Op staande voet ontslagen – ontslag op staande voet (1) | Ontslag advocaat

In de uitspraak die hier wordt besproken draait om twee medewerksters die om staande voet zijn ontslagen vanwege een onderlinge vecht partij. Nadat een van deze medewerksters in de kantine een obsceen gebaar had gemaakt naar de andere medewerkster ontstaat een vechtpartij tussen hen. De twee worden op staande voet ontslagen. De kantonrechter is van oordeel dat een nimmer gewaarschuwde medewerkster met een dienstverband van 18 jaar niet over een kam kan worden geschoren met de andere vechtende medewerker, die een dienstverband had van twee jaar en daarin reeds eerder voor het maken van obscene gebaren is gewaarschuwd. Een berisping of een andere minder ver gaande maatregel had in het geval van deze medewerkster meer voor de hand gelegen dan een ontslag op staande voet. Gelet op de relatief korte tijd die sedert het ontslag op staande voet is verstreken, is de kantonrechter van oordeel dat het mogelijk moet zijn medewerkster weer aan het werk te stellen. Dat collega’s van medewerkster niet meer met haar zouden willen werken is op geen enkele manier aannemelijk geworden.

Bent u op staande voet ontslagen? Of dreigt ontlag? Wij zijn specialist in arbeidsrecht en ontslagrecht en hebben op het terrein van ontslag op staande voet de nodige ervaring en deskundigheid. Voor vragen, direct juridisch advies, hulp of rechtsbijstand op het terrein van ontslag wegens reorganisatie belt u nu 030 252 35 20 of – tegen lokaal tarief tot 22.00 uur tarief –  030 252 35 20. Dit gaat snel en u krijgt direct een van onze advocaten aan de telefoon. Daarvoor Een eerste telefonisch advies is altijd kosteloos.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
sector kanton, locatie Haarlem

zaaknummer: 274449
datum uitspraak: 30 juni 2005

Beschikking ontbinding arbeidsovereenkomst

in de zaak van:

de besloten vennootschap ABC B.V.,
te Haarlem,
verzoekster,
hierna: ABC,
gemachtigde mr. X,

–tegen–

[verweerster],
te [woonplaats],
verweerster,
hierna: [verweerster],
gemachtigde mr. Y.

1. De procedure

1.1 Op 24 mei 2005 is ter griffie een verzoekschrift ontvangen van ABC, strekkende tot ontbinding van de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst, voor het geval mocht blijken dat deze niet reeds is geëindigd. [verweerster] heeft een verweerschrift ingediend.

1.2 De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op 23 juni 2005. Op deze zitting hebben partijen hun standpunt nader toegelicht. De gemachtigde van ABC heeft pleitnotities overgelegd. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van hetgeen ter zitting is verhandeld.

1.3 Beide partijen hebben producties in het geding gebracht.

1.4 De inhoud van de stukken dient als hier ingelast te worden beschouwd.

2. De feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende betwist en/of op grond van de onweersproken inhoud van de overgelegde producties, staat tussen partijen het volgende vast:
a. [verweerster] is 39 jaar oud. Zij is sedert 1 juni 1987 bij ABC in dienst op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De huidige functie van [verweerster] is administratief medewerkster D tegen een salaris van thans €1.721,52 bruto per maand, exclusief emolumenten.
b. Binnen ABC is een beleid ontwikkeld ten aanzien van de omgangsvormen die werknemers onderling in acht moeten nemen. In het kader van dat beleid is een Klachtenprocedure Ongewenste Omgangsvormen opgesteld.
c. Die Klachtenprocedure Ongewenste Omgangsvormen bevat onder meer de volgende mogelijke maatregelen bij gegrond bevinding van een klacht:
– schriftelijke berisping
– schriftelijke berisping met daaraan verbonden gevolgen voor de beoordeling
– een eenmalige stopzetting van de periodieke verhoging
– een tijdelijke schorsing
– overplaatsing
– ontslag.
d. Op 28 april 2005 heeft in het bedrijfsrestaurant van ABC een incident plaatsgevonden tussen [verweerster] en een andere werknemer van ABC, te weten: [medewerker].
e. [verweerster] heeft toen naar [medewerker] haar middelvinger opgestoken waarna beiden over en weer met koffie hebben gegooid. Over wat er precies is voorgevallen, met name over de vraag wie van beiden fysiek geweld heeft gebruikt, lopen de verklaringen van beiden en van de getuigen uiteen.
f. Bij brief van 29 april 2005 heeft ABC aan [verweerster] meegedeeld dat zij met ingang van 29 april 2005 tot en met 2 mei 2005 geschorst was en haar werkzaamheden niet mocht verrichten.
g. Vervolgens heeft ABC [verweerster] met ingang van 3 mei 2005 op staande voet ontslagen en dit haar bij brief van gelijke datum meegedeeld.
h. [medewerker] is eveneens op staande voet ontslagen. In het kader van een afzonderlijke procedure hebben ABC en [medewerker] een regeling getroffen ter beëindiging van de arbeidsovereenkomst. [medewerker] was ongeveer twee jaar in dienst bij ABC en was eerder, te weten: in november 2004, mondeling gewaarschuwd wegens het maken van obscene gebaren.

3. Het verzoek

ABC verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst, voor het geval het ontslag op staande voet nietig wordt verklaard en het dienstverband tussen partijen nog mocht blijken te bestaan. ABC baseert het verzoek primair op een dringende reden en subsidiair op veranderingen in de omstandigheden.

4. Het verweer

[verweerster] concludeert primair tot afwijzing van het verzoek. Voor het geval de arbeidsovereenkomst toch wordt ontbonden, verzoekt [verweerster] om toekenning van een vergoeding van €41.830,99 bruto.

5. De beoordeling van het verzoek

5.1 De kantonrechter heeft zich ervan vergewist of het verzoek verband houdt met het bestaan van een opzegverbod als bedoeld in artikel 7:685 lid 1 BW. Daarvan is in dit geval geen sprake.

5.2 Omtrent de vraag of zich gewichtige redenen voordoen die tot een ontbinding van de arbeidsovereenkomst moeten leiden, wordt het volgende overwogen.
De kantonrechter stelt voorop dat ABC niet hoeft te dulden dat werknemers zich gedragen zoals [verweerster] en [medewerker] dit hebben gedaan in het bedrijfsrestaurant op 28 april 2005. ABC stelt zich daarom terecht op het standpunt dat zij daartegen moet optreden.
Met [verweerster] is de kantonrechter evenwel van oordeel dat, indien het ontslag op staande voet rechtens ongeldig is, ontbinding van de arbeidsovereenkomst ten opzichte van [verweerster] een te ingrijpend middel is om duidelijk te maken dat het ten toon gespreide gedrag onacceptabel is. Gesteld noch gebleken is dat [verweerster] gedurende het dienstverband van 18 jaar eerder voor dergelijk gedrag is gewaarschuwd. Dat was bij [medewerker] wel het geval. [verweerster] en [medewerker] kunnen daarom niet over één kam worden geschoren. Een berisping of een andere minder ver gaande maatsregel die de Klachtenprocedure noemt had in het geval van [verweerster] meer voor de hand gelegen dan een ontslag op staande voet. Indien deze maatregel binnen het bedrijf van ABC kenbaar zou worden gemaakt, kan hetzelfde doel worden bereikt als met een ontslag, te weten: dat het de werknemers bij ABC duidelijk moet zijn dat tegen gedrag als waarvan hier sprake is wordt opgetreden. Gelet op de relatief korte tijd die sedert het ontslag op staande voet is verstreken, is de kantonrechter van oordeel dat het mogelijk moet zijn [verweerster] weer aan het werk te stellen. Dat collega’s van [verweerster] niet meer met haar zouden willen werken is op geen enkele manier aannemelijk geworden.

5.3 Al het voorgaande in aanmerking nemende komt de kantonrechter tot de conclusie dat thans geen, althans onvoldoende gewichtige redenen bestaan om de arbeidsovereenkomst te ontbinden, zodat het verzoek zal worden afgewezen.

5.4 Gezien de aard van de procedure worden de kosten tussen partijen gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

6. De beslissing

De kantonrechter:

Wijst het verzoek af.

Bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt.

(bron: www.rechtspraak.nl)

Mocht u omtrent ontlag op staande voet dan wel omtrent andere arbeidsrechtelijke onderwerpen verdere vragen hebben, of behoefte hebben aan advies en ondersteuning (hulp),  kunt u altijd kosteloos contact opnemen met ons advocatenkantoor. Bel ons nu tegen op 030 252 35 20 – of tegen lokaal tarief tot 22.00 uur – op 030 252 35 20. Een eerste telefonisch advies is altijd kosteloos.

Wilt u ons bezoeken kan dat ook. Onze kantoor adressen zijn de volgende:

ATM Ontslag Advocaten Utrecht:

Stadion Galgenwaard, Herculesplein 213, Utrecht
T: 030 252 35 20
F: 030 251 27 41

ATM Ontslag Advocaten Dordrecht:

Johan de Wittstraat 39, Dordrecht
T: (078) 614 87 56
F: (078) 613 31 73

ATM Ontslag Advocaten Den Bosch:

Victorialaan 15, ‘s-Hertogenbosch
T: 073 750 66 80
F: 073 750 66 82