Verhaal van schade toegebracht door werknemer – bewuste roekeloosheid

In artikel 7:661 lid 1 BW is bepaald dat de werknemer die bij de uitvoering van de overeenkomst schade toebrengt aan de werkgever te dier zake niet jegens de werkgever aansprakelijk is, tenzij de schade een gevolg is van zijn opzet of bewuste roekeloosheid. Uit de omstandigheden van het geval kan blijkens het artikel, mede gelet op de aard van de overeenkomst, anders voortvloeien.

In het navolgende wordt uitsluitend ingegaan op de vraag wanneer sprake is van ‘bewuste roekeloosheid’.

Blijkens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad is van bewuste roekeloosheid in de zin van artikel 7:661 BW sprake, indien de werknemer onmiddellijk voorafgaand aan het schadetoebrengend voorval daadwerkelijk besefte dat hij zich daarvan in verband met de aanmerkelijke kans op verwezenlijking van het daardoor in het leven geroepen gevaar had behoren te onthouden. Het artikel strekt, zo is uit die jurisprudentie af te leiden, ertoe de werknemer te beschermen door bij de aan zijn schuld te stellen eisen rekening te houden met het ervaringsfeit dat de dagelijkse omgang hem er licht toe zal brengen niet alle voorzichtigheid in acht te nemen die ter voorkoming van schadetoebrengende voorvallen geraden is (vgl. Hoge Raad 14 oktober 2005, LJN AU2235 en Hoge Raad 1 februari 2008, LJN BB6175).  (bron: www.rechtspraak.nl)

Hebt u met betrekking tot de aansprakelijkheid van een werknemer voor schade vragen of behoefte aan direct advies of rechtsbijstand, kunt u altijd contact opnemen met ons advocatenkantoor. Dit gaat snel en u krijgt direct een van onze arbeidsrecht advocaten aan de telefoon. Bel ons op 030 252 35 20. Daarvoor brengen wij u vanzelfsprekend geen kosten in rekening.