevoerd.
Als primair standpunt roept [gedaagde] op grond van de artikelen 7:46c, 7:46j en 3:40 lid 2 BW de vernietigbaarheid van de overeenkomst in. Subsidiair heeft [gedaagde] zich op het standpunt gesteld dat de eventueel niet vernietigde overeenkomst bij brief van 20 september 2007 van [gedaagde] per 31 januari 2008 door opzegging is beëindigd. [gedaagde] benadrukt dat hij, in tegenstelling tot hetgeen in het exploot van dagvaarding staat vermeld, wel degelijk verweer heeft gevoerd. Hij heeft diverse brieven naar Tele2 gestuurd, waarop hij echter nooit reactie heeft ontvangen. Tele2 heeft deze procedure ten onrechte en nodeloos gestart en dient daarom te worden verwezen in de proceskosten van [gedaagde].
Bij repliek stelt Tele2 dat [gedaagde] sinds november 2006 gedurende langere tijd gebruik heeft gemaakt van de diensten van Tele2 en een aantal facturen van Tele2 heeft voldaan. Tele2 betwist dat [gedaagde] de overeenkomst bij brief van 20 september 2007 heeft opgezegd en verwijst daartoe naar een in het geding gebracht gefotokopieerd e-mailbericht van 20 februari 2008 (productie 5). In de door [gedaagde] overgelegde brief van Intrum Justitia van 3 april 2009 staat ten onrechte dat [gedaagde] de overeenkomst heeft opgezegd. De overeenkomst is geëindigd “als gevolg van ontbinding wegens wanbetaling”.
Bij dupliek handhaaft [gedaagde] zowel zijn primaire als zijn subsidiaire standpunt.
de beoordeling
De kantonrechter overweegt dat Tele2 haar vordering volstrekt onvoldoende heeft onderbouwd, zowel naar de feitelijke als naar de juridische grondslag.
Het enige dat gelet op de overgelegde stukken als vaststaand kan worden aangenomen, is dat [gedaagde] in de periode 12 juli tot en met 11 oktober 2007 gebruik heeft gemaakt van diensten van Tele2. Voor het overige is Tele2 er absoluut niet in geslaagd inzichtelijk te maken hoe en wanneer [gedaagde] tegenover haar verplichtingen is aangegaan, welke precieze inhoud die verplichtingen (en rechten) hadden en op welke wijze door Tele2 gehanteerde algemene voorwaarden zijn uitgereikt. Evenmin heeft Tele2 gesteld op grond waarvan [gedaagde] het gevorderde bedrag van € 332,98 verschuldigd zou zijn en hoe dit bedrag is samengesteld, met name het hoofdsomgedeelte (een bij exploot gevoegd overzicht is in het geheel niet toegelicht). Onduidelijk is bovendien wanneer en op welke wijze een onduidelijk gebleven overeenkomst is geëindigd.
Tele2 spreekt zich in deze uiterst warrige procedure zelfs bij herhaling tegen. Zo zegt zij in een e-mailbericht van 27 mei 2009 (productie 1): “Uw cliënt heeft een abonnement voor Telefonie en Internet bij Tele2 sinds september 2006”. “Er is geen contract, dit valt onder de wet koop op afstand,” om vervolgens bij repliek te stellen dat [gedaagde] vanaf november 2006 gebruik heeft gemaakt van diensten van Tele2. Als klap op de vuurpijl spreekt zij op de valreep in een onduidelijke kopie van een “e-mail” van 20 februari 2008 plotseling van een contract. “Door ondertekening van het contract bent u echter akkoord gegaan met automatische incasso als betaalwijze”. Ook over de manier waarop er een einde aan de overeenkomst is gekomen, geeft Tele2 tegenstrijdige informatie. In een brief van Intrum Jusititia van 3 april 2009 (productie 3) heet het: “Naar aanleiding van uw reactie kunnen wij u berichten dat u inderdaad heeft opgezegd bij onze opdrachtgever”. Bij repliek wordt deze stelling zonder verdere onderbouwing door dezelfde incassogemachtigde weersproken. “Hetgeen hierover is opgemerkt in de door gedaagde overgelegde brief van 3 april 2009 is niet juist. De overeenkomst is uiteindelijk geëindigd als gevolg van ontbinding wegens wanbetaling en niet op grond van opzegging”.
Het voorgaande houdt in dat de vordering in volle omvang moet worden afgewezen. Omdat voor de hoofdsom een deugdelijke grondslag ontbreekt, is immers een afzonderlijke beoordeling van de bijkomende vorderingen overbodig. Te dien aanzien wordt ten overvloede overwogen dat Tele2 noch ten aanzien van het intreden van betalingsverzuim noch ten aanzien van het in redelijkheid maken van kosten ter incasso het minimaal vereiste heeft gesteld en/of geadstrueerd.
Tele2 dient als de in het ongelijk gestelde partij de kosten van het geding te dragen.
BESLISSING
Wijst de vordering af.
Veroordeelt Tele2 tot betaling van de kosten van deze procedure, aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op € 120,00 ter zake salaris van de gemachtigde van [gedaagde].(bron: www.rechtspraak.nl)
Mocht u omtrent de incassoprocedure vragen hebben kunt u altijd kosteloos contact opnemen met onze advocaten. Bel ons nu op 030 252 35 20 of – tot 22.00 uur – op 030 252 35 20. Daarvoor brengen wij u vanzelfsprekend geen kosten in rekening. Eerste telefonisch advies altijd kosteloos.