De betekenis van de achtergestelde vordering

De achtergestelde vordering is een bijzondere rechtsfiguur in het Nederlandse privaatrecht. Het is het spiegelbeeld van het voorrecht in faillissement. Uitgangspunt binnen het Nederlands faillissementsrecht is dat alle vorderingen een gelijke rang toekomt (zij zijn concurrent), behoudens uit de wet voortvloeiende voorrechten. Belangrijk is hierbij op te merken dat aan pand- en hypotheekhouders een seperatisten-positie toekomt, hetgeen zelfs boven voorrecht gaat (3:278 BW). Een voorbeeld van een uit de wet voorvloeiend voorrecht is het voorrecht op grond van aanneming van werk (3:285 BW). De achterstelling zorgt juist voor een verlaging van de rang van het verhaalsrecht. Waarom dit in bepaalde gevallen wenselijk wordt geacht en wat een achterstelling inhoudt, is het onderwerp van deze blog.

De achterstelling

Achterstelling van een vordering houdt in dat de vordering bij verhaal in faillissement ondergeschikt wordt gemaakt aan een of meer andere vorderingen die kunnen worden verhaald op hetzelfde vermogen. De wettelijke grondslag hiervoor berust op artikel 3:277 lid 2 BW. De vordering krijgt hiermee dus een lagere rang dan deze zou hebben op grond van de rangorde in faillissement. Over het algemeen wordt een vordering zodanig achtergesteld dat deze in rangorde pas verhaald kan worden nadat de concurrente schuldeisers zijn voldaan, maar doorgaans wordt wel voorrang behouden op de vorderingen van aandeelhouders in het faillissement.

In de literatuur wordt een onderscheid gemaakt tussen eigenlijke en oneigenlijke achtergestelde vorderingen. Met het begrip eigenlijke achterstelling wordt een overeenkomst van achterstelling op grond van artikel 3:277 lid 2 aangeduid. Schuldeiser en schuldenaar zijn dan uitdrukkelijk overeengekomen dat aan de vordering een lagere rang wordt toegekend. Met het begrip oneigenlijke achterstelling wordt een overeenkomst aangeduid die niet gebaseerd is op artikel 3:227 lid 2 BW, maar die wel de praktische consequentie heeft dat een vordering pas verhaald kan worden nadat concurrente vorderingen zijn voldaan. Een voorbeeld is de situatie waarbij twee schuldeisers overeenkomen dat de junior schuldeiser zich niet zal verhalen op het vermogen van de schuldenaar, totdat de senior schuldeiser is voldaan. Aan de vordering van de junior schuldeiser komt nu praktisch gezien een lagere rang toe, omdat hij moet wachten met het verhalen van zijn vordering totdat de senior zich heeft verhaald.

Gebruik in de praktijk

Men kan in de praktijk ruwweg twee situaties onderscheiden, waarin het nuttig kan zijn gebruik te maken van een overeenkomst van achterstelling. De eerste situatie is die waarbij een bank geld leent aan een kleine MKB-onderneming, die deels gefinancierd wordt door insiders, zoals aandeelhouders en bestuurders van de schuldenaar. Een derde-financier, zoals een bank, zal willen voorkomen dat de schuldenaar in faillissement voorrang geeft aan uitkering aan de insiders (gezien de persoonlijke band die bestaat tussen de schuldenaar en de insider). De bank zal dan van de insiders verlangen dat zij hun vordering tot terugbetaling van het beschikbaar gestelde kapitaal achterstellen bij de vordering van de bank op de schuldenaar. Zo voorkomt de bank dat zij geen uitkering ontvangt.

De overeenkomst van achterstelling wordt in de tweede plaats gebruikt door banken en grote ondernemingen om hun kredietwaardigheid te versterken. In het bijzonder op de bank rust de plicht om een aanzienlijk buffervermogen aan te houden. Dit zal deels bestaan uit eigen vermogen en deels gefinancierd worden met achtergestelde leningen. De kredietpositie van de bank ten opzichte van overige schuldeisers wordt hiermee sterker, nu hun vorderingen kunnen worden voldaan uit dit bufferkapitaal. Zij hebben daarbij een voorrangspositie ten opzichte van de verschaffers van dit kapitaal, nu deze laatste hun vorderingen hebben achtergesteld. Het aantrekken van vermogen door middel van een achtergestelde lening is voorts in fiscaal opzicht voordelig, nu de rente op leningen aftrekbaar is van de vennootschapsbelasting.

Conclusie

Al met al is de overeenkomst van achterstelling een bijzonder figuur in het Nederlands faillissementsrecht. De mogelijkheid om aan vorderingen geen voorrang te verlenen, maar deze juist een lagere rang toe te kennen kan in sommige gevallen nuttig zijn, nu het crediteuren de flexibiliteit biedt om hun onderlinge verhoudingen nader te vormen naar de omstandigheden van het geval