Ontbinding arbeidsovereenkomst op verzoek werknemer

Verzoek van de werknemer om tussentijdse ontbinding van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. De mogelijkheid van tussentijdse opzegging, als bedoeld in art. 7:667 lid 1 BW, is niet schriftelijk tussen partijen overeengekomen. De kantonrechter honoreert het verzoek zonder toekenning van een vergoeding ten laste van de werknemer en overweegt dat er sprake is van een verandering van omstandigheden, nu de overeengekomen functie is vervallen, er sprake is van positieverslechtering van de werknemer en er een mogelijkheid is om haar positie te verbeteren door het aanvaarden van een andere baan.

Hebt u met betrekking tot een ontbinding arbeidsovereenkomst vragen of behoefte aan direct advies of rechtsbijstand, kunt u altijd direct en kosteloos contact opnemen met ons advocatenkantoor. Dit gaat snel en u krijgt direct een van onze ontslag advocaten aan de telefoon. Bel ons nu voor ontslag op 030 252 35 20. Daarvoor brengen wij u vanzelfsprekend geen kosten in rekening.

Uitspraak

RECHTBANK ALKMAAR
Sector Kanton

Locatie Alkmaar

Zaaknr/repnr.: 321427 \ OA VERZ 10-35
Uitspraakdatum: 24 maart 2010

Beschikking in de zaak van

[naam], wonende te Utrecht,
verzoekende partij,
verder te noemen: [werknemer],
gemachtigde: mr. x, advocaat te Utrecht,

tegen

de besloten vennootschap [naam], gevestigd te Almere,
verwerende partij,
verder te noemen: [werkgever],
gemachtigde: mr. y.

Het procesverloop

[werknemer] heeft op 27 januari 2010 een verzoek ingediend om de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden. [werkgever] heeft een verweerschrift ingediend. Bij brief van 9 maart 2010 heeft [werknemer] nog nadere stukken overgelegd. Het verzoek is behandeld ter zitting van 10 maart 2010. Vervolgens is vandaag uitspraak bepaald.

De uitgangspunten

1. [werknemer], geboren op 1 augustus 1979, is met ingang van 31 augustus 2009 bij [werkgever] in dienst getreden. De schriftelijke arbeidsovereenkomst is aangegaan voor bepaalde tijd, voor de duur van twaalf maanden en tot 31 augustus 2010, zonder de mogelijkheid van tussentijdse opzegging.

2. [werkgever] houdt zich bezig met het op projectbasis tewerkstellen van personeel bij opdrachtgevers.

3. In contacten voorafgaand aan de totstandkoming van de arbeidsovereenkomst, onder meer neergelegd in e-mails van […] (hierna: […]), projectcoördinator bij [werkgever], aan [werknemer], is gesproken over tewerkstelling van [werknemer] bij de gemeente Zeist, in de functie van Verkeerskundig medewerker. In aansluiting op die contacten is op 6 augustus 2009 in de schriftelijke arbeidsovereenkomst neergelegd dat [werknemer] als Verkeerskundig medewerker werkzaam zal zijn, tegen een bruto maandsalaris van € 2.600,- exclusief vakantiegeld, op basis van een werkweek van 32 uur.

4. In de loop van de maand september 2009 is gebleken dat het project bij de gemeente Zeist geen doorgang zou vinden en dat [werknemer] daar niet tewerk kon worden gesteld. In een gesprek op 28 september 2009 is door [werknemer] en […] over de ontstane situatie overleg gevoerd. Bij brief van 2 oktober is door [werkgever] naar aanleiding van dit gesprek aan [werknemer] meegedeeld dat zij met ingang van 5 oktober 2009 zal starten op het project bij de opdrachtgever gemeente Bergen (Noord-Holland), in de functie van Medewerker verkeer en vervoer. Verder heeft [werkgever] bij brief van 8 oktober 2009 aan [werknemer] onder meer het volgende meegedeeld: “Middels deze brief bevestigen wij, zoals afgesproken, het volgende. Jouw salaris bedraagt per 1 oktober 2009 een bedrag van € 2.150,00 bruto per maand op basis van een 24-urige werkweek.” [werknemer] is vanaf 1 oktober 2009 feitelijk gaan werken op het project bij de gemeente Bergen.

5. Bij brief van 27 november 2009 heeft [werknemer] aan [werkgever] onder andere het volgende geschreven: “Door middel van deze brief wil ik u op de hoogte stellen van mijn ontslagaanvraag per 1 januari 2010”. In reactie daarop heeft [werkgever] per e-mail van 27 november 2009 laten weten dat [werknemer] geen wettelijke mogelijkheid heeft om het tijdelijke arbeidscontract tussentijds op te zeggen.

Het geschil

6. [werknemer] verzoekt de arbeidsovereenkomst met [werkgever] zo snel mogelijk te ontbinden wegens gewichtige redenen, bestaande uit veranderingen in de omstandigheden, zonder toekenning van een vergoeding. Aan dit verzoek legt [werknemer] – kort weergegeven – ten grondslag dat de tussen partijen overeengekomen werkzaamheden ten aanzien van het project bij de gemeente Zeist zijn komen te vervallen en dat in verband daarmee zowel wat betreft reistijd als salaris na het aangaan van de arbeidsovereenkomst een positieverslechtering is opgetreden voor [werknemer]. Verder voert [werknemer] aan dat zij haar positie kan verbeteren doordat zij een baan kan aanvaarden bij de gemeente Amersfoort, voor vier dagen per week en tegen een salaris van € 2.900,- bruto per maand.

7. [werkgever] voert – kort weergegeven – het volgende aan. De arbeidsovereenkomst is aangegaan voor bepaalde tijd, zonder de mogelijkheid van tussentijdse opzegging, zodat de kanton¬rechter terughoudend moet zijn bij tussentijdse ontbinding. Mede in dat licht meent [werkgever] dat er geen veranderingen van omstandigheden zijn die tussentijdse ontbinding rechtvaardigen. Daarbij wijst [werkgever] erop dat partijen op 28 september 2009 een wijziging van het arbeidscontract zijn overeengekomen, in die zin dat [werknemer] vanaf oktober 2009 drie dagen per week werkzaam zou zijn in Bergen. Verder stelt [werkgever] zich op het standpunt dat de omstandigheid dat [werknemer] dichterbij huis kan werken geen ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigt. In geval van ontbinding verzoekt [werkgever] om toekenning van een vergoeding aan haar ten laste van [werknemer], gelijk aan het loon over de periode van ontbinding tot 31 augustus 2010.

8. Bij de beoordeling zal nog nader op de standpunten van partijen worden ingegaan.

De beoordeling

9. De kantonrechter is niet gebleken dat het verzoek verband houdt met het bestaan van een opzegverbod genoemd in artikel 685 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW).

10.1. In de eerste plaats moet de vraag worden beantwoord of er een zodanige veranderingen in de omstandigheden zijn dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve dadelijk of na korte tijd behoort te eindigen. Daarover wordt het volgende overwogen.

10.2. Het gaat in deze zaak om een verzoek van de werknemer, [werknemer], om tussentijdse ontbinding van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Vast staat dat de mogelijkheid van tussentijdse opzegging, als bedoeld in artikel 7:667 lid 1 BW, niet schriftelijk tussen partijen is overeengekomen. De kantonrechter kan in het midden laten of vanwege het ontbreken van een dergelijke opzeggingsmogelijkheid een zekere terughoudendheid gepast is bij tussentijdse ontbinding, zoals [werkgever] stelt. Ook uitgaande van een dergelijke terughoudendheid bij de beoordeling van het verzoek is de kantonrechter van oordeel dat in dit geval ontbinding gerechtvaardigd is, zoals hierna zal blijken. Overigens merkt de kantonrechter op dat de Aanbevelingen van de kring van kantonrechters (gepubliceerd op www.rechtspraak.nl) blijkens aanbeveling 3.6 tot uitgangspunt nemen dat het ontbreken van een opzeggingsmogelijkheid in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet in de weg staat aan tussentijdse ontbinding. De omstandigheid dat de arbeidsovereenkomst in een dergelijk geval tussentijds wordt ontbonden, leidt volgens die Aanbevelingen in beginsel wel tot toekenning van een vergoeding ten laste van de verzoeker. Daarop zal hierna onder 11 worden ingegaan.

10.3. Gelet op de door [werknemer] overgelegde e-mailberichten van […] kan als vaststaand worden aangenomen dat aan [werknemer] namens [werkgever] een baan is aangeboden bij de gemeente Zeist, als Verkeerskundig medewerker, tegen een bruto maandsalaris van € 2.600,- en op basis van een werkweek van 32 uur. […] heeft in dat kader ook samen met [werknemer] een bezoek gebracht aan de gemeente Zeist en er zijn op de betreffende functie gerichte studiefaciliteiten in het vooruitzicht gesteld. Verder is niet gesteld en ook niet gebleken dat […] [werknemer] er op enig moment op heeft gewezen dat het project bij de gemeente Zeist mogelijk geen doorgang zou kunnen vinden of dat er rekening moest worden gehouden met de mogelijkheid dat [werknemer] gedurende de looptijd van de arbeidsovereenkomst elders tewerkgesteld zou kunnen worden. De arbeidsovereenkomst moet daarom geacht worden te zijn aangegaan voor de functie bij de gemeente Zeist. Dat in de schriftelijke arbeidsovereenkomst niet expliciet is vermeld dat de overeengekomen arbeid de functie bij de gemeente Zeist betreft, doet daaraan niet af. Immers, in dit verband is niet alleen de schriftelijke overeenkomst bepalend, maar ook hetgeen […] namens [werkgever] heeft verklaard en [werknemer] op basis van die verklaringen mocht aannemen en verwachten. Vast staat verder dat in september 2009 is gebleken dat het project bij de gemeente Zeist geen doorgang kon vinden en dat [werkgever] de arbeidsovereenkomst in zoverre niet meer kon nakomen.

10.4. De werkzaamheden die [werknemer] vanaf oktober 2009, in de plaats van het werk bij de gemeente Zeist, feitelijk is gaan verrichten bij de gemeente Bergen, houden onmiskenbaar een positieverslechtering voor [werknemer] in, gelet alleen al op de veel langere reistijd en het lagere salaris.

10.5. Niet bestreden is dat [werknemer] per direct een andere baan kan aanvaarden bij de gemeente Amersfoort, tegen een bruto salaris van € 2.900,- en op basis van een werkweek van 32 uur.

10.6. Naar het oordeel van de kantonrechter brengt het vervallen van de overeengekomen functie bij de gemeente Zeist, bezien in samenhang met de daarop volgende positie¬verslechtering in het werk bij de gemeente Bergen en de mogelijkheid voor [werknemer] om haar positie te verbeteren door het aanvaarden van een baan bij de gemeente Amersfoort, een verandering van omstandigheden mee die rechtvaardigt dat de arbeidsovereenkomst behoort te eindigen. De kantonrechter zal de arbeidsovereenkomst daarom ontbinden per 1 april 2010.

11.1. Vervolgens moet de vraag worden beantwoord of het gelet op de omstandigheden van dit geval billijk is dat aan [werkgever] ten laste van [werknemer] een vergoeding wordt toegekend.

11.2. Volgens eerdergenoemde Aanbevelingen wordt bij tussentijdse ontbinding van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, waarbij de mogelijkheid van opzegging tijdens de overeengekomen duur van de arbeidsovereenkomst niet tussen partijen is overeengekomen, in beginsel een vergoeding toegekend ten bedrage van het aantal maandsalarissen dat de werknemer nog zou hebben ontvangen indien de arbeidsovereenkomst van rechtswege zou zijn geëindigd door het verstrijken van de duur waarvoor zij werd aangegaan. Hoewel de Aanbevelingen in dit verband uitgaan van een verzoek om ontbinding van de arbeidsovereenkomst door de werkgever en toekenning van een vergoeding ten laste van de werkgever, ziet de kantonrechter in beginsel geen reden om in geval van een verzoek door de werknemer en ten aanzien van de vraag of ten laste van de werknemer een vergoeding moet worden toegekend aan de werkgever, zoals hier aan de orde, een ander uitgangspunt te hanteren.

11.3. Echter, de kantonrechter ziet in de omstandigheden van dit geval aanleiding om, met toepassing van een correctiefactor van de Aanbevelingen, de ontbinding uit te spreken zonder daaraan een vergoeding te verbinden. Daartoe overweegt de kantonrechter dat de verandering van omstandigheden die de ontbinding rechtvaardigt, in de risicosfeer van [werkgever] ligt. Daarbij is in de eerste plaats van belang dat de arbeidsovereenkomst is aangegaan voor de functie bij de gemeente Zeist, zonder dat daarbij een voorbehoud is gemaakt, zoals hiervoor onder 10.3 is overwogen, maar dat [werkgever] [werknemer] feitelijk niet heeft kunnen tewerkstellen in die functie. Dat [werkgever] geen invloed heeft gehad op het besluit van de gemeente Zeist om de opdracht voor het project in te trekken, neemt niet weg dat deze omstandigheid voor haar risico komt. De positieverslechtering van [werknemer] door de tewerkstelling bij de gemeente Bergen komt ook voor rekening van [werkgever]. Ook indien zou worden uitgegaan van de juistheid van de stelling van [werkgever] dat in dit verband tussen partijen een wijziging van het arbeidscontract is overeengekomen en [werknemer] daarmee dus akkoord is gegaan, blijft staan dat deze wijziging is ingegeven door het wegvallen van de functie te Zeist. Daarbij komt dat [werkgever] geen, wat betreft functie, reisafstand en salaris, gelijkwaardige andere werkzaamheden heeft kunnen aanbieden aan [werknemer]. Het door [werkgever] aangeboden alternatief voor de functie bij de gemeente Bergen, te weten kantoorwerkzaamheden op de vestiging van [werkgever] in Almere, kan in dat verband niet als gelijkwaardig worden aangemerkt. Er viel in zoverre dus ook niet veel te kiezen voor [werknemer] – anders dan het geheel verliezen van haar baan – en mede in dat licht komt het niet voor haar risico en valt haar ook niet te verwijten dat zij met tewerkstelling bij de gemeente Bergen akkoord is gegaan of zich daar niet tegen heeft verzet. Ook de wens van [werknemer] om thans een andere functie te aanvaarden, is terug te voeren op het vervallen van de functie te Zeist en op het gebrek aan een gelijkwaardige andere functie bij [werkgever]. Ten slotte is nog van belang dat [werknemer] op uitnodiging van […] is ingegaan op een aanbod om een functie te aanvaarden voor het project bij de gemeente Zeist en dat [werknemer] daarvoor ontslag heeft genomen uit haar functie bij de gemeente Ronde Venen. In het licht van het voorgaande komt geen relevante betekenis meer toe aan de vraag of [werkgever] al dan niet schade leidt door de voortijdige beëindiging van de arbeidsovereenkomst.

12. Gelet op artikel 7:685 lid 10 BW is er geen aanleiding [werknemer] in de gelegenheid te stellen het verzoek in te trekken, nu zij niet om toekenning van een vergoeding heeft verzocht.

13. Beide partijen moeten de eigen proceskosten dragen.

De beslissing

De kantonrechter:

Ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 1 april 2010.

Bepaalt dat beide partijen de eigen kosten dragen.

Wijst het meer of anders verzochte af.
(bron: www.rechtspraak.nl)

Hebt u met betrekking tot een ontbinding arbeidsovereenkomst vragen of behoefte aan direct advies of rechtsbijstand, kunt u altijd direct en kosteloos contact opnemen met ons advocatenkantoor. Dit gaat snel en u krijgt direct een van onze ontslag advocaten aan de telefoon. Bel ons nu voor ontslag op 030 252 35 20. Daarvoor brengen wij u vanzelfsprekend geen kosten in rekening.