Een effectievere en efficiëntere regeling het beslag- en executierecht

Op 18 juni 2020 publiceerde Sander Dekker (minister voor Rechtsbescherming) een nieuw wetsvoorstel waarin het beslag- en executierecht is herzien (Stb 2020, 177). Met de herziening is een drietal doelstellingen nagestreefd: (1) een beter bestaansminimum voor schuldenaren, (2) beslaglegging en executie effectiever en efficiënter maken en (3) voorkomen dat beslaglegging enkel als pressiemiddel wordt ingezet. In dit blog wordt nader ingegaan op de tweede doelstelling en de wijzigingen die in het verlengde daarvan zijn doorgevoerd.

Allereerst brengt de herziening een bevragingsbevoegdheid naar rekeningnummergegevens met zich mee. Artikel 475aa Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) verleent de gerechtsdeurwaarder die in het bezit is van een executoriale titel twee nieuwe bevoegdheden. Zo kan hij de schuldenaar vragen waar hij bankiert, waarop de schuldenaar dan verplicht is te antwoorden. De gerechtsdeurwaarder kan daarnaast bij banken vragen of de schuldenaar daar bankiert. Dit kan voorkomen dat beslag wordt gelegd bij de verkeerde bank.

De tweede wijziging heeft betrekking op de mogelijkheid om online executieverkoop te doen en online veilingen te organiseren voor roerende zaken. Voor onroerende zaken was dit al langer mogelijk. De website waarop de verkoop plaatsvindt en de periode waarbinnen men kan bieden, worden tezamen met de datum en het tijdstip van de verkoop tegelijk met het proces-verbaal van beslag betekend aan de schuldenaar.

De derde wijziging die moet leiden tot effectievere en efficiëntere beslaglegging en executie ziet op de verklaringstermijn van de derdenverklaring uit artikel 476a Rv. Deze termijn bedroeg altijd vier weken gerekend vanaf het moment van beslaglegging. Na die vier weken zou de derde-beslagene moeten verklaren welke zaken en vorderingen onder het beslag vallen. Binnen deze termijn kan de schuldenaar niet beschikken over het beslagene. Met de wijziging in artikel 476a Rv is deze termijn verkort naar twee weken. Er bestaat nog wel een mogelijkheid voor de schuldenaar om de termijn toch te verlengen naar vier weken. De verkorte termijn brengt met zich mee dat het beslag spoediger kan worden afgehandeld, waardoor de schuldenaar weer sneller kan beschikken over het beslagene.

Ten vierde is administratief beslag op motorrijtuigen en aanhangwagens mogelijk door de herziening. Voorheen moest de gerechtsdeurwaarder een auto daadwerkelijk onder ogen zien om beslag te kunnen leggen op de auto. Dit leidde in de praktijk vaak tot pogingen om een auto te vinden om beslag op te kunnen leggen. Daarna volgde dan bewaargeving zodat de auto leverbaar was bij verkoop.

Door de nieuwe regeling is het ook mogelijk om administratief beslag te leggen op motorrijtuigen en aanhangwagens. De gerechtsdeurwaarder kan dan beslagleggen door zich te baseren op het kentekenregister van RDW met de naam van de kentekenhouder. Dat brengt met zich mee dat ook beslag kan worden gelegd op motorijtuigen die zich in het buitenland bevinden. Door de registratie bij de RDW wordt tenaamstelling geblokkeerd zodat een motorrijtuig niet meer op naam van een derde gesteld kan worden. De blokkade wordt in het openbare register zichtbaar gemaakt voor derden. Pas wanneer de gerechtsdeurwaarder het proces-verbaal ondertekent zal daadwerkelijk beslag zijn gelegd. Het is dus niet zo dat de registratie bij de RDW als beslagmoment geldt.

Echter bepaalt het kentekenregister alleen wie kentekenhouder is, er kan een andere eigenaar bestaan. Hier moet dus wel rekening mee worden gehouden bij beslaglegging.

Tot slot is het eerste lid van artikel 438 Rv gewijzigd zodat er duidelijkheid komt wanneer de kantonrechter, naast de rechtbank, bevoegd is om executiegeschillen in kantonzaken te beslechten. De nieuwe regeling stelt dat wanneer een geschil ontstaat in verband met de executie van een door de kantonrechter afgegeven executoriale titel, deze zelfde kantonrechter bevoegd is het geschil te beslechten. Het voordeel hiervan is dat schuldenaren laagdrempeliger kunnen procederen bij de kantonrechter.

De wijzigingen in het beslag- en executierecht brengen dus met zich mee dat op meerdere gebieden efficiënter en effectiever te werk kan worden gegaan. Zo wordt met de nieuwe regeling een bevragingsbevoegdheid naar rekeningnummergegevens gecreëerd om te voorkomen dat beslag wordt gelegd bij de verkeerde bank. Daarnaast kan de aankondiging van executieverkoop en de veilingen van roerende zaken nu ook online plaatsvinden. Bovendien kan beslag worden gelegd op voertuigen, zonder dat deze voertuigen daadwerkelijk zichtbaar zijn en zal daardoor de kans op tenaamstelling aan een derde, voordat de auto in beslag wordt genomen, kleiner zijn. Tevens brengt de verkorte termijn van derdenverklaring met zich mee dat de schuldenaar weer sneller over het beslagene, zoals bijvoorbeeld een bankrekening, kan beschikken. Tot slot wordt er meer duidelijkheid geschept over de bevoegdheid van de kantonrechter bij geschillen over executie. Of dit écht allemaal gaat bijdragen aan de effectiviteit en efficiëntie van beslaglegging en executie zal de toekomst moeten uitwijzen.