Ontslag advocaat | Ontslag – dienstjaren

Deze zaak draait om de vraag of dienstjaren bij een rechtsvoorganger meetellen bij berekening van anciënniteit in het kader van CAO en Sociaal Plan. Kantonrechter oordeelt dat dienstjaren meetellen omdat werkgever dat met zoveel woorden met werknemer heeft afgesproken.

Mocht u omtrent ontslag verdere vragen hebben dan behoefte hebben aan direct advies of bijstand (hulp), kunt u altijd kosteloos contact opnemen met ons advocatenkantoor. Dit gaat snel en u krijgt direct een van onze arbeidsrecht en ontslag advocaten aan de telefoon. Wij zijn specialist in arbeidsrecht en ontslagrecht. Bel ons nu tegen op 030 252 35 20 of tot 22.00 uur op 030 252 35 20. Een eerste telefonisch advies is altijd kosteloos.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector Kanton

Locatie Amsterdam

Rolnummer: 954342 CV EXPL 08-14659
Vonnis van: 13 november 2008
481

Vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

[eiser]
wonende te [woonplaats]
eiser
nader te noemen [eiser]
gemachtigde: mr X

t e g e n

HET UITVOERINGSINSTITUUT WERKNEMERSVERZEKERINGEN
gevestigd te Amsterdam
gedaagde
nader te noemen UWV
gemachtigde: mr. Y

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

De volgende processtukken zijn ingediend:

– de dagvaarding van 28 april 2008 inhoudende de vordering van [eiser] met producties
– de conclusie van antwoord van UWV met producties

Ingevolge tussenvonnis van 7 augustus 2008 zijn vervolgens nog ingediend:

– de conclusie van repliek van [eiser] met producties
– de conclusie van dupliek van UWV.

Daarna is vonnis bepaald op heden.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

1.  De feiten:

a.  [eiser], geboren op [geboortedatum] 1959, is vanaf 1 september 1978 tot 1 september 1985 in dienst geweest van De Raad van Arbeid te Dordrecht.
b.  aansluitend is [eiser] vanaf 1 september 1985 tot 1 januari 2002 in dienst geweest van de Stichting sociaal fonds Bouwnijverheid (SFB).
c.  per 1 januari 2002 is SFB op grond van de Wet SUWI samen met de andere uitvoeringsinstellingen opgegaan in UWV en is [eiser] derhalve bij UWV in dienst.
d.  naar aanleiding van een door medewerkers van het toenmalige SFB (waaronder niet [eiser]) aanhangig gemaakt geding heeft de geschillencommissie TZ/Arbo op 24 september 1994 geoordeeld “dat voor betrokkenen ten aanzien van de vraag of zij op de transferlijst dienen te staan, de SVB (Raad van Arbeid)-jaren als sfb-jaren moeten worden meegeteld en dat de bezwaren gegrond zijn.”
e.  op 26 juli 2002 heeft UWV aan [eiser] (naar aanleiding van diens vraag over de dienstjaren) een e-mail gestuurd, met de volgende inhoud:

Van:  [persoon]
Verzonden:  vrijdag 26 juli 2002 15:25
Aan:  [eiser]
Onderwerp:  FW: [eiser]
Geachte [eiser],
Hiermede bevestigen wij u dat wij in ons Personeels Informatiesysteem de datum voor de SV jaren hebben gewijzigd in 1 september 1978.

M.vr.gr.
[persoon 1] Afdeling HRM

Oorspronkelijk bericht
Van:  [per[persoon 2]n 2]
Verzonden:  vrijdag 26 juli 2002 14:58
Aan:  [persoon]
Onderwerp:  RE: [eiser]
Joke,
Ik denk dat we er niet omheen kunnen ook de laatste uit het rijtje conform de rest te behandelen.
[eiser ] nam toendertijd geen actie, omdat hij een andere functie bekleedde en een uitspraak over zijn product leeftijd/dienstjaren
uit dien hoofde niet relevant was. Exact hetzelfde gold voor [persoon 3] die inmiddels zijn 25 jarig jubileum vierde!
Vr. Gr. [persoon 2]

—-Oorspronkelijk bericht—-Van:  [persoon]
Verzonden:  o vrijdag 26 juli 2002 14:34
Aan:  [persoon 2]
Onderwerp:  [eiser]
Hallo [persoon 2],
De [eiser] heeft mij benaderd in verband met zijn dienstjaren.
De [eiser] is op 1 september 1985 bij ons in dienst getreden. Daarvoor was hij gedurende de periode 1 september 1978 tot 1 september 1985 in dienst van de Raad van Arbeid te Dordrecht. Een getuigschrift heeft
hij mij toegezonden.
De [eiser] verwijst naar de uitspraak van de Geschillencommissie TZ/Arbo d.d. 20 september 1994,
betreffende [persoon 4], [persoon 5], [persoon 6] en [persoon 7].
Ik hoop dat je je deze zaak nog kan herinneren. Indien nodig kan ik je een kopie van deze uitspraak zenden of
faxen.
Ik heb dit besproken met mijn leidinggevende [persoon 8] en hoewel de [eiser] destijds geen actie heeft ondernomen, achten wij het juist deze jaren ook voor hem mee te teilen voor zijn SV jaren. Dit betekent eveneens dat hij volgend jaar zijn 25 jarig jubileum kan vieren.
Gaarne jouw mening.
M.vr. gr.

f.  In 2003 heeft [eiser] zijn 25-jarig jubileum gevierd.
g.  Bij brief van 30 augustus 2005 heeft UWV [eiser] medegedeeld dat de opgenomen datum van indiensttreding van 1 september 1978 fout was en dat deze zou worden gewijzigd in 1 september 1985. Daarbij werd vermeld:
”Anciënniteit is niet één op één hetzelfde als aantal dienstjaren”. Juridisch gezien is het heel goed mogelijk, dat bepaalde periodes wél meegeteld worden voor een jubileum, en niet voor de berekening van “anciënniteit”volgens het ontslagbesluit. Andersom is in theorie ook mogelijk. Het zijn juridisch verschillende begrippen voor verschillende situaties, met mogelijk verschillende uitkomsten.”
h.  Het thans toepasselijke Sociaal Plan (looptijd 25 mei 2005 tot en met 31 mei 2008 definieert het begrip anciënniteit als volgt:
” Daar waar in dit sociaal plan het begrip diensttijd of anciënniteit gebruikt wordt bij aanwijzing van medewerkers als herplaatsingskandidaat respectievelijk boventallige dan wel voor plaatsing, wordt gerefereerd aan het ontslagbesluit en de praktijk van het CWI.”

VORDERING EN VERWEER

2.  [eiser] vordert te verklaren voor recht dat UWV de dienstjaren van [eiser] met medeneming van de jaren gewerkt bij de Raad van Arbeid telt vanaf 1 september 1978, met veroordeling van UWV in de kosten van de procedure.

3.  [eiser] stelt – kort gezegd – dat er een uitspraak ligt van de geschillencommissie TZ/Arbo SFB en dat de Plaatsingsadviescommissie UOSV in een brief van 30 januari 1996 aan [eiser] heeft medegedeeld dat de jaren gewerkt bij de Raad van Arbeid worden beschouwd als SFB-jaren. Datzelfde heeft UWV in de e-mail van 26 juli 2002 nogmaals uitdrukkelijk aan [eiser] bevestigd. In haar systemen heeft UWV toen ook 1 september 1978 als datum van indiensttreding vermeld en in 2003 heeft [eiser] zijn 25–jarig jubileum gevierd.
4.  [eiser] is van oordeel dat hij UWV aan haar toezegging mag houden.
5.  UWV voert verweer tegen de vordering. Dit verweer zal, voor zover relevant, hierna worden besproken en beoordeeld.

BEOORDELING
6.  De kantonrechter is van oordeel dat UWV haar toezegging, in elk geval gedaan in 2002, onverkort na dient te komen. Het is evident dat UWV op verzoek van [eiser], zonder enig voorbehoud, in 2002 de datum van indiensttreding heeft vastgesteld op 1 september 1978. Daar kan UWV niet eenzijdig op terug komen.
7.  UWV heeft niet duidelijk gemaakt wat zij in dit verband bedoeld met “het begrip dienstjaar dat, in al zijn facetten, aan veranderingen onderhevig is ”. Uwv lijkt een onderscheid te willen maken tussen “dienstjaren”en anciënniteit”, maar maakt onvoldoende inzichtelijk waaruit dit verschil zou bestaan.
8.  De kantonrechter ziet ook niet in welk verschil er aan de orde zou kunnen zijn, als wordt gekeken naar de door UWV gehanteerde definitie van anciënniteit in het Sociaal Plan, dat refereert aan het Ontslagbesluit en de ontslagpraktijk van de CWI. Immers maken het Ontslagbesluit en de daarop stoelende beleidsregels geen onderscheid tussen de beide begrippen. Artikel 4:2 van het Ontslagbesluit bepaalt onder meer, dat per categorie uitwisselbare functies van de bedrijfsvestiging de werknemers met het kortste dienstverband het eerst voor ontslag in aanmerking worden gebracht. In de Beleidsregels Ontslagtaak CWI worden in hoofdstuk 14 (berekening duur dienstverband) de begrippen ”duur van het dienstverband” en “anciënniteit” door elkaar gebruikt.

9.  Anders dan UWV heeft betoogd is er ten deze wel degelijk reden af te wijken van de berekening van het aantal dienstjaren, zoals vastgelegd in de CAO. Die reden is gelegen in de toezegging van UWV aan [eiser]. Dat geldt temeer nu de bepaling in de CAO, waarop UWV zich beroept, al gold op het moment dat UWV de toezegging aan [eiser] deed.

10.  Alle overige stellingen van partijen kunnen, gelet op het bovenstaande, verder onbesproken blijven.
11.  De vordering van [eiser] zal worden toegewezen.
12.  Bij deze uitkomst van de procedure wordt UWV veroordeeld in de proceskosten.

BESLISSING

De kantonrechter:

I.  verklaart voor recht dat UWV de dienstjaren van [eiser], met medeneming van de jaren gewerkt bij de Raad van Arbeid, telt vanaf 1 september 1978;
II.  veroordeelt UWV in de proceskosten, die door [eiser] zijn gemaakt en die tot op heden begroot worden op:

-griffierecht:      € 107,00
-kosten dagvaarding:    € 85,44
-salaris gemachtigde:    € 600,00
————–
totaal:        € 792,44

inclusief eventueel verschuldigde BTW;
III.  verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
IV.  wijst het meer gevorderde af.
(bron: www.rechtspraak.nl)

Mocht u omtrent ontslag verdere vragen hebben dan behoefte hebben aan direct advies of bijstand (hulp), kunt u altijd kosteloos contact opnemen met ons advocatenkantoor. Dit gaat snel en u krijgt direct een van onze arbeidsrecht en ontslag advocaten aan de telefoon. Wij zijn specialist in arbeidsrecht en ontslagrecht. Bel ons nu tegen op 030 252 35 20 of tot 22.00 uur op 030 252 35 20. Een eerste telefonisch advies is altijd kosteloos.