Schade veroorzaakt door werknemer | Arbeidsrecht

Hebt u omtrent arbeidsrecht en/of schade veroorzaakt door werknemer vragen of behoefte aan direct advies of rechtsbijstand, kunt u altijd kosteloos contact opnemen met ons advocatenkantoor. Dit gaat snel en u krijgt direct een advocaat aan de telefoon. Bel ons op 030 252 35 20. Een eerste telefonisch advies is altijd kosteloos.

Schade veroorzaakt door werknemer

In de rechtsverhouding tussen de werkgever en de werknemer geldt artikel 7:661 BW. Dit artikel, in de titel over de arbeidsovereenkomst, bepaalt het volgende:
1. De werknemer die bij de uitvoering van de overeenkomst schade toebrengt aan de werkgever of aan een derde jegens wie de werkgever tot vergoeding van die schade is gehouden, is te dier zake niet jegens de werkgever aansprakelijk, tenzij de schade een gevolg is van zijn opzet of bewuste roekeloosheid. Uit de omstandigheden van het geval kan, mede gelet op de aard van de overeenkomst, anders voortvloeien dan in de vorige zin is bepaald.
2. Afwijking van lid 1 en van artikel 170 lid 3 van Boek 6 ten nadele van de werknemer is slechts mogelijk bij schriftelijke overeenkomst en slechts voor zover de werknemer te dier zake verzekerd is.

Beslissend is aldus of de schade door opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer is veroorzaakt.

Deze regel vertoont samenhang met art. 6:170 BW, waar de aansprakelijkheid van de werkgever ten opzichte van een derde-benadeelde is geregeld:
1. Voor schade, aan een derde toegebracht door een fout van een ondergeschikte, is degene in wiens dienst de ondergeschikte zijn taak vervult aansprakelijk, indien de kans op de fout door de opdracht tot het verrichten van deze taak is vergroot en degene in wiens dienst hij stond, uit hoofde van hun desbetreffende rechtsbetrekking zeggenschap had over de gedragingen waarin de fout was gelegen.
2. (…)
3. Zijn de ondergeschikte en degene in wiens dienst hij stond, beiden voor de schade aansprakelijk, dan behoeft de ondergeschikte in hun onderlinge verhouding niet in de schadevergoeding bij te dragen, tenzij de schade een gevolg is van zijn opzet of bewuste roekeloosheid. Uit de omstandigheden van het geval, mede gelet op de aard van hun verhouding, kan anders voortvloeien dan in de vorige zin is bepaald.

Al in 1959 werd door de Hoge Raad uitgemaakt, dat een dienstbetrekking en de daaraan verbonden taken de werknemer dikwijls blootstellen aan een verhoogd risico dat hij onrechtmatig handelt en schade toebrengt aan anderen, terwijl de mogelijke omvang van de schade in een wanverhouding staat tot het bedrag van het loon waarvoor de werknemer de arbeid op zich heeft genomen (HR 26 juni 1959, NJ 1959/551). Die uitspraak ging over schade in het verkeer, veroorzaakt door een buschauffeur.

Genoemd artikel 7:661 BW ziet op de rechtsverhouding tussen de werkgever en de werknemer onderling. Uit het eerste lid van deze bepaling volgt dat zij slechts betrekking heeft op een werknemer die bij de uitvoering van de arbeidsovereenkomst schade toebrengt aan zijn werkgever of aan een derde jegens wie de werkgever tot vergoeding van die schade gehouden is.

Indien een werknemer schade veroorzaakt anders dan bij de uitvoering van de arbeidsovereenkomst, geldt hetgeen tussen partijen is overeengekomen. Bijvoorbeeld, indien een werkgever zijn bedrijf bus uitleent aan een van zijn werknemers die met behulp daarvan in het weekend wil gaan verhuizen, dan gelden de gewone regels voor bruikleen of, indien huur wordt betaald, de gewone regels voor de huur en verhuur van roerende zaken. (bron: www.rechtspraak.nl)