Eenzijdige wijziging arbeidsvoorwaarden – collectieve afspraken | Arbeidsrecht advocaat

Eenzijdige wijziging arbeidsvoorwaarden. Werkgeefster heeft besloten een aantal van haar werknemers dat sinds jaren heeft gewerkt volgens een flexibel dienstrooster (36 uur per week), per 1 januari 2008 in te roosteren volgens een basisploegenrooster (40 uur per week). De werknemers vorderen in kort geding toepassing van het 36-uurs flexibele rooster en betaling van het salaris conform het 36-urige werkrooster. Voor de bepaling van het toetsingskader waarin dit geschil moet worden beoordeeld, is het van belang om eerst vast te stellen dat de door Werkgever ingevoerde wijziging de gehele afdeling OPS betreft, en daarmee moet worden aangemerkt als een eenzijdige wijziging van collectieve afspraken. De vraag of deze wijziging ten opzichte van [eisers] geoorloofd is, moet dan ook worden getoetst aan artikel 6:248 BW. Dit betekent dat ter beoordeling staat of instandhouding van het flexibel dienstrooster van de Afdeling OPS ([eisers]) naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid voor Werkgever onaanvaardbaar zou zijn. Toepassing van het Taxi Hofman-criterium, zoals door beide partijen impliciet bepleit, is niet aan de orde, omdat de daarin gegeven maatstaven zijn gegeven voor de wijziging van individuele afspraken.
De vordering wordt toegewezen, nu de werkgeefster zich uitsluitend beroept op haar recht om op organisatorische en/of bedrijfseconomische gronden uniforme roosters in te stellen, maar niet aannemelijk heeft gemaakt dat instandhouding van het flexibel dienstrooster in redelijkheid geacht moet worden onaanvaardbaar te zijn.

Mocht u omtrent wijziging arbeidsvoorwaardenvragen hebben kunt u altijd kosteloos contact opnemen met onze advocaten. Bel ons nu op 030 252 35 20 of – tot 22.00 uur – op 030 252 35 20. Daarvoor brengen wij u vanzelfsprekend geen kosten in rekening. Eerste telefonisch advies altijd kosteloos.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton

Locatie Haarlem

Zaak/rolnummer: 371755/VV EXPL 08-18
datum uitspraak: 19 februari 2008

VONNIS VAN DE KANTONRECHTER IN KORT GEDING

inzake

[eiser s], wonende te [woonplaats],
hierna te noemen: [eisers],
gemachtigden: mr. X,

tegen

de besloten vennootschap WERKGEVER B.V.,
gevestigd te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer,
gedaagde partij,
hierna te noemen Werkgever
gemachtigde: mr. Y.

De procedure

[eisers] hebben Werkgever op 1 februari 2008 gedagvaard. De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op 11 februari 2008. Op deze zitting hebben partijen hun standpunten nader toegelicht. De gemachtigden van partijen hebben pleitnotities overgelegd. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen verder naar voren hebben gebracht. Beide partijen hebben producties in het geding gebracht.

De feiten

a.  [eisers] zijn in dienst van Werkgever; zij zijn alle 14 werkzaam op de Afdeling Operations (OPS) en vormen het totale personeelsbestand van OPS.
b.  Op de arbeidsovereenkomsten van [eisers] is de CAO van Werkgever van toepassing verklaard (looptijd van 1 januari 2002 tot en met 31 december 2007).
Onderhandelingen over een nieuwe CAO zijn gaande.
c.  [eisers] zijn aangesloten bij de vakbond De Unie.
d.  Artikel 1 van de CAO luidt onder meer:
In deze overeenkomst wordt verstaan onder:
Dienstrooster: Een arbeidstijdregeling die aangeeft op welke tijdstippen (groepen van) werknemers normaliter hun werkzaamheden aanvangen, deze beëindigen en onderbreken.
Normale arbeidsduur: Het gemiddeld aantal uren per week gedurende welke de werknemers met een volledig dienstverband normaliter volgens dienstrooster hun werkzaamheden verrichten.
e.  Artikel 9 van de CAO luidt, voor zover relevant:
1. De normale arbeidsduur
bedraagt voor werknemers met een voltijd dienstverband:
a. in een dagdienstrooster 40 uur per week;
b. in een basisploegenrooster gemiddeld 40 uur per week;
c. in een flexibel dienstrooster gemiddeld 36 uur per week op kwartaalbasis (13 aaneengesloten kalenderweken);
d.(…)
2. ATV
a. In het kader van arbeidstijdverkorting worden in de onder a,b en d genoemde roosters op jaarbasis 12 dagen of diensten (= 96 uur per jaar) roostermatig vervangen door vrije dagen.
(…)
4. Diensten
(…)
b. In een basisploegendienst wordt normaliter op alle dagen van de week gewerkt, waarbij de werknemers periodiek van dienst wisselen (…)
c. In een flexibel dienstrooster kan de feitelijke werktijd in lengte variëren tussen 5 en 9 uur. Het aantal diensten per week bedraagt ten hoogste 5.
(…)
f.  [eisers] (c.q. de werknemers van de Afdeling OPS) werken sinds 1 januari 2002 in een flexibel dienstrooster van gemiddeld 36 uur per week volgens artikel 9 lid 1 sub c van de CAO, op 4 dagen per week in diensten van 9 uren. De overige werknemers van Aero Groudservices werken in een basisploegenrooster van gemiddeld 40 uur per week.
g.  De werknemers in een flexibel dienstrooster draaien, bij toerbeurt, zogenaamde slingerdiensten. Het aanvangstijdstip van een slingerdienst wordt pas de avond tevoren, of nog later, aan de dienstdoende medewerker meegedeeld. Aanvang van deze dienst is afhankelijk van de pieken in het vluchtaanbod.
h.  Bij brief van 6 december 2007 schrijft Werkgever aan [eisers] onder meer het navolgende:
(…)
Wij hebben nu als volgt besloten.
Met ingang van 1 januari 2008, in praktische zin vanaf 5 januari 2008, zal de inroostering van de afdeling OPS plaatsvinden conform artikel 9 lid 4 sub b van de CAO, te weten in een basisploegenrooster. In verband met het feit dat de arbeidsvoorwaarden van u daardoor zullen veranderen zijn wij bereid om, naast de additionele 10 vakantie-uren en 12 additionele ADV-dagen, een eenmalige afkoopsom te betalen ter hoogte van 5% van het jaarsalaris (12 maanden x het basissalaris van december 2007). In uw geval komt dit neer op een betaling van € (…) in de salarisbetaling van december.
Daarbij geldt dus dat het huidige salaris (voor 36 uur per week) zal blijven gelden bij een werkweek van 40 uur. Omdat u niet door het additionele aantal vakantie-uren en aantal ADV-dagen volledig wordt gecompenseerd, betalen wij de eenmalige afkoopsom volledig. Daarnaast zijn wij bereid om u de mogelijkheid te geven om 36 uur te gaan werken vanaf 1 januari 2008. In dat geval zal er uiteraard sprake zijn van een pro rato betaling van het huidige salaris alsook pro rato aanspraak op de 10 additionele vakantie-uren en 12 ADV-dagen. (…)
i.  Overleg tussen Werkgever en de vakbond De Unie over de door Werkgever gewenste roosterwijziging heeft niet tot instemming geleid.
j.  Bij brief van 11 juni 2008 heeft de vakbond De Unie namens [eisers] Werkgever gesommeerd het 40-uur rooster per direct in te trekken en het flexibele dienstrooster opnieuw in te stellen.
k.  Aan deze sommatie heeft Werkgever geen gehoor gegeven.
l.  De CAO noch de individuele arbeidsovereenkomsten van [eisers] bevatten een beding waarin de werkgever zich het recht voorbehoudt de arbeidsovereenkomst eenzijdig te wijzigen.

De vordering

[eisers] vorderen bij wijze van voorlopige voorziening (samengevat) veroordeling van Werkgever om per direct:
1.  de toepassing van het 40-urige basisrooster te staken en met terugwerkende kracht tot 1 januari 2008 over te gaan tot toepassing van het 36-uurs flexibele rooster, met alle daarbij behorende arbeidsvoorwaarden, conform artikel 9 lid 1 sub c van de CAO, zulks op verbeurte van een dwangsom van € 1.000,– per dag of gedeelte daarvan dat Werkgever in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen en per eiser;
2.  met terugwerkende kracht tot 1 januari 2008 de salarisbetalingen conform de onder sub 1 benoemde 36-urige werkweek uit te voeren, voor zover mogelijk vermeerderd met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente;

[eisers] stellen daartoe (samengevat) het volgende.

Werkgever heeft eenzijdig, zonder toestemming van de betrokken werknemers ([eisers]) en daarmee ongeoorloofd de arbeidsvoorwaarden van de medewerkers van de Afdeling OPS gewijzigd door hen per 1 januari 2008 in te roosteren volgens een basisploegenrooster (40 uur per week) terwijl [eisers] sinds jaren hebben gewerkt volgens een flexibel dienstrooster (36 uur per week).
Het belang van de werknemers bij handhaving van het flexibele dienstrooster is tweeledig:
1.  [eisers] moeten vanaf 1 januari 2008 4 uur per week meer werken en krijgen die uren niet (volledig) uitbetaald;
2.  [eisers] worden gedwongen op 5 (in plaats van 4) dagen per week te werken.
Dit belang weegt zwaarder dan het financiële voordeel dat Werkgever bij deze wijziging denkt te behalen.

Het verweer

Werkgever heeft gemotiveerd verweer gevoerd waarop, voor zover van belang, bij de beoordeling van het geschil zal worden ingegaan.

De beoordeling van het geschil

1.  De gevorderde voorlopige voorziening komt slechts voor toewijzing in aanmerking als in dit geding aan de hand van de thans bekende feiten en omstandigheden de verwachting gewettigd is dat in een eventueel tussen partijen nog te voeren bodemprocedure een soortgelijke vordering van [eisers] tot een toewijzing daarvan zal leiden. De kanton-rechter is voorshands, op grond van de thans voorliggende gegevens, van oordeel dat dit het geval is.

2.  In haar meest verstrekkende verweer voert Werkgever aan dat toewijzing van de gevorderde voorlopige voorzieningen een wijziging van de rechtstoestand meebrengt en om die reden niet kan worden toegewezen.

3.  Dit verweer wordt verworpen. De voorzieningenrechter geeft een voorlopig oordeel over de rechtsgeldigheid van het besluit van Werkgever tot invoering van het basisploegenrooster van 40 uur voor de Afdeling OPS per 1 januari 2008. Dit oordeel kan een grond opleveren om het door [eisers] gevraagde herstel van het flexibele dienstrooster als ordemaatregel op te leggen, zulks in afwachting van een beoordeling van voornoemd geschilpunt door de bodemrechter. Van wijziging van een rechtstoestand is aldus geen sprake.

4.  Tussen partijen is niet in geschil dat de voor de Afdeling OPS doorgevoerde wijziging van flexibel dienstrooster naar basisploegenrooster, zoals bedoeld in artikel 9 lid 1 sub c respectievelijk b van de CAO moet worden aangemerkt als een eenzijdige wijziging van arbeidsvoorwaarden. Zij verschillen wel van mening over de vraag of deze eenzijdige wijziging al dan niet toelaatbaar is.

5.  Voor de bepaling van het toetsingskader waarin dit geschil moet worden beoordeeld, is het van belang om eerst vast te stellen dat de door Werkgever ingevoerde wijziging de gehele afdeling OPS betreft, en daarmee moet worden aangemerkt als een eenzijdige wijziging van collectieve afspraken. De vraag of deze wijziging ten opzichte van [eisers] geoorloofd is, moet dan ook worden getoetst aan artikel 6:248 BW. Dit betekent dat ter beoordeling staat of instandhouding van het flexibel dienstrooster van de Afdeling OPS ([eisers]) naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid voor Werkgever onaanvaardbaar zou zijn. Toepassing van het Taxi Hofman-criterium, zoals door beide partijen impliciet bepleit, is niet aan de orde, omdat de daarin gegeven maatstaven zijn gegeven voor de wijziging van individuele afspraken.

6.  Werkgever heeft als grond voor de voorgestelde -en per 1 januari 2008 ingevoerde- wijziging aangevoerd dat:
– het 36-urige flexibele rooster in 2002 als tijdelijke maatregel is ingevoerd (in verband met de Arbeidstijdenwet en de toenmalige krappe bezetting van de afdeling OPS);
– er geen objectieve rechtvaardigingsgrond is om ongelijkheid qua inroostering tussen de medewerkers in stand te houden;
– de financiële gevolgen van een afwijkend rooster voor [eisers] sterk zijn toegenomen.
7.  Op zich is de wens van Werkgever gerechtvaardigd om als ondernemer te komen tot kostenbeheersing en uniformering van het roosterstelsel. Dit betekent evenwel niet dat voor dit streven van Werkgever de hierboven weergegeven belangen van de betrokken werknemers zonder meer moeten wijken. Nu Werkgever niet heeft gesteld in welke zin haar onderneming door voortzetting van het flexibele dienstrooster in het nauw zou worden gedreven, maar zich uitsluitend beroept op haar recht om op organisatorische en/of bedrijfseconomische gronden uniforme roosters in te stellen, heeft Werkgever niet aannemelijk gemaakt dat instandhouding van het flexibel dienstrooster van de Afdeling OPS voor Werkgever in redelijkheid geacht moet worden onaanvaardbaar te zijn.

8.  Ook het argument van Werkgever dat het flexibele rooster in 2002 als tijdelijke maatregel voor de afdeling OPS is ingevoerd, geeft geen steun aan het door haar gestelde belang bij de doorgevoerde wijziging. De tijdelijkheid van het flexibele rooster is
door [eisers] gemotiveerd betwist en vervolgens door Werkgever niet aannemelijk gemaakt. De stilzwijgende feitelijke inroostering van de afdeling gedurende zes jaren geeft overigens eerder een indicatie van de permanente bedoeling van Werkgever om deze afdeling volgens het flexibele dienstrooster te werk te stellen.

9.  Aan de zijde van [eisers] geldt bovendien dat zij een gerechtvaardigd belang hebben bij de handhaving van het oude roostersysteem: zij kunnen en willen om privé-redenen geen vijf dagen per week werken, en krijgen ook geen (volledige) financiële compensatie voor de vier extra werkuren per week. In het licht van deze belangen geldt eens te meer dat handhaving van het flexibele rooster naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid van Werkgever verlangd kan en mag worden.

10.  Uit het bovenstaande volgt dat de door Werkgever doorgevoerde eenzijdige wijziging van de dienstroosters ontoelaatbaar is, zodat de gevraagde voorziening, inhoudende dat het 36-urige flexibele rooster weer moet worden toegepast, zal worden toegewezen. Gelet op de door [eisers] feitelijk uitgevoerde werkzaamheden volgens het 40-urige basisrooster, is het niet mogelijk om bij wijze van voorlopige voorziening de toepassing van het flexibele dienstrooster van 36 uur met terugwerkende kracht tot 1 januari 2008 te gelasten. Aan Werkgever zal een termijn van 10 dagen vanaf de datum van deze uitspraak worden gegund om de Afdeling OPS weer overeenkomstig artikel 9 lid 1 sub c van de CAO in te roosteren.

11.  De kantonrechter ziet in het door Werkgever ingenomen standpunt dat de dwangsom wel erg hoog is, geen concrete aanknoping om deze te matigen, zij het dat aan de dwangsom van € 1.000,– per eiser per dag wel een maximum zal worden verbonden.

12.  Werkgever voert het verweer dat de vordering tot nabetaling van salaris vanaf 1 januari 2008 geen spoedeisend karakter draagt zodat deze, mede gelet op het restitutie-risico, niet kan worden toegewezen.

13.  Dit verweer faalt. Een loonvordering is naar haar aard spoedeisend, en in aanmerking genomen dat de loonvordering in hoogte beperkt is, is het restitutierisico verwaarloosbaar en kan dit niet aan toewijzing van de vordering in de weg staan.

14.  De toe te wijzen vordering tot herstel van het flexibele dienstrooster voor [eisers] brengt mee dat ook de vordering tot nabetaling van het salaris voor de uren die [eisers] vanaf 1 januari 2008 meer hebben gewerkt dan 36 uur per week, moet worden toegewezen.
15.  De gevorderde wettelijke rente en wettelijke verhoging over de salarisnabetalingen zijn toewijsbaar. De reden voor de te late betaling van (een deel van) het salaris is immers gelegen in de omstandigheid dat Werkgever [eisers] volgens het basisploegenrooster heeft ingedeeld, en deze omstandigheid komt voor rekening en risico van Werkgever.

16.  Hetgeen partijen verder nog naar voren hebben gebracht behoeft geen bespreking meer, nu dit in het licht van hetgeen in dit vonnis is vastgesteld en overwogen, niet tot een andere beslissing kan leiden.

17.  De proceskosten komen voor rekening van Werkgever, omdat zij in het ongelijk zal worden gesteld.

Beslissing

De kantonrechter:

– veroordeelt Werkgever bij wijze van voorlopige voorziening:

a.   tot inroostering van [eisers] met ingang van 1 maart 2008 volgens het 36-uurs flexibele dienstrooster als bedoeld in artikel 9 lid 1 sub c van de CAO, op verbeurte van een dwangsom van € 1.000,– per eiser per dag of gedeelte daarvan dat Werkgever in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum van € 140.000,–;

b.   tot betaling van het salaris van [eisers] conform de hiervoor onder a. benoemde
36-urige werkweek vanaf 1 januari 2008, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en wettelijke rente;

– veroordeelt Werkgever tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van [eisers] tot en met vandaag worden begroot op de bedragen zoals deze hieronder zijn gespecificeerd:
dagvaarding      € 85,45,
vastrecht      € 107,–,
salaris gemachtigde    € 400,–;

– verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;

– wijst af het meer of anders gevorderde.
(bron: www.rechtspraak.nl)

Mocht u omtrent echtscheiding en/of huwelijkse voorwaarden vragen hebben kunt u altijd kosteloos contact opnemen met onze advocaten. Bel ons nu op 030 252 35 20 of – tot 22.00 uur – op 030 252 35 20. Daarvoor brengen wij u vanzelfsprekend geen kosten in rekening. Eerste telefonisch advies altijd kosteloos.