Onrechtmatige (ongeoorloofde) concurrentie – wanneer is daarvan sprake?

Wanneer is sprake van onrechtmatige (ongeoorloofde) concurrentie door een ex-werknemer die niet is gebonden aan een non-concurrentiebeding?

Uitgangspunt is dat een ex-werknemer, die in zijn handelen niet beperkt wordt door een relatie- of concurrentiebeding, in beginsel vrij staat zijn voormalige werkgever te beconcurreren.

Volgens vaste rechtspraak (sinds het arrest van de Hoge Raad van 9 december 1955, NJ 1956, 157, Boogaard/Vesta) is van ongeoorloofde concurrentie eerst sprake wanneer voldaan is aan drie vereisten, te weten: (1) het stelselmatig en substantieel afbreken van (2) het duurzame bedrijfsdebiet van de voormalige werkgever, dat de voormalige werknemer in het kader van de arbeidsovereenkomst mee heeft helpen opbouwen (3) met de hulpmiddelen die hij daartoe vertrouwelijk van zijn voormalige werkgever ter beschikking kreeg.

In het algemeen wordt de concurrentie van een voormalige werknemer jegens zijn voormalige werkgever pas als onrechtmatig, in de zin van ‘strijdig met de in het maatschappelijke verkeer betamende zorgvuldigheid’, beoordeeld, indien aan deze drie vereisten is voldaan.
(bron: www.rechtspraak.nl)

Hebt u met betrekking tot ongeoorloofde concurrentie (onrechtmatige concurrentie) vragen of behoefte aan direct advies of rechtsbijstand, kunt u altijd direct en kosteloos contact opnemen met ons advocatenkantoor. Dit gaat snel en u krijgt direct een van onze arbeidsrecht advocaten aan de telefoon. Bel ons nu op 030 252 35 20. Daarvoor brengen wij u vanzelfsprekend geen kosten in rekening.