Advocaat reorganisatie

Ontbinding arbeidsovereenkomst. Kantonrechter wijst verzochte ontbinding(en) af, omdat werkgever de omvang van de reorganisatie en de juistheid van de toepassing daarbij van het afspiegelingsbeginsel onvoldoende heeft onderbouwd.

Wilt u meer weten wat wij als advocaat voor u of voor uw zaak kunnen betekenen? Mail dan uw vraag of bel tegen lokaal tarief 030 252 35 20 of – tot 22.oo uur – 030 252 35 20. Daarvoor brengen wij u vanzelfsprekend geen kosten in rekening.

RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector kanton

Locatie Leeuwarden

zaak-/rolnummer: 195910 \ VZ VERZ 06-289

beschikking van de kantonrechter d.d. 27 juni 2006

inzake

de besloten vennootschap Oostwoud International B.V.,
hierna te noemen: Oostwoud,
gevestigd te Franeker,
verzoekster,
gemachtigde: mr. X,

tegen

[werknemer],
hierna te noemen: [werknemer],
wonende te [woonplaats],
verweerder.
gemachtigde: mr. Y.

Het procesverloop
Oostwoud heeft bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 12 mei 2006, verzocht de tussen haar en [werknemer] bestaande arbeidsovereenkomst te ontbinden op grond van gewichtige redenen in de zin van artikel 7: 685 BW.

Het verweerschrift van [werknemer] is binnengekomen op 8 juni 2006.

De behandeling ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 13 juni 2006.

Motivering
1.  [werknemer], die geboren is op 14 november 1957, is sedert 3 maart 1980 in dienst bij Oostwoud, laatstelijk in de functie van Fluxlasser/Argon Arc-lasser, tegen een bruto salaris van € 2.148,00 per maand, exclusief 8% vakantietoeslag.

2.  Oostwoud heeft gesteld dat ten gevolge van een reorganisatie diverse functies zijn komen te vervallen, waaronder de functie van [werknemer]. Oostwoud heeft een reorganisatienota opgesteld die zij in het bezit heeft gesteld van haar werknemersvertegenwoordiging. Met CNV Bedrijvenbond en FNV Bondgenoten is op 20 april 2006 overeenstemming bereikt over het Sociaal Plan, dat na aanmelding bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werk-gelegenheid de status heeft van een CAO. In verband met aanstaande wijzigingen van het WW-regime zijn in het Sociaal Plan de opzegtermijnen verkort. Ter bepaling van de arbeidsplaatsen die dienen te vervallen is door Oostwoud het afspiegelingsbeginsel gehanteerd per groep uitwisselbare functies, met als peildatum 31 mei 2006, waarbij zoveel mogelijk is aangesloten bij het bepaalde in het Ontslagbesluit.
Op grond van deze omstandigheden verzoekt Oostwoud de arbeidsovereenkomst te ontbinden met ingang van 1 september 2006, waarbij zij een fictieve opzegtermijn van drie maanden in acht heeft genomen. Oostwoud is bereid aan [werknemer] een vergoeding te betalen conform het Sociaal Plan, hetgeen neerkomt op toepassing van de kantonrechtersformule waarbij de correctiefactor c op 0,5 wordt gesteld, ofwel € 35.281,00 bruto.
Daarnaast is Oostwoud bereid, eveneens conform het Sociaal Plan, om indien de kantonrechter de arbeidsovereenkomst mocht ontbinden aan [werknemer] een bedrag van € 250,00 exclusief BTW te betalen, als tegemoetkoming in de kosten van rechtsbijstand.

3.  [werknemer] heeft verweer gevoerd. [werknemer] stelt -samengevat- dat Oostwoud 18 ontbindingsverzoeken heeft ingediend en dat de beoordeling van de bedrijfseconomische noodzaak om de arbeidsovereenkomst met zoveel werknemers te beëindigen beter door de CWI kan gebeuren, welke instantie ook beter is toegerust dan de kantonrechter om te beoordelen of het afspiegelingsbeginsel op juiste wijze is toegepast. [werknemer] verbindt hieraan de conclusie dat het verzoek dient te worden afgewezen. [werknemer] heeft zijn verweer uitvoerig gemotiveerd en de kantonrechter zal daarop -voor zover nodig- bij de beoordeling van het verzoek terugkomen.

4.  De kantonrechter heeft zich ervan vergewist dat het verzoek geen verband houdt met het bestaan van een opzegverbod.

5.  De kantonrechter overweegt dat Oostwoud in totaal 18 ontbindingsverzoeken heeft ingediend. In vier gevallen is de arbeidsovereenkomst inmiddels ontbonden. De overige 14 verzoeken, waaronder het onderhavige verzoek, zijn gelijktijdig behandeld. Voor al deze verzoeken geldt dat ze zullen worden afgewezen omdat -kort gezegd en hieronder nog nader toegelicht- door Oostwoud de omvang van de reorganisatie en de juistheid van de toepassing daarbij van het afspiegelingsbeginsel onvoldoende is onderbouwd. Gelet hierop behoeft al hetgeen is aangevoerd met betrekking tot de persoonlijke omstandigheden van de verschillende werknemers thans geen bespreking.

6.  Ter onderbouwing van de bedrijfseconomische noodzaak heeft Oostwoud een reorganisatienota overgelegd, in de conclusies waarvan sprake is van het vervallen van 18 arbeidsplaatsen. Niet is gebleken dat deze reorganisatienota de instemming heeft gekregen van de bij de reorganisatie betrokken vakverenigingen. Uit het met die vakverenigingen afgesloten Sociaal Plan blijkt weliswaar dat de bedrijfseconomische noodzaak van de voorgestelde aanpassing van de personeelsorganisatie door alle partijen wordt onderschreven, maar dat over de omvang van die aanpassing tussen die partijen geen overeenstemming is bereikt. Door Oostwoud zijn geen andere stukken overgelegd waaruit de voorgestelde omvang van de uit bedrijfseconomisch oogpunt noodzakelijke aanpassing zou kunnen blijken. De kantonrechter komt derhalve tot de conclusie dat de noodzaak voor Oostwoud om te reorganiseren voldoende aannemelijk is geworden, maar de mate waarin dat dient te gebeuren niet.

7.  Zolang niet vaststaat hoeveel (en dus ook welke) arbeidsplaatsen als gevolg van de reorganisatie dienen te vervallen, kan niet met toepassing van het afspiegelingsbeginsel worden vastgesteld van welke werknemers de arbeidsplaats komt te vervallen. Gelet hierop kan niet gezegd worden dat voldoende aannemelijk is geworden dat de arbeidsplaats van [werknemer] als gevolg van een uit bedrijfseconomisch oogpunt noodzakelijk geachte reorganisatie komt te vervallen, zodat het ontbindingsverzoek, dat niet (mede) op een andere grond is gebaseerd, dient te worden afgewezen.
Ten overvloede overweegt de kantonrechter nog dat hij in de omstandigheden van het geval geen aanleiding vindt om het ontbindingsverzoek niet te beoordelen en om de beoordeling van de gronden waarop het verzoek berust over te laten aan de CWI. Wel zal de kantonrechter bij de beoordeling van de wijze waarop het afspiegelingsbeginsel is toegepast in beginsel het door de CWI ontwikkelde stappenplan, zoals beschreven in de Handleiding afspiegeling algemeen, hanteren. Dit betekent dat ontbindingsverzoeken die (mede) gebaseerd zijn op het afspiegelingsbeginsel, vergezeld dienen te zijn van tenminste de in bedoelde handleiding genoemde gegevens. Het onderhavige verzoek voldoet niet aan dit criterium en de wel overgelegde gegevens hebben vooralsnog onvoldoende aannemelijk gemaakt dat het afspiegelingsbeginsel in alle gevallen door Oostwoud juist is toegepast. In het bijzonder is onvoldoende duidelijk geworden welke functies al dan niet met elkaar uitwisselbaar zijn.

8.  De kantonrechter acht termen aanwezig om de proceskosten tussen partijen te compenseren. Weliswaar heeft Oostwoud conform het Sociaal Plan een tegemoetkoming in de kosten van rechtsbijstand aangeboden, maar uit de tekst van het Sociaal Plan volgt dat dit aanbod alleen geldt in geval van ontbinding van de arbeidsovereenkomst, welke situatie zich thans niet voordoet.

Beslissing
De kantonrechter:

wijst het verzoek af;

compenseert de proceskosten zodanig dat iedere partij de eigen kosten draagt.

Aldus gegeven te Leeuwarden en in het openbaar uitgesproken op 27 juni 2006 door mr. P. Schulting, kantonrechter, in tegenwoordigheid van de griffier.

(bron: www.rechtspraak.nl)