Aansprakelijkheid uitgetreden vennoot bij huurachterstand

Casus:

Een vennootschap onder firma sluit een huurovereenkomst voor een winkelruimte. Na het sluiten van de overeenkomst treden de oorspronkelijke vennoten uit de VOF en wordt de vennootschap voortgezet door de zonen van de uitgetreden vennoten. Op een gegeven moment ontstaat er een huurachterstand en start de verhuurder een procedure tot ontbinding van de huurovereenkomst, ontruiming van het gehuurde en betaling van de huurpenningen. Saillant detail: de verhuurder stelt de betalingsvorderingen tevens tegen de uitgetreden vennoten in.

In de procedure stellen de uitgetreden vennoten niet aansprakelijk te zijn omdat zij niet langer vennoot zijn in de VOF. Uiteindelijk buigt het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden zich over de zaak.

Het Hof oordeelt dat de vennoten hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de nakoming van de verplichtingen van de VOF, ook nadat zij zijn uitgetreden ex art. 18 Wetboek van Koophandel. Dit is inmiddels vaste rechtspraak.

De rechtvaardiging voor dit oordeel wordt gezocht in de omstandigheden dat de hoofdelijke aansprakelijkheid van belang kan zijn geweest voor de verhuurder om de huurovereenkomst aan te gaan, alsmede dat de verhuurder geen invloed kan uitoefenen op een eventuele uittreding van een vennoot.

Wil de uittredende vennoot zijn hoofdelijke aansprakelijkheid laten eindigen, dan zal hij bij het aangaan van de huurovereenkomst of ten tijde van het uittreden daar een regeling over moeten treffen met de verhuurder. Goed juridisch advies is dan geboden.