Toelating van leerling tot school – wanneer mag toelating worden geweigerd?

Weigering toelating leerling. Het uitgangspunt is dat de school beslist over de toelating van leerlingen. Daarbij prevaleert het in artikel 23 Grondwet aan het bijzonder onderwijs gewaarborgde beginsel van ‘vrijheid van richting’, mede gelet op de artikelen 6 Grondwet en 9 EVRM, in beginsel boven de eveneens aan artikel 23 Grondwet ten grondslag liggende ‘vrijheid van schoolkeuze’ van degene die onderwijs wenst te ontvangen. Een weigering een leerling toe te laten dient evenwel in overeenstemming te zijn met een vast toelatingsbeleid van de school, dat steunt op haar uitleg van in haar statuten neergelegde toelatingsnormen (van religieuze aard) die ertoe strekken de (religieuze) identiteit van de school te handhaven. De rechter dient terughoudendheid toe te passen bij de beoordeling van de vraag of een leerling beantwoordt aan de (religieuze) grondslag van de school (vlg. HR 22 januari 1988, NJ 1988, 891 en Hof Amsterdam 24 juli 2007, ECLI:NL:GHAMS:2007:BB0057).
(bron: www.rechtspraak.nl)