Buitengerechtelijke kosten

Wettelijk is geregeld dat aan consument – schuldenaren veertien dagen dient te worden geboden om alsnog de vordering te voldoen, zonder dat incassokosten verschuldigd worden. De Hoge Raad heeft op 25 november 2016 preduciële vragen beantwoord over buitengerechtelijke kosten op de voet van artikel 6:96 lid 6 BW (ECLI: NL: HR: 2016: 270).

De Hoge Raad heeft bij de beantwoording van deze vragen duidelijk beantwoord aan welke formulering meer moet worden voldaan, willen buitengerechtelijke kosten daadwerkelijk verschuldigd worden door de consument – schuldenaar. De Hoge Raad geeft dat aan de formulering voldoet indien: is aangezegd dat “binnen veertien dagen vanaf de dag nadat deze brief bij u is bezorgd of binnen vijftien dagen nadat deze brief is bezorgd” buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn. De tekst van de gebruikelijke standaard veertien dagen brief, zoals wordt gebruikt door veel deurwaarders en incassogemachtigden, zal na deze beantwoording dan ook waarschijnlijk niet veel meer voorkomen, dit te meer aangezien een onjuiste vermelde termijn niet valt te repareren. Ingeval een onjuiste termijn is opgenomen in de aanzegging is de consument schuldenaar namelijk helemaal geen buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd (derhalve ook niet gematigd). De Hoge Raad heeft zich verder uitgelaten dat in zaken op tegenspraak – net als in verstek zaken – de rechter bevoegd is om uit eigen beweging te onderzoeken of de aanspraak op de buitengerechtelijke kosten voldoet aan de eisen van artikel 6:96 leden 5 – 7 BW.

Vragen:

 Heeft u vragen over buitengerechtelijke kosten c.q. de verschuldigdheid daarvan, dan wel over de hoogte van op te leggen buitengerechtelijke incassokosten, dan kunt vrijblijvend contact opnemen met een van onze advocaten gespecificeerd in het procesrecht.

U kunt ons ook uw vraag per e-mail toezenden.Wij doen ons best daarop binnen korte tijd te reageren.