Salaris recht op uitbetaling salaris | ontslag en arbeidsrecht advocaat

Werknemer moet om aanspraak te kunnen maken op uitbetaling van salaris (recht op loonbetaling) bereid zijn om de overeengekomen arbeid te verrichten. De bewijslast van die bereidheid berust bij de werknemer. Maar in het geval de werknemer ondubbelzinnig heeft aangeboden zijn werkzaamheden te verrichten, rust de bewijslast van het ontbreken van de daadwerkelijke bereidheid op de werkgever. In deze zaak is het Gerechtshof tot het oordeel gekomen dat loonvordering strandt omdat werknemer niet bereid was de bedongen werkzaamheden te verrichten. Kort geding vonnis.

Hebt u over het recht op loonbetaling (uitbetaling salaris) vragen of behoefte aan direct advies of rechtsbijstand, kunt u altijd direct en kosteloos contact opnemen met ons advocatenkantoor. Dit gaat snel en u krijgt direct een van onze arbeidsrecht advocaten aan de telefoon. Wij zijn specialist in arbeidsrecht en ontslagrecht. Bel ons nu op 030 252 35 20 – of tot 22.00 uur tegen lokaal tarief – op 030 252 35 20. Daarvoor brengen wij u vanzelfsprekend geen kosten in rekening. Een eerste telefonisch advies is altijd kosteloos.

Uitspraak

KG C0600030/HE

ARREST VAN HET GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH,
achtste kamer, van 19 december 2006 (kort geding),
gewezen in de zaak van:

ABC EVENTS B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
appellante in principaal appel bij exploot van dagvaarding van 21 december 2005,
geïntimeerde in incidenteel appel,
procureur: mr. X,

tegen:

[X.],
wonende te [woonplaats],
geïntimeerde bij gemeld exploot,
appellant in incidenteel appel,
procureur: mr. Y.

op het hoger beroep tegen het door de rechtbank ’s-Hertogenbosch, sector kanton, locatie ’s-Hertogenbosch bij voorlopige voorziening gewezen vonnis van 30 november 2005 tussen appellante als gedaagde in conventie en eiseres in reconventie (hierna: ABC Events) en geïntimeerde als eiser in conventie en verweerder in reconventie (hierna: [X.]).

1. Het geding in eerste aanleg (zaaknr. 423098 en rolnr. 8430-05)

Voor het verloop van het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van het vonnis waarvan beroep.

2. Het verloop van het geding in hoger beroep

2.1. Bij memorie van grieven heeft ABC Events drie grieven aangevoerd en geconcludeerd tot vernietiging van het vonnis waarvan beroep en, opnieuw rechtdoende, tot het alsnog afwijzen van de vorderingen van [X.] met diens veroordeling in de kosten van beide instanties.

2.2. [X.] heeft verweer gevoerd. Zijnerzijds heeft hij incidenteel appel ingesteld en daartoe vier grieven aangevoerd en geconcludeerd in het principaal appel tot bekrachtiging van het vonnis waarvan beroep en in het incidenteel appel tot vernietiging van dat vonnis en ABC Events alsnog te veroordelen tot betaling van loon over de periode 1 augustus 2005 tot 4 oktober 2005 en vakantiebijslag van 8% over de periode 1 juni 2005 tot 16 december 2005, beide vorderingen vermeerderd met de wettelijke verhoging en met veroordeling van ABC Events in de kosten van beide instanties.

2.3. ABC Events heeft verweer gevoerd in het incidenteel appel.

2.4. Partijen hebben hun zaak doen bepleiten ter terechtzitting van het hof van 1 november 2006. Zij hebben vervolgens de gedingstukken aan het hof overgelegd en uitspraak gevraagd.

3. De gronden van het hoger beroep

Voor de gronden van het hoger beroep verwijst het hof naar de inhoud van de memories van grieven.

4. De beoordeling

in het principaal en het incidenteel appel:

4.1. Het gaat in dit hoger beroep om het volgende.

4.1.1. ABC Events is begin 2004 opgericht en richt zich onder meer op het organiseren van dansevenementen voor jongeren. Enig aandeelhouder en bestuurder van ABC Events is [Y.]B.V.. Enig aandeelhouder en bestuurder van [Y.]B.V. is de heer [A,].

4.1.2. [X.], geboren op [geboortejaar], is op 1 juni 2005 bij ABC Events in dienst geabceden als manager Graphic & Design. Tussen partijen is in juli 2005 een conflict over de inhoud van het werk ontstaan. De arbeidsovereenkomst is op verzoek van ABC Events voorwaardelijk ontbonden per 16 december 2005 bij beschikking van de kantonrechter ’s-Hertogenbosch van 30 november 2005, met toekenning van een vergoeding van € 4.500,– netto aan [X.].

4.1.3. In geschil is de financiële afwikkeling van de arbeidsrelatie.

4.2. [X.] heeft in eerste aanleg in conventie, na vermeerdering van eis, loon gevorderd vanaf juli 2005 vermeerderd met vakantietoeslag, een telefoonkostenvergoeding, wettelijke verhoging, wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten, alsmede afgifte van salarisspecificaties en veroordeling van ABC Events in de kosten van het geding. ABC Events heeft in conventie verweer gevoerd en harerzijds in reconventie gevorderd de veroordeling – onder verbeurte van een dwangsom – van [X.] tot teruggave van een flatscreen plasma scherm, een HP palm top, een portable harddisk, een kantoorsleutel en een managementboek over tijdbeheersing. De kantonrechter heeft bij vonnis waarvan beroep, rechtdoende in kort geding, in conventie ABC Events veroordeeld tot betaling aan [X.] van € 1.400,– netto loon per maand vanaf 4 oktober 2005 en vervolgens € 2.800,– netto per maand vanaf 25 november 2005 totdat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zal zijn geëindigd, alsmede ABC Events veroordeeld tot afgifte aan [X.] van deugdelijke salarisspecificaties, de overige vorderingen heeft de kantonrechter afgewezen en de proceskosten tussen partijen gecompenseerd. In reconventie heeft de kantonrechter de vorderingen van ABC Events afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten.

4.3. Gelet op de aard van de (loon)vordering gaat het hof uit van het spoedeisend karakter daarvan. In deze kortgeding- procedure moet aan de hand van de door partijen gepresenteerde feiten zonder nader onderzoek beoordeeld worden of de vorderingen in een bodemprocedure zodanige kans van slagen hebben dat – daarop vooruitlopend – toewijzing van die vorderingen reeds nu gerechtvaardigd is.
Het hof stelt vast dat [X.] in het incidenteel appel zijn eis heeft verminderd: waar hij in eerste aanleg loon vordert vanaf juli 2005, vordert hij in hoger beroep zijn loon vanaf augustus 2005.

voorts in het principaal appel:

loonvordering vanaf 4 oktober 2005 tot 16 december 2005

4.4. Grief 1 richt zich tegen rechtsoverweging 3.4.2. van het vonnis waarvan beroep, waarin is overwogen dat ABC Events in de hiervoor genoemde periode gehouden is tot loonbetaling gelet op de bereidheid van [X.] vanaf die datum arbeid te verrichten. ABC Events komt op tegen het oordeel dat zij vanaf 4 oktober 2005 loon aan [X.] is verschuldigd omdat [X.] zich bij brief van 4 oktober 2005 beschikbaar heeft gesteld voor het verrichten van werkzaamheden.
Ter toelichting op de grief voert ABC Events aan dat [X.] zich uitsluitend formeel beschikbaar heeft gesteld voor werk zonder de bedoeling te hebben gehad daaraan gevolg te geven. Naar aanleiding van de brief van 4 oktober 2005 heeft de directeur van ABC Events, de heer [A.],
op 13 oktober 2005 persoonlijk met [X.] gesproken in bijzijn van de heer [Z.], medewerker van ABC Events. [A.] heeft [X.] opgeroepen te komen werken, maar [X.] is daar niet op ingegaan. Bij e-mail van 20 oktober 2005 heeft ABC Events aan [X.] bericht: “Zoals ik al vorige week tegen je zei zou ik graag willen dat je op kantoor verschijnt om werkzaamheden te verrichten. Tot op heden heb je daar geen gehoor aan gegeven. Daarom wederom een oproep om te komen werken.” [X.] heeft op deze e-mail niet gereageerd en is niet op het werk verschenen. Op 28 oktober 2005 heeft [A.] [X.] thuis een bezoek gebracht en hem wederom verzocht te komen werken. [X.] heeft aangegeven geen behoefte te hebben te komen werken. Na afloop van de behandeling in kort geding op 16 november 2005 stelt [A.] de oproep aan [X.] om te komen werken te hebben herhaald. Na de ontbindingsbeschikking van 30 november 2005 heeft ABC Events haar oproep bij e-mail van 7 december 2005 herhaald met de woorden: “..tevens kunnen werkzaamheden verrichten voor [C.] (…)”
De raadsman van ABC Events heeft bij brief van 14 december 2005 [X.] gewezen op de herhaaldelijke oproepen van ABC Events en aangegeven dat [X.] geen recht heeft op loon. [X.] heeft op deze brief niet gereageerd. Op grond van het voorgaande heeft [X.] geen recht op loon vanaf 4 oktober 2005, aldus ABC Events.

4.5. [X.] betwist dat ABC Events werkelijk de intentie had om hem zijn werkzaamheden te laten verrichten. Hij wijst op zijn e-mail van 15 augustus 2005 waarin hij aangeeft de sleutel, harddisk en het boek zo spoedig mogelijk aangetekend op te zullen sturen. Daaruit blijkt dat ABC Events [X.] niet wilde toelaten tot het werk en hem zelfs niet wilde zien. [X.] betwist dat op 13 oktober 2005 een gesprek tussen partijen heeft plaatsgevonden in bijzijn van de heer [Z.], die een vriend is van [A.]. Evenmin heeft [A.] [X.] op 28 oktober en/of op 16 november verzocht te komen werken. De e-mail van 20 oktober 2005 stelt [X.] niet te hebben ontvangen. De e-mail van 7 december 2005 heeft hij wel ontvangen, maar toen was al bekend dat de arbeidsovereenkomst op 16 december 2005 zou eindigen en bovendien laat ABC Events in die e-mail van 2005 een keuzemogelijkheid aan [X.] met de woorden: “Indien je dit wilt…”..
Subsidiair stelt [X.] dat hij op grond van art. 7:628 BW recht op loon heeft over de periode 4 oktober tot 16 december 2005. [X.] verwijst naar het arrest van de Hoge Raad van 19 december 2003 (JAR 2004,14) waarin de Hoge Raad heeft uitgemaakt dat voor het geval de werknemer de arbeid niet heeft verricht, als uitgangspunt geldt dat hij bereid moet zijn geweest de bedongen arbeid te verrichten, maar anderzijds niet is uitgesloten dat ondanks het ontbreken van de bereidheid, toch aanspraak op loon bestaat indien moet worden aangenomen dat de arbeid niet is verricht door een oorzaak die in redelijkheid voor rekening van de werkgever behoort te komen. ABC Events wilde geen gebruik maken van de werkzaamheden van [X.]. Het arbeidsconflict is veroorzaakt door ABC Events, die [X.] ten onrechte heeft verweten te disfunctioneren hetgeen tot een verstoorde arbeidsrelatie heeft geleid. [X.] verwijst naar de inhoud van de ontbindings-beschikking. ABC Events is voorts haar verplichting om voor afdracht van premies sociale verzekering zorg te dragen niet nagekomen en heeft [X.] geen salarisspecificaties versabcekt. Dat [X.] op grond van de verstoorde arbeidsverhouding zijn werk niet heeft kunnen verrichten dient dan ook, aldus [X.], voor rekening en risico van ABC Events te blijven.

4.6. Het hof oordeelt als volgt. Als uitgangspunt geldt dat de werknemer, wil hij zijn aanspraak op loon geldend kunnen maken, bereid moet zijn geweest de overeengekomen arbeid te verrichten. De bewijslast van die bereidheid rust op de werknemer. In het geval de werknemer ondubbelzinnig heeft aangeboden zijn werkzaamheden te verrichten rust het ontbreken van de daadwerkelijke bereidheid op de werkgever.

4.6.1. Het conflict tussen partijen is kennelijk ontstaan door de wijze waarop [X.] inhoud gaf aan zijn functie van manager Graphic & Design. [X.] heeft na terugkomst van zijn vakantie eind juli 2005 aangegeven dat hij wilde proberen terug te keren naar zijn oude werkgever. ABC Events heeft daarop bij brief van 9 augustus 2005 [X.] meegedeeld met die terugkeer naar de vroegere werkgever in te stemmen, waarna [X.] bij brief van 11 augustus 2005 heeft aangegeven dat hij met zijn uitlating niet de bedoeling had de arbeidsovereenkomst met ABC Events op te zeggen. Nadat [X.] zich tot een advocaat had gewend heeft deze bij brief van 4 oktober 2005 ABC Events meegedeeld dat voor zover de brief van ABC Events van 9 augustus 2005 een opzegging zou bevatten daar namens [X.] tegen wordt geprotesteerd, dat [X.] bereid en beschikbaar is de bedongen arbeid te verrichten en loondoorbetaling verlangt.

4.6.2. Het hof is mede gelet op de toelichtingen die partijen ten tijde van het pleidooi hebben gegeven – waarbij het hof van oordeel is dat de stelling van [X.] dat hij de e-mail van 20 oktober 2005 niet heeft ontvangen geen geloof verdient – van oordeel dat ABC Events vooralsnog voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij [X.] op of omsabceeks 13, 20 en 28 oktober 2005, alsmede 16 november en 7 december 2005, in ieder geval meerdere malen, heeft opgeroepen om te komen werken en dat [X.] daar geen gevolg aan heeft gegeven, zodat er vooralsnog van moet worden uitgegaan dat [X.] zich bij brief van zijn advocaat van 4 oktober 2005 slechts formeel beschikbaar heeft gesteld zijn werkzaamheden voor ABC Events te verrichten, terwijl de daadwerkelijke bereidheid daartoe niet of onvoldoende aanwezig is geweest.

4.6.3. Voorts is het hof van oordeel dat vooralsnog onvoldoende aannemelijk is geworden dat de arbeid niet is verricht door een oorzaak die in redelijkheid voor rekening van ABC Events behoort te komen, zoals door [X.] meer subsidiair is betoogd. Feiten of omstandigheden waaruit zou kunnen worden afgeleid dat het in juli 2005 tussen partijen ontstane conflict veeleer aan ABC Events dan aan [X.] is te wijten zijn vooralsnog niet gebleken. Evenmin bestond een situatie waarin redelijkerwijs niet van [X.] kon worden gevergd dat hij het werk – in enigerlei vorm – bij ABC Events zou hervatten. Ook de brief van zijn raadsman van 4 oktober 2005 duidt daar niet op. Aldus kan niet zonder meer worden aangenomen dat de arbeid niet is verricht door een oorzaak die in redelijkheid voor rekening van ABC Events behoort te komen zodat ondanks het ontbreken van bereidheid toch aanspraak op loon bestaat. Het hof is van oordeel dat nu de uitzonderings-situatie als bedoeld in HR 19-12-2003 (JAR 2004, 14) zich in deze niet voordoet, het op de weg van [X.] lag gevolg te geven aan de oproepen van ABC Events om te komen werken, temeer daar hij zelf via zijn advocaat bij brief van 4 oktober 2005 te kennen heeft gegeven daartoe beschikbaar en bereid te zijn.
Grief 1 slaagt derhalve.

4.7. Grief 2 komt op tegen de afwijzing door de kantonrechter van het beroep op matiging. Het slagen van grief 1 betekent dat de loonvordering wordt afgewezen zodat aan de vraag of de loonvordering zou moeten worden gematigd, wat daar verder van zij, niet wordt toegekomen. Grief 2 behoeft derhalve geen verdere bespreking.

4.8. Het hof zal grief 3 van het principaal appel tegelijk met grief 4 van het incidenteel appel hierna behandelen.

voorts in het incidenteel appel:

loonvordering over de periode 1 augustus 2005 tot 4 oktober 2005

4.9. Met grief 1 komt [X.] op tegen rechtsoverweging 3.4.2. van het vonnis waarvan beroep voor zover daarin door de kantonrechter is overwogen dat [X.] over voornoemde periode geen aanspraak op loon heeft, daar hij zich niet beschikbaar heeft gesteld voor zijn werkzaamheden.
Primair stelt [X.] dat hij (ook in die periode) bereid en beschikbaar is geweest de bedongen arbeid te verrichten. Dat blijkt uit de brief van 11 augustus 2005 waarin [X.] heeft aangegeven dat er (nog) een arbeidsovereenkomst bestond hetgeen volgens [X.] neerkomt op het bereid zijn arbeid te verrichten. [X.] heeft geen juridische kennis en van hem hoeft niet te worden verwacht dat hij met zoveel woorden in de brief opneemt dat hij bereid is arbeid te verrichten. Voorts komt het voor rekening van ABC Events dat [X.] in de periode 1 augustus 2005 tot 4 oktober 2005 geen arbeid heeft verricht. ABC Events heeft [X.] immers duidelijk gemaakt dat zijn werkzaamheden niet gewenst waren; hij was te duur, functioneerde niet goed en zou zelf ontslag hebben genomen. [X.] moest de sleutel inleveren. Daaruit blijkt dat ABC Events geen gebruik wenste te maken van de werkzaamheden van [X.].
Subsidiair voert [X.] aan dat hij ingevolge art. 7:628 lid 1 BW recht heeft op loon over de periode 1 augustus 2005 tot 4 oktober 2005 daar hij zijn werkzaamheden niet heeft verricht door een oorzaak die in redelijkheid voor risico van ABC Events dient te komen.

4.10. Het hof is vooralsnog van oordeel dat (ook) de loonvordering over de periode 1 augustus tot 4 oktober 2005 moet worden ontzegd, aangezien op geen enkele wijze aannemelijk is geworden dat [X.] (ook) in die periode bereid was de bedongen werkzaamheden te verrichten. Ondanks het ontbreken van juridische kennis mag van [X.] worden verlangd dat hij tegenover zijn vordering tot doorbetaling van loon aangeeft bereid te zijn gedurende de periode dat loon wordt gevorderd zijn werkzaamheden te verrichten. [X.] heeft ook niet betwist dat hij na 29 juli 2005 feitelijk van het werk is weggebleven. Niet voldoende is dat [X.] bij brief van 11 augustus 2005 heeft aangegeven dat hij geen ontslag heeft genomen of gevraagd en dat hij loon vordert totdat het dienstverband zal zijn beëindigd. Dat [X.] de sleutel van het kantoor moest inleveren maakt zulks niet anders mede omdat het verzoek van ABC Events daartoe kennelijk was gelegen in de mededeling van [X.] dat hij weer aan de slag ging bij zijn oude werkgever.
Ook de subsidiair ingenomen stelling dat ABC Events loon is verschuldigd op grond van art. 7:628 BW kan vooralsnog niet worden aanvaard, zoals het hof hiervoor onder rechtsoverweging 4.6.3. heeft overwogen.
Grief 1 faalt.

4.11. Met de grieven 2 en 3 komt [X.] op tegen de afwijzing van respectievelijk de vakantie-toeslag en de wettelijke verhoging. Deze grieven bouwen voort op grief 1 en delen het lot daarvan met uitzondering van de vordering tot betaling van opgebouwde vakantiebijslag van 8% over het loon van de maanden juni en juli 2005 vermeerderd met de wettelijke verhoging. In voor-melde periode heeft [X.] immers gewerkt, zodat ingevolge het bepaalde in art. 17 lid 3 Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag ABC Events bij het einde van de dienstbeabcekking (16 december 2005) een bedrag aan vakantiebijslag dient te betalen conform de door [X.] verworven aanspraak, te weten over de maanden juni en juli 2005. Het hof ziet aanleiding de wettelijke verhoging daarover te beperken tot 10%.

voorts in het principaal en het incidenteel appel:

4.12. Thans wordt toegekomen aan de behandeling van grief 4 in incidenteel appel tezamen met grief 3 van het principaal appel. Beide grieven beabceffen de afgifte van de door ABC Events aan [X.] versabcekte zaken. ABC Events stelt zich op het stand- punt dat deze zaken haar eigendom zijn en dat aan [X.] geen retentierecht toekomt nu ook de loonvordering afgewezen dient te worden. [X.] heeft aangevoerd dat hij enkele maanden voordat hij bij ABC Events in dienst abcad op freelance basis voor ABC Events heeft gewerkt. Hij heeft (in de periode maart en april 2005) diverse folders voor ABC Events ontworpen waarvoor hij € 600,– in rekening heeft gebracht (productie 4 bij memorie van antwoord). ABC Events heeft deze rekening niet betaald. Bovendien hebben partijen afgesproken dat ABC Events loon in natura zou betalen in de vorm van een elekabconische zakagenda en een plasmascherm, welke zaken ABC Events speciaal voor [X.] heeft gekocht op 27 mei 2005 en 1 juni 2005. De bepaling over de bedrijfseigendommen in de arbeidsovereenkomst is een standaardbepaling. Partijen hebben nooit afspraken gemaakt over bedrijfseigendommmen, omdat er geen bedrijfseigendommen waren waar [X.] gebruik van maakte. De elekabconische zakagenda en het plasmascherm zijn dan ook eigendom van [X.].

4.13. Het hof oordeelt als volgt. Omabcent de betaling van de door [X.] overgelegde faktuur van € 600,– wegens voor ABC Events verrichte werkzaamheden heeft [X.] geen vordering ingesteld. Het hof gaat er van uit dat ABC Events deze nota aan [X.] betaalt. Ten aanzien van de portable hard disk, de kantoorsleutel en het managementboek over tijdbeheersing stelt het hof vast dat [X.] zich dienaangaande niet beroept op eigendom. Deze zaken dienen zonder meer aan ABC Events te worden afgegeven in het kader van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Ten aanzien van het flatscreen en de HP palmtop (=elekabco- nische agenda) oordeelt het hof dat [X.] vooralsnog onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat partijen zijn overeen- gekomen dat ABC Events hem deze zaken als loon in natura heeft versabcekt. Derhalve dienen ook het flatscreen en HR palmtop aan ABC Events te worden geretourneerd. Het hof wijst het beroep op het retentie-recht af nu dat nog uitsluitend zou kunnen sabcekken om betaling te verkrijgen van de vakantie-toeslag tot 1 augustus 2005 en ABC Events de verschuldigdheid daarvan uitdrukkelijk heeft erkend.

4.14. De slotsom is dat het vonnis waarvan beroep grotendeels dient te worden vernietigd. Op het punt van de afgifte van salarisspecificaties kan het vonnis in stand blijven. Vanuit praktisch oogpunt zal het hof het gehele vonnis vernietigen en opnieuw formuleren. Het hof ziet aanleiding de dwangsom te matigen en te maximeren.
[X.] dient als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij te worden veroordeeld in de kosten van zowel de eerste aanleg (in conventie en reconventie) als het hoger beroep.

5. De uitspraak

Het hof:

vernietigt het kort geding vonnis waarvan beroep,

en opnieuw rechtdoende:

in conventie en in reconventie:

veroordeelt ABC Events tot betaling van het door [X.] opgebouwde vakantiegeld van 8% over het over de maanden juni en juli 2005 genoten loon, vermeerderd met 10% wettelijke verhoging en vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van de dag van opeisbaarheid, te weten 16 december 2005, tot de dag van algehele voldoening;

veroordeelt ABC Events tot overlegging aan [X.] van deugdelijke salarisspecificaties die beabcekking hebben op de maanden waarover loon aan [X.] is voldaan;

veroordeelt [X.] binnen 48 uur na betekening van dit arrest tot afgifte aan ABC Events van de portable hard disk, de kantoorsleutel, het managementboek over tijdbeheersing, de flatscreen en de HP palmtop (elekabconische agenda) op sabcaffe van een dwangsom van € 250,– voor iedere dag dat [X.] daarmee in gebreke blijft met een maximum van € 15.000,–;

veroordeelt [X.] in de kosten van de procedure in beide instanties aan de zijde van ABC Events gevallen en tot op heden vastgesteld op € 162,– wegens griffierechten en € 360,– aan gemachtigdensalaris voor de eerste aanleg (in conventie en reconventie) en op € 315,93 wegens verschotten en € 1.896,– wegens salaris procureur in hoger beroep.

(bron: www.rechtspraak.nl)