Corona virus, bedrijfsleven en overmacht. Hoe zit dat? Wie kan zich beroepen op overmacht en kan ik nog onder een deal uit?

Het Coronavirus is als een bom ingeslagen en beheerst naast het sociale leven steeds meer ook de zakelijke en daarmee de juridische wereld. Inmiddels zijn veel bedrijven genoodzaakt een beroep te doen op de door de overheid in het leven geroepen Noodmaatregel Overbrugging Werkbehoud (NOM) of zelfs gedwongen gesloten. Niet alleen de horeca en leisure, maar inmiddels sluiten ook andere ondernemingen (vrijwillig) hun deuren. Veel annuleringen vinden plaats, denk aan de reis- en entertainmentwereld, maar de gevolgen van de Corona crisis raken inmiddels ook de fusie en overnamemarkt. Er is veel onzekerheid en dat heeft een verlammende uitwerking op transacties en dealflow. Geplande verkooptrajecten worden on-hold gezet en overnames worden door kopers afgeblazen in afwachting van wat er komen gaat.

Als consument valt het misschien in eerste instantie nog mee, maar de klap komt als je ineens een rekening krijgt die je niet verwacht. Een dienst die je wel hebt betaald, of nog moet betalen maar niet krijgt geleverd. Denk aan de huiswerkles van je zoon of dochter. BSO, dure sportschoollessen, of de hondenopvang die geen honden aanneemt, maar wel de wekelijkse rekening stuurt.

Wat betekent dit alles in juridische zin? Welke rechten en plichten moeten door de consument en ondernemer in ogenschouw worden genomen?

Overmacht
Raadzaam is om allereerst te onderzoeken of je je kan beroepen op overmacht. Dat doe je door te kijken wat je met elkaar hebt afgesproken. Wat zeggen de contracten? De algemene voorwaarden? Bij een geslaagd beroep op overmacht ben je – voor de duur van de overmacht – als ondernemer af van de gemaakte afspraken en ook niet aansprakelijk voor de schade die de ander hierdoor heeft. Je kan dan als BSO- of huiswerkinstituut de gelden incasseren en de diensten netjes afzeggen en als overnemende partij een transactie on hold zetten zonder dat er schadeplichtigheid ontstaat.

Wat echter als je geen overmachtsclausule hebt opgenomen in je overeenkomst, LOI of algemene voorwaarden?

Of het Corona-virus overmacht kan opleveren hangt dus allereerst af van de aan-of afwezigheid van het contract of de algemene voorwaarden, maar ook van de dienstverlening. Verleen je diensten op het terrein (of in een gebouw) van horeca of onderwijs (verplichte sluiting) dan is dat wat anders dan als je vrijwillig de poort sluit en de dienstverlening neerlegt. In dat laatste geval zal je een stevige overmachtsclausule moeten hebben, rechtsgeldig overeengekomen door beide partijen, om daarop een geldig beroep te kunnen doen. Degene die dan met jou een overeenkomst is aangegaan heeft daarmee bewust het risico aanvaard dat situaties als deze voor zijn of haar risico komen. Dat is ook zo met een overmachtsbepaling in een letter of intent die je helpt om de deal on hold te zetten of te annuleren.

Wat heb je idealiter nodig?

In een goede overmachtsclausule staat veelal omschreven welke omstandigheden kwalificeren als overmacht en wat de gevolgen daarvan zijn. Dit is vrij contractenrecht en kan dus simpelweg worden afgesproken en opgeschreven (vaak in de zogenaamde kleine lettertjes). Wat we zien is dat hieronder vaak stakingen, grote overstromingen, natuurrampen of oorlogen, maar soms ook overheidsmaatregelen vallen. Maak je als ondernemer gebruik van een dergelijke overmachtsclausule, dan ben je dus ‘gedekt’. Dat lijkt ook het geval als sprake is van een meer algemene overmacht- clausule: “Overmacht ziet op alle van buiten komende oorzaken waarop de onderneming geen invloed heeft“. Hoewel het vandaag de dag nog geen uitgemaakte zaak is of pandemieën hieronder vallen lijkt dit voor Covid 19/ Corona zeker verdedigbaar; de omstandigheden zijn ernstig, onvoorzienbaar, globaal en hebben een invloed die zijn weerga niet kent en bovendien onvergelijkbaar is met enig andere omstandigheid in de afgelopen 50 jaar. Je zou als bedrijf dan je gewenste resultaat bereiken, denk aan verval van aansprakelijkheid; het recht de overeenkomst te mogen beëindigen, opschorting van verplichtingen, niet terugbetaling van diensten of anderszins.

Geen overmacht clausule.
Wat als er wél schriftelijke afspraken zijn gemaakt maar een expliciete overmachtsclausule ontbreekt? Of: je algemene voorwaarden zijn niet goed overeengekomen. Dan val je in een diep gat? Nee, je valt dan terug op de overmachtclausule in de wet (art. 6:75 BW). Gaan we uit van NL recht dan hangt de vraag of inderdaad sprake is van een rechtsgeldig beroep op wettelijk overmacht af van de specifieke omstandigheden van het geval. Dat zegt de wet. Klakkeloos je bedrijf sluiten en je klanten een mail sturen dat je niets voor hen kan betekenen, maar dat ze wel moeten betalen gaat een zware dobber worden. Je klanten gaan klagen en eisen nakoming of hun geld terug, een ontwikkeling die je nu al ziet bij kinderdagverblijven die geen kinderen kunnen aannemen. Hoe een rechter daarover gaat oordelen (zodra de rechtbanken en hoven weer open zijn) hangt dus af van de situatie. Daarbij gaan diverse zaken een rol spelen zoals de vraag of er andere manieren zijn om je dienst alsnog te verlenen (a). In het geval van BSO of huiswerkinstituten: kleinere klassen, gespreid les geven, eerder ophalen, minder contact, kleinere groepjes, online planningen maken, e-seminars etc. Naast meedenken over alternatieven en daarvoor je redelijke best doen zal je er ook alles aan moeten doen om de schade te beperken (b). Als de huiswerkles plaats vindt in een school en is de toegang daar gesloten, dan moet er een alternatief worden gezocht of met de verhuurder een regeling getroffen worden ter beperking van de schade van ouders. Met andere woorden; of een beroep op overmacht terecht is zal afhangen van a) wat je contractueel hebt afgesproken, b) welke alternatieven je kunt aanbieden en c) wat je daar als partij aan gedaan hebt om de schade te voorkomen of beperken.

Bij geslaagd beroep op de wettelijke overmachtsbepaling (art. 6:75 BW), is een tekortkoming in de nakoming (geen huiswerkles geven, geen huurgenot bieden) van een verplichting niet langer toerekenbaar. Als gevolg daarvan vervalt de aansprakelijkheid voor schade.

Zijn er nog ander verweren mogelijk?

Ja, naast een beroep op een overmachtsclausule, wordt vaak gegrepen naar een beroep op ‘onvoorziene omstandigheden’. Het moet daarbij gaan om omstandigheden die op het moment van sluiten van de overeenkomst onbekend was en die zodanig zwaar zijn dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid gelijke instandhouding van het contract objectief gezien niet verwacht kan worden. Dit verweer gaat niet snel op. Slechts bij hoge uitzondering kan een contract wegens onvoorziene omstandigheden worden herzien. Een voorbeeld waarbij het corona virus kwalificeert als een onvoorziene omstandigheid zal afhangen van alle specifieke  omstandigheden van het geval, maar kan in een procedure een tweede verweer zijn om je op te beroepen voor het geval een overmachtsclausule extra gewicht nodig heeft, je alles gedaan hebt op schade te voorkomen en je de rechter van je gelijk zou willen overtuigen. Ter vergelijking; een oorlog bijvoorbeeld en de kredietcrisis in 2008 zijn wel eens als omstandigheden genoemd waarop – in bijzondere gevallen – het ongewijzigd in stand laten van een (langdurig) contract waar bijv. geen dienst tegenover staat niet van een wederpartij gevraagd kan worden en een zekere risico-verdeling zou moeten worden besproken.

Tenslotte – en dat zien we nu veel in de fusie & overnamemarkt – speelt het leerstuk van afbreken van onderhandelingen. Een zeer boeiend speelveld wat veel rechtspraak oplevert. In hoeverre mag een partij die al maandenlang in een goede onderhandeling zit over levering van een partij goederen, de koop van een onderneming of de overname van een restaurant zomaar de onderhandelingen afbreken vanwege het corona virus? De rechtspraak van vóór het corona virus is daarin dat elke partij vrij is de onderhandelingen af te breken, tenzij dit op grond van het gerechtvaardigd vertrouwen van de wederpartij in het sluiten van de overeenkomst of in verband met de andere omstandigheden van het geval onaanvaardbaar zou zijn. Daarbij dient rekening te worden gehouden met de mate waarin en de wijze waarop de partij die de onderhandelingen afbreekt tot het ontstaan van dat vertrouwen heeft bijgedragen en met de gerechtvaardigde wederzijdse belangen. Bij contractsonderhandelingen kan er echter een moment zijn dat partijen aan elkaar gebonden zijn en terugtrekken uit de onderhandelingen onrechtmatig is. Hierbij kan van belang zijn of zich in de loop van de onderhandelingen (andere) onvoorziene omstandigheden hebben voorgedaan die toen geen blokkade waren voor dooronderhandelen. Indien onderhandelingen ondanks gewijzigde omstandigheden over een lange tijd steeds zijn voortgezet, dan duidt dat op vertrouwen dat het allemaal witte rook zou gaan opleveren en kan dat een schadevergoeding rechtvaardigen. In de praktijk van vandaag de dag zien we inderdaad veel onderhandelingen on hold gezet worden. De afbreker beroept zich daarbij veelal op overmacht en de onvoorziene Corona omstandigheid. De wederpartij eist dooronderhandeling. Partijen nemen hun positie in. Eén juridische lijn is daarin onmogelijk te trekken Aannemelijk is dat het gehele verloop van de  onderhandelingen en de specifieke omstandigheden tussen díe partijen het uiteindelijk rechtelijk oordeel zullen bepalen.  Feit is wel dat alle contracten, intentieverklaringen en termsheets na het corona tijdperk zich zullen kenmerken door stevige overmachtsclausules.