Schending concurrentieverbod – onrechtmatige concurrentie

Werknemer is eenmanszaak gestart welke voor ex-werkgever concurrerende werkzaamheden verricht. Werkgever vordert verbod om met name genoemde klanten te bedienen en verbod om documenten van haar afkomstig in de eigen eenmanszaak te gebruiken op grond van schending van het contractueel overeengekomen concurrentiebeding/ onrechtmatige concurrentie. Daarnaast vordert werkgever een voorschot op door haar geleden schade op grond van schending van het geheimhoudingsbeding. Vorderingen afgewezen.

De voorzieningenrechter oordeelt daartoe als volgt.

Geheimhoudingsbeding

In artikel 11 van het arbeidscontract staat, voor zover van belang, vermeld:
“Artikel 11 – Geheimhoudingsplicht
1)  Werknemer is zowel tijdens als na het dienstverband gehouden aan geheimhouding met betrekking tot alle bijzonderheden betreffende of verband houdende met het bedrijf van werkgever, alsmede het bedrijf van cliënten of opdrachtgevers van werkgever.
2)  Het is de werknemer derhalve verboden, zowel gedurende de arbeidsovereenkomst als na afloop daarvan, op enigerlei wijze aan derden, direct of indirect, in welke vorm dan ook en ik welke wijze dan ook, enige mededeling te doen van of aangaande hetgeen bij de uitvoering van zijn/haar functie te zijner/harer kennis is gekomen in verband met zaken en belangen van werkgever en van met werkgever gelieerde ondernemingen. Deze geheimhouding omvat mede alle gegevens van cliënten en andere relaties van werkgever waarvan werknemer uit hoofde van zijn/haar functie kennis heeft genomen.”

In artikel 15 van het Arbeidsreglement staat, voor zover van belang, vermeld:
“15 Geheimhoudingsplicht
Werknemer is zowel tijdens als na het einde van het dienstverband gehouden aan een strikte geheimhouding van alles wat hem omtrent de onderneming van werkgever bekend is. Dit houdt in dat kennis van en omtrent activiteiten die door de werkgever worden uitgeoefend niet aan derden mag worden overgedragen. Deze kennis omvat onder meer maar is zeker niet beperkt tot de klantenkring, de organisatie, technieken van leidinggeven, middelen, gereedschappen, toegepaste apparatuur en werkmethoden. In het algemeen alles dat onder zakengeheim wordt verstaan waarvan het vertrouwelijke karakter de werknemer bekend dient te zijn of waarvan hij het vertrouwelijke karakter redelijkerwijs kan vermoeden. Derhalve dient de werknemer zich strikt te onthouden van elke vorm van communicatie met derden en of verstrekken van informatie aan derden welke de belangen van de werkgever nu of in de toekomst kan schaden. (…)”

Ex-werknemer betwist gemotiveerd dat hij vertrouwelijke informatie aan derden heeft verstrekt. De voorzieningenrechter overweegt dat Werkgever geen feiten stelt waaruit blijkt dat Ex-werknemer aan derden enige mededeling heeft gedaan aangaande hetgeen bij de uitvoering van zijn functie te zijner kennis is gekomen. Ook is niet gesteld of gebleken welke vertrouwelijke mededeling als bedoeld in artikel 11 en het reglement artikel 15 Ex-werknemer aan derden zou hebben verstrekt of overgedragen. Uit de stelling dat Ex-werknemer documenten naar zijn privémail heeft doorgezonden, volgt niet dat hij deze ook aan derden heeft verstrekt. Van schending van het geheimhoudingsbeding is de voorzieningenrechter dan ook niet gebleken.

Concurrentiebeding

Het tussen partijen overeengekomen concurrentiebeding is beperkt tot een straal van 25 kilometer gerekend vanaf de vestiging van eiseres, dus vanaf Almelo. Ex-werknemer verricht met zijn eenmanszaak in [plaats] zijn werkzaamheden buiten deze straal van 25 kilometer en schendt hiermee derhalve het contractueel overeengekomen concurrentiebeding niet.
Het staat Ex-werknemer derhalve vrij om vanuit zijn vestiging in [plaats]voor Werkgever concurrerende werkzaamheden te verrichten. Concurrentie is in dat geval eerst onrechtmatig indien sprake is van bijkomende onrechtmatige omstandigheden.

Werkgever stelt dat Ex-werknemer stukken van klanten van Werkgever naar zijn privémailadres heeft gestuurd met als doel om vanuit zijn eigen onderneming die klanten verder te kunnen bedienen. Ex-werknemer betwist deze stelling. Werkgever verwijst naar de als productie 4 overgelegde mails van Ex-werknemer over heel 2010, zonder daarbij specifiek aan te geven welke mail dan dient ter onderbouwing van welke stelling. Uit de mailwisselingen blijkt weliswaar dat Ex-werknemer documenten naar zijn privémailadres heeft verstuurd, maar niet dat hij met gebruikmaking van deze documenten klanten van Werkgever vanuit zijn eigen onderneming thans verder bedient. Daarbij staat vast dat Ex-werknemer in 2010 regelmatig thuis werkte. Het verweer van Ex-werknemer dat hij de documenten nodig had om vanaf zijn eigen huis voor Werkgever te werken komt dan ook niet onaannemelijk voor. Een daling van de omzet van Werkgever in 2010 vergeleken met 2007 is, zonder nadere onderbouwing die ontbreekt, onvoldoende om uit af te leiden dat Ex-werknemer werkzaamheden van klanten van Werkgever heeft uitgesteld om deze thans vanuit zijn eigen onderneming uit te kunnen voeren.

Werkgever stelt verder dat Ex-werknemer actief klanten van Werkgever voor zijn eigen eenmanszaak geworven heeft. Ex-werknemer betwist deze stelling gemotiveerd en voert aan enkel voor [T] thans werkzaamheden te verrichten en dat dit tot stand is gekomen, nadat zij hem had benaderd. Werkgever adstrueert haar stelling niet maar stelt enkel dat het haar wel heel toevallig voorkomt dat het net die stukken zijn die Ex-werknemer naar zijn privémail heeft gestuurd die afkomstig zijn van klanten welke thans bij Werkgever weggaan en dat het ook toevallig is dat die klanten nu Ex-werknemer bellen. Volgens Ex-werknemer is het logisch dat de klanten hem bellen omdat hij de klanten circa 12 jaar heeft bediend en zij over zijn mobiele nummer beschikken, omdat hij geen zakelijk mobilenummer had.

Partijen betwisten over en weer elkaars stellingen. Een procedure in kort geding leent zich echter niet voor een uitgebreide bewijsvoering in deze. Het is aan Werkgever, als eisende partij in deze procedure in conventie om de grondslag van haar vordering met voldoende concrete stellingen te onderbouwen. Geconcludeerd dient te worden dat Werkgever hieraan niet heeft voldaan. Uit geen enkel stuk blijkt dat Ex-werknemer klanten van Werkgever geworven heeft.
De voorzieningenrechter stelt verder voorop dat het klanten die hun contract met Werkgever rechtsgeldig hebben opgezegd, vrij staat om een ander, als ook, Ex-werknemer, te benaderen.

Dat Ex-werknemer in zijn huidige onderneming gebruik maakt van documenten die afkomstig zijn van Werkgever, betwist Ex-werknemer en is overigens niet gebleken. Ook deze stelling onderbouwt Werkgever niet. Voor welke documenten Werkgever een gebruiksverbod vordert onder oplegging van verbeurte van een dwangsom is evenmin duidelijk. Werkgever kan hiervoor niet volstaan met een algemene verwijzing naar de mailwisseling die zij als productie 4 heeft overgelegd. Nu niet is gebleken dat Ex-werknemer in zijn huidige onderneming gebruik maakt van documenten die afkomstig zijn van Werkgever ontbreekt voor toewijzing van een verbod daartoe ieder belang. Of Ex-werknemer zich als slecht werknemer heeft gedragen door financiële gegevens van Werkgever door te sluizen naar zijn privémail, hetgeen Werkgever stelt en Ex-werknemer betwist, is dan niet meer van belang.

Uit het bovenstaande volgt dat van onrechtmatige concurrentie niet is gebleken.
Van een grond voor toewijzing van de vorderingen is de voorzieningenrechter niet gebleken zodat de vorderingen dienen te worden afgewezen.

Hebt u met betrekking tot een concurrentiebeding en/of geheimhoudingsbeding en/of onrechtmatige concurrentie  vragen of behoefte aan direct advies of rechtsbijstand, kunt u altijd direct en kosteloos contact opnemen met ons advocatenkantoor. Dit gaat snel en u krijgt direct een van arbeidsrecht advocaten aan de telefoon. Bel ons nu op 030 252 35 20. Daarvoor brengen wij u vanzelfsprekend geen kosten in rekening. Een eerste telefonisch advies is altijd kosteloos.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector civiel recht

zaaknummer: 118674 / KG ZA 11-47
datum vonnis: 24 maart 2011 (jm)

Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Almelo, rechtdoende in kort geding, in de zaak van:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Werkgever B.V.,
gevestigd te ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
verder te noemen Werkgever,
advocaat: mr. X,

tegen

Ex-werknemer,
wonende te [plaats],
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
verder te noemen Ex-werknemer,
gemachtigde mr. Y.

Het procesverloop

Werkgever heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding.
De zaak is behandeld ter terechtzitting van 17 maart 2011. Ter zitting zijn verschenen:
[X], directeur van Werkgever, vergezeld door mr.X Ex-werknemer vergezeld door mr.Y, optredende als gemachtigde. De standpunten zijn toegelicht. Ex-werknemer heeft ter zitting een vordering in reconventie ingesteld. Het vonnis is bepaald op vandaag.

De beoordeling van het geschil en de motivering van de beslissing

In conventie:
1.  In deze zaak staat het navolgende vast.
Ex-werknemer is vanaf mei 1998 tot 1 december 2010 in dienst geweest bij Werkgever laatstelijk in de functie van relatiebeheerder tegen een salaris van € 3.010, – bruto per maand, te vermeerderen met 8% vakantiegeld. In de arbeidsovereenkomst is onder andere een verbod op nevenwerkzaamheden opgenomen (artikel 8), een concurrentiebeding (artikel 10) en een geheimhoudingsbeding (artikel 11). Daarnaast hanteert Werkgever een arbeidsreglement waarvan zij op 16 november 2007 een afschrift aan Ex-werknemer heeft verstrekt. Naar dit arbeidsreglement wordt in de arbeidsovereenkomst verwezen. In het arbeidsreglement is behalve een concurrentiebeding en een geheimhoudingsbeding onder artikel 17 een passage opgenomen over het vrijgeven van bedrijfsinformatie. Hierin staat voor zover van belang:
(…) “Het is de werknemer verboden op welke wijze dan ook documenten, correspondentie of afschriften hiervan, dan wel andere zaken of goederen die hij in verband met zijn werkzaamheden bij de werkgever onder zich heeft gekregen, in zijn bezit te hebben of te houden, uitgezonderd voor zover en voor zolang dit voor de uitoefening van zijn werkzaamheden voor de werkgever is vereist. In ieder geval is de werknemer verplicht, zelfs zonder enig verzoek daartoe, om dergelijke documenten, correspondentie, afschriften, zaken of goederen aan het einde van het dienstverband (…) onmiddellijk aan de werkgever ter hand te stellen.”

2.   Ex-werknemer is na de uitdiensttreding bij Werkgever in zijn woonplaats [plaats] een eenmanszaak gestart waar hij voor Werkgever concurrerende werkzaamheden verricht.

3.1  Volgens Werkgever overtreedt Ex-werknemer het geheimhoudingsbeding als vastgelegd in het arbeidsreglement en in artikel 11 van de arbeidsovereenkomst. Werkgever vordert daarom veroordeling van Ex-werknemer tot betaling van € 5.000, – als zijnde een voorschot op de hierdoor geleden schade. De schade die Werkgever stelt te lijden bestaat uit omzetverlies vanwege het vertrek van een aantal van haar klanten.
3.2  Volgens Werkgever heeft Ex-werknemer stelselmatig het reglement overtreden en zich daarmee als slecht werknemer gedragen door financiële gegevens van Werkgever door te sluizen naar zijn privéadres en vele standaarddocumenten van Werkgever te verduisteren en te gebruiken om zijn eigen eenmanszaak een vliegende start te geven. Werkgever vordert daarom Ex-werknemer te verbieden op enigerlei wijze gebruik te maken van deze documenten, onder oplegging van een dwangsom.
3.3  Volgens Werkgever is er sprake van wanprestatie dan wel handelt Ex-werknemer onrechtmatig jegens haar nu hij vanuit zijn eigen onderneming klanten bedient, die voorheen klant waren bij Werkgever en Ex-werknemer werkzaamheden betreffende deze klanten heeft uitgesteld en doorgesluisd naar zijn eenmanszaak. Het gaat dan om de klanten: [V], [T], Medipreventiecentrum, Hands for Hair, Total Fitcare en [M] . Werkgever vordert daarom dat Ex-werknemer wordt veroordeeld om zijn huidige werkzaamheden ten behoeve van deze klanten te staken.

4.  Werkgever stelt spoedeisend belang te hebben bij de gevraagde voorziening nu zij door de handelwijze van Ex-werknemer dagelijks schade lijdt.

5. Ex-werknemer voert verweer, voor zover van belang zal hieronder op het verweer nader worden ingegaan.

De voorzieningenrechter oordeelt als volgt.

In conventie

Geheimhoudingsbeding

6.  In artikel 11 van het arbeidscontract staat, voor zover van belang, vermeld:
“Artikel 11 – Geheimhoudingsplicht
1)  Werknemer is zowel tijdens als na het dienstverband gehouden aan geheimhouding met betrekking tot alle bijzonderheden betreffende of verband houdende met het bedrijf van werkgever, alsmede het bedrijf van cliënten of opdrachtgevers van werkgever.
2)  Het is de werknemer derhalve verboden, zowel gedurende de arbeidsovereenkomst als na afloop daarvan, op enigerlei wijze aan derden, direct of indirect, in welke vorm dan ook en ik welke wijze dan ook, enige mededeling te doen van of aangaande hetgeen bij de uitvoering van zijn/haar functie te zijner/harer kennis is gekomen in verband met zaken en belangen van werkgever en van met werkgever gelieerde ondernemingen. Deze geheimhouding omvat mede alle gegevens van cliënten en andere relaties van werkgever waarvan werknemer uit hoofde van zijn/haar functie kennis heeft genomen.”

7.  In artikel 15 van het Arbeidsreglement staat, voor zover van belang, vermeld:
“15 Geheimhoudingsplicht
Werknemer is zowel tijdens als na het einde van het dienstverband gehouden aan een strikte geheimhouding van alles wat hem omtrent de onderneming van werkgever bekend is. Dit houdt in dat kennis van en omtrent activiteiten die door de werkgever worden uitgeoefend niet aan derden mag worden overgedragen. Deze kennis omvat onder meer maar is zeker niet beperkt tot de klantenkring, de organisatie, technieken van leidinggeven, middelen, gereedschappen, toegepaste apparatuur en werkmethoden. In het algemeen alles dat onder zakengeheim wordt verstaan waarvan het vertrouwelijke karakter de werknemer bekend dient te zijn of waarvan hij het vertrouwelijke karakter redelijkerwijs kan vermoeden. Derhalve dient de werknemer zich strikt te onthouden van elke vorm van communicatie met derden en of verstrekken van informatie aan derden welke de belangen van de werkgever nu of in de toekomst kan schaden. (…)”

8.   Ex-werknemer betwist gemotiveerd dat hij vertrouwelijke informatie aan derden heeft verstrekt. De voorzieningenrechter overweegt dat Werkgever geen feiten stelt waaruit blijkt dat Ex-werknemer aan derden enige mededeling heeft gedaan aangaande hetgeen bij de uitvoering van zijn functie te zijner kennis is gekomen. Ook is niet gesteld of gebleken welke vertrouwelijke mededeling als bedoeld in artikel 11 en het reglement artikel 15 Ex-werknemer aan derden zou hebben verstrekt of overgedragen. Uit de stelling dat Ex-werknemer documenten naar zijn privémail heeft doorgezonden, volgt niet dat hij deze ook aan derden heeft verstrekt. Van schending van het geheimhoudingsbeding is de voorzieningenrechter dan ook niet gebleken.

Concurrentiebeding

9.  Het tussen partijen overeengekomen concurrentiebeding is beperkt tot een straal van 25 kilometer gerekend vanaf de vestiging van eiseres, dus vanaf Almelo. Ex-werknemer verricht met zijn eenmanszaak in [plaats] zijn werkzaamheden buiten deze straal van 25 kilometer en schendt hiermee derhalve het contractueel overeengekomen concurrentiebeding niet.
Het staat Ex-werknemer derhalve vrij om vanuit zijn vestiging in [plaats]voor Werkgever concurrerende werkzaamheden te verrichten. Concurrentie is in dat geval eerst onrechtmatig indien sprake is van bijkomende onrechtmatige omstandigheden.

10.  Werkgever stelt dat Ex-werknemer stukken van klanten van Werkgever naar zijn privémailadres heeft gestuurd met als doel om vanuit zijn eigen onderneming die klanten verder te kunnen bedienen. Ex-werknemer betwist deze stelling. Werkgever verwijst naar de als productie 4 overgelegde mails van Ex-werknemer over heel 2010, zonder daarbij specifiek aan te geven welke mail dan dient ter onderbouwing van welke stelling. Uit de mailwisselingen blijkt weliswaar dat Ex-werknemer documenten naar zijn privémailadres heeft verstuurd, maar niet dat hij met gebruikmaking van deze documenten klanten van Werkgever vanuit zijn eigen onderneming thans verder bedient. Daarbij staat vast dat Ex-werknemer in 2010 regelmatig thuis werkte. Het verweer van Ex-werknemer dat hij de documenten nodig had om vanaf zijn eigen huis voor Werkgever te werken komt dan ook niet onaannemelijk voor. Een daling van de omzet van Werkgever in 2010 vergeleken met 2007 is, zonder nadere onderbouwing die ontbreekt, onvoldoende om uit af te leiden dat Ex-werknemer werkzaamheden van klanten van Werkgever heeft uitgesteld om deze thans vanuit zijn eigen onderneming uit te kunnen voeren.

11.  Werkgever stelt verder dat Ex-werknemer actief klanten van Werkgever voor zijn eigen eenmanszaak geworven heeft. Ex-werknemer betwist deze stelling gemotiveerd en voert aan enkel voor [T] thans werkzaamheden te verrichten en dat dit tot stand is gekomen, nadat zij hem had benaderd. Werkgever adstrueert haar stelling niet maar stelt enkel dat het haar wel heel toevallig voorkomt dat het net die stukken zijn die Ex-werknemer naar zijn privémail heeft gestuurd die afkomstig zijn van klanten welke thans bij Werkgever weggaan en dat het ook toevallig is dat die klanten nu Ex-werknemer bellen. Volgens Ex-werknemer is het logisch dat de klanten hem bellen omdat hij de klanten circa 12 jaar heeft bediend en zij over zijn mobiele nummer beschikken, omdat hij geen zakelijk mobilenummer had.

12.  Partijen betwisten over en weer elkaars stellingen. Een procedure in kort geding leent zich echter niet voor een uitgebreide bewijsvoering in deze. Het is aan Werkgever, als eisende partij in deze procedure in conventie om de grondslag van haar vordering met voldoende concrete stellingen te onderbouwen. Geconcludeerd dient te worden dat Werkgever hieraan niet heeft voldaan. Uit geen enkel stuk blijkt dat Ex-werknemer klanten van Werkgever geworven heeft.
De voorzieningenrechter stelt verder voorop dat het klanten die hun contract met Werkgever rechtsgeldig hebben opgezegd, vrij staat om een ander, als ook, Ex-werknemer, te benaderen.

13.  Dat Ex-werknemer in zijn huidige onderneming gebruik maakt van documenten die afkomstig zijn van Werkgever, betwist Ex-werknemer en is overigens niet gebleken. Ook deze stelling onderbouwt Werkgever niet. Voor welke documenten Werkgever een gebruiksverbod vordert onder oplegging van verbeurte van een dwangsom is evenmin duidelijk. Werkgever kan hiervoor niet volstaan met een algemene verwijzing naar de mailwisseling die zij als productie 4 heeft overgelegd. Nu niet is gebleken dat Ex-werknemer in zijn huidige onderneming gebruik maakt van documenten die afkomstig zijn van Werkgever ontbreekt voor toewijzing van een verbod daartoe ieder belang. Of Ex-werknemer zich als slecht werknemer heeft gedragen door financiële gegevens van Werkgever door te sluizen naar zijn privémail, hetgeen Werkgever stelt en Ex-werknemer betwist, is dan niet meer van belang.

14.  Uit het bovenstaande volgt dat van onrechtmatige concurrentie niet is gebleken.
Van een grond voor toewijzing van de vorderingen is de voorzieningenrechter niet gebleken zodat de vorderingen dienen te worden afgewezen.

In reconventie

15.  De voorzieningenrechter is van oordeel dat Ex-werknemer niet ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn vordering in reconventie. De eisen van een goede procesorde en het beginsel van hoor en wederhoor staan hieraan in de weg. Een eis in reconventie kan alleen worden ingesteld door een partij die bij advocaat is verschenen en dient bovendien uiterlijk 24 uur vóór de zitting schriftelijk aan de wederpartij en de voorzieningenrechter te zijn meegedeeld en niet zoals in casu eerst tijdens de mondelinge behandeling na de toelichting van Werkgever (artikel 7.1 en 7.2 Procesreglement kort gedingen rechtbanken sector civiel/familie).

De beslissing

De voorzieningenrechter:

In conventie:
I.  wijst de vorderingen af;

II.  veroordeelt Werkgever in de kosten van dit geding, tot op deze uitspraak aan de zijde van
Ex-werknemer begroot op € 258, – aan verschotten en € 527, – aan salaris van de gemachtigde.

In reconventie:

III.  verklaart Ex-werknemer niet ontvankelijk in zijn vordering;

IV.  veroordeelt Ex-werknemer in de kosten van dit geding, tot op deze uitspraak aan de zijde van Werkgever begroot op € 527, – aan salaris van de advocaat.

(bron: www.rechtspraak.nl)