aanzeggen verlengd arbeidscontract voor bepaalde tijd contract vereist?

Artikel 7:668 BW bepaalt dat de werkgever de werknemer tijdig en schriftelijk dient te informeren of een arbeidscontract voor bepaalde tijd niet wordt voortgezet, dan wel te laten weten onder welke voorwaarden hij de arbeidsovereenkomst wenst te verlengen. Deze regel: schriftelijk en tijdig, dat wil zeggen uiterlijk één maand voordat het arbeidscontract van rechtswege eindigt,  is alleen van toepassing voor arbeidsovereenkomsten die zijn aangegaan voor een periode van zes maanden of langer.

Hoe hier nu mee om te gaan, indien een arbeidscontract voor bijvoorbeeld zeven maanden, aansluitend is verlengd met een arbeidscontract voor drie maanden? Heeft dan te gelden dat er samengeteld een contract voor tien maanden is ontstaan, dat één maand voor afloop van deze 10 maanden termijn opnieuw dient te worden aangezegd?

De wettekst geeft hier geen duidelijkheid over. Ook uit de toelichting op deze wettekst blijkt niet hoe te handelen. De parlementaire geschiedenis biedt uitkomst: voor een dergelijk verlengd contract, is niet opnieuw  aanzegging nodig indien de verlenging van dit contract is gesteld op een periode korter dan zes maanden. In een dergelijk geval zal dit contract van rechtswege eindigen, zonder dat de werkgever een aanzegvergoeding verschuldigd wordt.

Voor wat betreft de arbeidsmarkt die meer in balans moet komen te liggen, is de onzekerheid over een mogelijk volgende verlenging door de wetgever richting de werknemer voor kortdurende contracten bij de werknemer gelegd. Laat een werkgever na om tijdig in overleg te treden over een mogelijke verdere verlenging, of kaart de werknemer dit niet aan, dan heeft de werkgever de mogelijkheid om zonder sanctie het contract  te laten eindigen