Billijke vergoeding bij verwijtbaar handelen van de werkgever

Op 1 september 2015 heeft de kantonrechter te Den Bosch aan een werknemer een billijke vergoeding toegekend wegens verwijtbaar handelen van de werkgever.

Casus
De werknemer is werkzaam voor BV X. Op het moment dat de werkgever zijn activiteiten en al zijn personeel op de (zieke) werknemer na, heeft overgeplaatst van BV X naar BV Y, meldt hij de werknemer dat hij geen gebruik meer wenst te maken van de diensten van de werknemer.
De werkgever staakt per direct de loonbetaling aan de werknemer en laat hem achter in een lege BV (zonder liquide middelen en activiteiten). Ondanks een veroordeling in een door de werknemer aanhangig gemaakt kort geding, heeft de werkgever de loondoorbetaling aan de werknemer niet meer hervat. De werknemer ontvangt hierdoor al sinds maart 2015 geen loon meer.
In verband met zijn gezondheid en slechte financiële situatie heeft de werknemer
de kantonrechter verzocht zijn arbeidsovereenkomst te ontbinden onder toekenning van een billijke vergoeding van minimaal € 75.000,- wegens ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever.

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst
De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst, omdat de werknemer door handelen van de werkgever in een zodanige positie is gekomen dat hij als enige werknemer in een inactieve en lege BV is achtergebleven. Daarnaast krijgt de werknemer sinds maart 2015 geen loon meer en valt niet te verwachten dat hij na zijn herstel nog werkzaamheden voor de inactieve BV zal kunnen verrichten. Daarom heeft de arbeidsovereenkomst volgens de kantonrechter geen zin meer. Zeker nu deze situatie voor werknemer grote financiële en medische gevolgen heeft, ontbindt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst per 8 september 2015.

Toekenning van een transitievergoeding
Op grond van artikel 7:673 lid 1 aanhef en onder b sub 2 BW heeft de werknemer recht op een transitievergoeding ter hoogte van € 30.654,05 bruto.

Toekenning van een billijke vergoeding
Op grond van artikel 7:671c lid 2 aanhef en onder b BW kan de kantonrechter de werknemer een billijke vergoeding toekennen indien de ontbinding van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever.

De kantonrechter is van oordeel dat van een dergelijk geval sprake is. Door de werknemer in een lege BV te plaatsen en maandenlang geen salaris te betalen, zelfs niet nadat zij daartoe in kort geding is veroordeeld, heeft de werkgever haar verplichtingen als werkgever grovelijk verwaarloosd. Voorts heeft zij de werknemer daardoor in en onhoudbare situatie geplaatst.
De kantonrechter overweegt voorts dat uit de wetgeschiedenis blijkt dat de hoogte van de billijke vergoeding – naar haar aard – in relatie moet staan tot het ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. Gelet op vorenstaande oordeelt de kantonrechter dat er grond is voor een verdubbeling van de transitievergoeding. Oftewel de kantonrechter kent aan de werknemer ook nog een billijke vergoeding van € 30.654,05 bruto toe. De totale vergoeding komt hierdoor uit op € 61.308,10 bruto.

Conclusie
Er is slechts in uitzonderlijke gevallen sprake van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van een werkgever.

Uit deze uitspraak valt verder af te leiden dat bij de vaststelling van de hoogte van de billijke vergoeding uitsluitend acht wordt geslagen op de mate van verwijtbaarheid van de werkgever en niet op de gevolgen van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst voor de werknemer. Helaas blijkt uit deze uitspraak niet hoe de kantonrechter vervolgens de verwijtbaarheid van de werkgever vertaalt in een billijke vergoeding. Wellicht komt daar binnenkort meer duidelijkheid over.

Wenst u naar aanleiding van dit artikel extra informatie, of wilt u een ontbindingsverzoek indienen bij de kantonrechter, dan zijn de arbeidsadvocaten van TEAM Advocaten u graag van dienst.

Bron: Beschikking ktr. Den Bosch d.d. 1 september 2015 (4336312\EJ VERZ 15-379\253)