Ontbinding arbeidsovereenkomst verstoorde arbeidsverhouding

Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens verstoorde arbeidsverhouding voorzover vereist. Werkgeefster had onvoldoende reden om werkneemster haar functie te ontnemen. Ook het uitblijven van een reactie op brieven van werkgeefster tijdens ziekte van werkneemster rechtvaardigt geen ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Wel verstoorde arbeidsverhouding.

Wilt u meer weten wat wij als advocaat voor u of voor uw zaak kunnen betekenen? Of heeft u behoefte aan advies, hulp (rechtshulp) of bijstand door een advocaat met betrekking tot ontslag met betreking tot verstoorde arbeidsverhouding (verstoorde arbeidsrelatie? Mail dan uw vraag of bel tegen lokaal tarief 030 252 35 20 of – tot 22.00 uur – 030 252 35 20. Daarvoor brengen wij u vanzelfsprekend geen kosten in rekening.

Uitspraak

RECHTBANK ZWOLLE – LELYSTAD

sector kanton – locatie Deventer

zaaknummer   : 366192 HA VERZ 07-152
datum  : 11 oktober 2007

Beschikking op een verzoek tot voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst

de besloten vennootschap S&SB.V.,
gevestigd te Sliedrecht,
verzoekende partij,
gemachtigde mr. X,

tegen

[WERKNEMER],
wonende te [woonplaats],
verwerende partij,
gemachtigde mr. Y.

Het verloop van de procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
–  het verzoekschrift
–  het verweerschrift
–  de overgelegde producties.

De mondelinge behandeling is gehouden op 27 september 2007.
Verschenen zijn:
–  verzoekster, vertegenwoordigd door mr. X voornoemd;
–  verweerder, bijgestaan door mr.Y voornoemd.

Het geschil

Verzoekster (hierna: S&S) heeft verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen partijen, primair wegens een gewichtige reden, bestaande in een dringende reden in de zin der wet, en subsidiair wegens een verandering van omstandigheden van dien aard dat de
arbeidsovereenkomst dadelijk dan wel na korte tijd behoort te eindigen. Verweerder (hierna: [werknemer]) heeft het verzoek tegengesproken, primair verzocht om afwijzing en subsidiair om toekenning van een vergoeding in overeenstemming met de uitkomst van de kantonrechtersformule bij toepassing van correctiefactor 2.

De beoordeling

1.
Tussen partijen staat het volgende vast:
a.  [werknemer] is op [datum] bij S&Sin dienst getreden in de functie van ope-ration assistant.
b.  Zij is vanaf 18 januari 2005 werkzaam als baliecaptain in de vestiging te Deventer. Haar laatstverdiende salaris bedroeg € 1.899,09 bruto per maand, exclusief vakantietoeslag en emolumenten.
c.  In november 2005 heeft [werknemer] een auto-ongeluk gehad en zij is daardoor een bepaalde periode (eerst geheel en later gedeeltelijk) arbeidsongeschikt geraakt.
d.  Tijdens haar re-integratietraject heeft zij haar werkzaamheden als baliecaptain voortgezet.
e.  Op 17 maart 2007 is [werknemer] uit haar functie als baliecaptain gezet.
f.  Op 13 juli 2007 heeft [werknemer] zich ziek gemeld.
g.  Op 17 juli 2007 is [werknemer] ontslag op staande voet ontslagen.

2.
S&S voert het volgende, zakelijk weergegeven, aan.
Door de langdurige afwezigheid van [werknemer] heeft een andere medewerker de werk-zaamheden van [werknemer] overgenomen. Toen zij weer volledig arbeidsgeschikt werd verklaard heeft S&S aan [werknemer] eerst een andere functie – de oorspronkelijk overeengekomen functie van operation assistant – aangeboden en later, om haar tegemoet te komen, de functie van baliecaptain te Hoogeveen. Beide aanbiedingen heeft [werknemer] ten onrechte verworpen. Enige tijd later heeft zij zich ziek gemeld. Omdat zij op de vele pogingen met haar in contact te komen niet reageerde, is zij op staande voet ontslagen. Artikel 12 van het arbeidscontract en het bij dit contract behorende addendum bepalen onder meer dat [werk-nemer] tijdens ziekte voor haar werkgever en de Arbo-dienst bereikbaar moet zijn.
De weigering de passende functie te aanvaarden en de schending van de verplichting bereikbaar te zijn, leveren dringende redenen op. Uiterst subsidiair dient de ontbinding wegens gewijzigde omstandigheden plaats te vinden. Voor een vergoeding is geen plaats.

3.
[werknemer] heeft, kort samengevat, het volgende aangevoerd.
Zij was begin 2006 alweer 31 uren per week aan het werk en wel in haar functie van balie-captain te Deventer. Die werkzaamheden van baliecaptain heeft zij voortgezet tot 16 maart 2007 toen zij plotseling, en zonder goede grond, uit die functie werd gezet, hoewel zij die functie altijd tot volle tevredenheid van haar werkgever had vervuld. De functie van balie-captain te Hoogeveen was niet acceptabel, alleen al vanwege de lange reistijd gerekend vanaf haar woonplaats Almelo. Door de mede hierdoor toegenomen spanningen in haar relatie met haar direct leidinggevende, de heer H. heeft zij zich ziek gemeld. Op advies van haar behandelend psycholoog heeft zij de contacten met S&S afgehouden. Mede op grond van het arrest Vixia/Gerrits (HR 4 oktober 2004) is het ontslag op staande voet ten onrechte gegeven. In geval van ontbinding is een vergoeding als verzocht billijk.

4.
De kantonrechter oordeelt in het geschil als volgt.
Het verzoek tot voorwaardelijke ontbinding dient te worden toegewezen, nu uit de
wederzijdse standpunten van partijen volgt dat de onderlinge verhoudingen zodanig zijn verstoord dat een vruchtbare samenwerking niet langer haalbaar is. Dit berust op de volgende
overwegingen.

5.
De kantonrechter deelt niet het standpunt van S&S dat [werknemer] (in redelijkheid) meerdere verwijten kunnen worden gemaakt. Vaststaat dat [werknemer], behoudens een onderbreking in de periode november 2005 (in welke maand het auto-ongeval plaatsvond) tot februari 2006, vanaf 18 januari 2005 tot 16 maart 2007, dus ruim twee jaren, als baliecaptain te Deventer werkzaam is geweest. In februari 2006 werkte [werknemer] alweer 31 van de 37 uren per week. Van de kant van S&Sis geen enkele, ook maar enigszins begrijpelijke en aanvaardbare reden opgegeven waarom [werknemer] op 16 maart 2007 uit die functie moest worden gezet. Blijkens de overgelegde “Waardering Balie Performance”van 18 januari 2005 functioneerde zij als baliecaptain goed en gesteld noch gebleken is dat daarin nadien een verslechtering is opgetreden.

6.
Dat [werknemer] zich vanaf haar eerste ziektedag op 13 juli 2007 voor S&S on-bereikbaar heeft gehouden is in het licht van de sterk toegenomen, met name door het gedrag van Seats en Sofas veroorzaakte, spanningen tussen partijen begrijpelijk. Zij heeft op 12 en 13 juli 2007 wel contact met de bedrijfsarts opgenomen en heeft zich in zoverre niet aan haar verplichtingen in geval van ziekte onttrokken. [werknemer] heeft zich terecht beroepen op het hiervoor genoemde arrest van de Hoge Raad uit welk arrest volgt dat het niet nakomen van controlevoorschriften tot looninhouding kan leiden en pas in geval van bijkomende omstan-digheden tot een beëindiging van het dienstverband. S&S heeft, toen het haar niet lukte per telefoon met [werknemer] in contact te komen, zelfs niet de moeite genomen [werknemer] per brief te wijzen op haar uit artikel 12 van de arbeidsovereenkomst en het addendum voortvloeiende verplichtingen. Ook is gesteld noch gebleken dat zij eerst contact met de Arbo-arts heeft gezocht alvorens haar conclusies te trekken. Integendeel, vier dagen na de ziekmelding en zes vergeefse telefonische pogingen met [werknemer] in contact te komen, volgde al het ontslag op staande voet. Van bijkomende omstandigheden is in het geheel niet gebleken. Uit hetgeen hierboven is overwogen volgt dat [werknemer] met recht aanspraak bleef maken op haar functie van baliecaptain te Deventer. Het verwijt dat S&S haar op dit punt maakt is onterecht.

7.
Nu de verstoorde verhoudingen die tot de ontbinding leiden geheel aan S&S zijn te wijten en zij [werknemer] ten onrechte uit haar functie heeft ontheven is een vergoeding gebaseerd op factor C=1,8 billijk. De kantonrechter gaat uit van 6 dienstjaren en een maandsalaris van € 1.899,09 zodat de vergoeding uitkomt op (afgerond) € 22.150,00 bruto.
[werknemer] heeft ter zitting de door haar verzochte vergoeding ad € 20.519,17 – gebaseerd op 5 dienstjaren – verhoogd tot een vergoeding gebaseerd op 6 dienstjaren.

8.
De kantonrechter heeft zich ervan vergewist dat het verzoek geen verband houdt met een
opzegverbod.

9.
In de omstandigheden van het geval vindt de kantonrechter aanleiding om de proceskosten te compenseren, behoudens in het geval S&Shaar verzoek alsnog intrekt, in welk geval zij met die kosten zal worden belast.

De beslissing

De kantonrechter:

–  stelt partijen in kennis van zijn voornemen de arbeidsovereenkomst te ontbinden, tenminste voorzover die overeenkomst nog mocht bestaan, en wel ingaande 26 oktober 2007 en onder toekenning aan [werknemer] ten laste van S&S van een vergoeding van € 22.150,00 bruto;

–  stelt S&Sin de gelegenheid het verzoek in te trekken uiterlijk 25 oktober 2007 door middel van een schriftelijke verklaring ter griffie van de sector kanton, onder onverwijlde mededeling daarvan aan de wederpartij;

voor het geval S&S het verzoek niet intrekt:

–  ontbindt de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst, indien en voorzover die nog mocht bestaan, en bepaalt dat deze in dat geval eindigt op 26 oktober 2007 onder toekenning aan [werknemer] ten laste van S&Svan een vergoeding van € 22.150,00 bruto en veroordeelt S&Stot betaling van dat bedrag aan [werknemer] tegen bewijs van kwijting, met dien verstande dat de vergoeding op grond van deze beschikking eerst opeisbaar is indien en zodra een vonnis, uitvoerbaar bij voorraad dan wel onherroepelijk, is gewezen waaruit volgt dat de arbeidsovereenkomst niet door het ontslag op staande voet is geëindigd;

–  compenseert de kosten van het geding in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;

voor het geval S&S het verzoek intrekt:

–  veroordeelt S&Sin de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van [werknemer] vastgesteld op € 400,00 voor salaris gemachtigde.

(bron:www.rechtspraak.nl)