Kennelijk onredelijk ontslag – wanneer is daarvan sprake?

Hebt u met betrekking tot kennelijk onredelijk ontslag vragen of behoefte aan direct advies of rechtsbijstand, kunt u altijd direct en kosteloos contact opnemen met onze arbeidsrecht advocaten. Bel ons op ons centrale telefoonnummer 030 252 35 20. Daarvoor brengen wij u vanzelfsprekend geen kosten in rekening. Een eerste telefonisch advies is altijd kosteloos.

Wanneer is sprake van kennelijk onredelijk ontslag?

In artikel 7:681 lid 1 BW is bepaald dat indien een van de partijen de arbeidsovereenkomst, al of niet met inachtneming van de voor de opzegging geldende bepalingen, kennelijk onredelijk opzegt, de rechter steeds aan de wederpartij een schadevergoeding kan toekennen. Daartoe dient eerst de vraag te worden beantwoord of de opzegging kennelijk onredelijk is. Indien het antwoord bevestigend is, komt de schadevergoeding aan de orde.

Op grond van artikel 7:681 lid 2 aanhef en onder b. BW zal opzegging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever onder andere kennelijk onredelijk kunnen worden geacht, wanneer, mede in aanmerking genomen de voor de werknemer getroffen voorzieningen en de voor hem bestaande mogelijkheden om ander passend werk te vinden, de gevolgen van de opzegging voor hem te ernstig zijn in vergelijking met het belang van de werkgever bij de opzegging.

Bij de beoordeling van de vraag of de gevolgen van de opzegging voor werknemer te ernstig zijn in vergelijking met het belang van de werkgever bij de opzegging, dient de rechter alle omstandigheden van het geval, zoals deze zich niet later dan het tijdstip met ingang van ontslag voordeden, in onderlinge samenhang in aanmerking te nemen (zie onder meer HR 15 februari 2008, LJN: BC2206). Echter, nadien intredende omstandigheden kunnen in aanmerking worden genomen voor zover zij aanwijzingen opleveren voor wat niet later dan op voormeld tijdstip kon worden verwacht (zie onder meer HR 8 april 2011, LJN: BP4804).

De enkele omstandigheid dat de werkgever geen vergoeding heeft aangeboden in verband met het eindigen van de arbeidsovereenkomst, maakt de opzegging niet kennelijk onredelijk (zie HR 27 november 2009, LJN: BJ6596), maar is wel een omstandigheid die, naast andere omstandigheden, kan worden meegewogen. Verder kunnen onder meer een rol spelen de omstandigheden zoals opgesomd als ‘catalogus van factoren’ in onder meer het arrest van het Hof Arnhem, nevenvestigingsplaats Leeuwarden, van 7 juli 2009 (LJN: BJ1688, JAR 2009, 198). (bron: www.rechtspraak.nl)