Is een springkussen een opstal?

In een vonnis van Rechtbank Rotterdam van 16 december 2015 (ECLI:NL:RBROT:2015:9298) ligt de vraag voor of een springkussen bij een attractiepark een opstal is in de zin van artikel 6:174 BW. Deze vraag is aan de orde in verband met een ongeval waarbij een vrouw van een springkussen stapte, in een geul terecht kwam en haar enkel brak. Zij vordert schadevergoeding van de eigenaar van het attractiepark.

Op grond van artikel 6:174 BW is de bezitter van een opstal aansprakelijk als die opstal een gevaar oplevert voor personen of zaken. Onder opstal in dit artikel wordt verstaan gebouwen en werken, die duurzaam met de grond zijn verenigd, hetzij rechtstreeks, hetzij door vereniging met andere gebouwen of werken.

In dit geval heeft de rechtbank geoordeeld dat het springkussen een bouwwerk is, omdat het door de wijze van aanbrengen niet eenvoudig kan worden verplaatst. Het springkussen is in een kuil aangebracht.
Met betrekking tot de aansprakelijkheid overweegt de rechtbank als volgt:

“4.3 Voor aansprakelijkheid op grond van artikel 6:174 BW is vereist dat a. de opstal een gebrek heeft, b. dit gebrek een gevaar oplevert en c. dit gevaar zich vervolgens heeft verwezenlijkt. […]
4.7 Op grond van het voorgaande komt de rechtbank tot de conclusie dat er geen sprake was van een gebrek aan de opstal in die zin dat er een onzichtbare geul rondom het springkussen was aangebracht die voor een gevaarlijke situatie zorgde. De rechtbank sluit niet uit dat er mogelijk enige ruimte was ontstaan tussen het kunstgras en het springkussen (waar naar zijn aard enige beweging in zit), maar tijdens deze procedure is niet gebleken dat een dergelijke ruimte een gevaar vormde of dat deze een rol heeft gespeeld bij het ontstaan van het letsel. Niet geconcludeerd kan dan ook worden dat het springkussen niet voldeed aan de daaraan te stellen eisen. Plaswijckpark is derhalve niet aansprakelijk jegens eiseres op grond van art. 6:174 BW.”