Opzegging huurovereenkomst 7:290 winkelruimte op grond van renovatieplannen

In deze zaak (gepubliceerd onder nummer ECLI:NL:RBROT:2018:8918) heeft de rechtbank Rotterdam een opzegging door verhuurder beoordeeld op de voet van 7:269 lid 4 juncto lid 1 sub b BW zijnde een opzegging door de verhuurder wegens renovatie van de bedrijfsruimte die zonder beëindiging van de huur niet mogelijk is.

In jurisprudentie is vastgesteld dat indien bij renovatie plaats en functie van het gehuurde in beginsel gelijk blijven, de huurovereenkomst moet worden voortgezet. In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam in het kader van de belangenafweging (7:296 lid 3 BW) geoordeeld in het voordeel van huurder. In deze zaak heeft de kantonrechter namelijk geoordeeld dat verhuurder te weinig concreet is over de invulling van het voorgenomen/aangekondigde renovatieplan en daarmee onvoldoende aantoont dat de huurovereenkomst na uitvoering van het renovatieplan niet kan worden voortgezet. De rechtbank Rotterdam concludeert daardoor dat er onvoldoende gronden aanwezig zijn om tot beëindiging van de huurovereenkomst te kunnen komen nu op basis van algemene gesteldheden niet kan worden geconcludeerd dat verhuurder het gehuurde dringend nodig heeft voor eigen gebruik (7:296 lid 1 sub b BW).

Toelichting

Dit vonnis stemt overeen met bestendige jurisprudentie waaruit volgt dat rechters minder snel besluiten tot beëindiging van huurovereenkomst voor winkelruimte op de voet van 7:290 BW. In jurisprudentie werd tot kort aangenomen dat bedrijfseconomisch redenen voldoende zijn om het dringend nodig hebben voor eigen gebruik aannemelijk te achten. Algemeen uitgangspunt hierbij is dat de verhuurder “het dringend nodig hebben” voor eigen gebruik aannemelijk moet maken. Hierbij kunnen toekomstige omstandigheden een rol spelen. Uit jurisprudentie volgt verder dat omstandigheden dat een bouwvergunning nog niet is verleend en/of de plannen nog niet volledig concreet zijn uitgedacht, niet in de weg staan aan een beëindiging in verband met renovatie.

Deze uitspraak wijkt hiervan in zoverre af dat het onvoldoende concreet zijn door verhuurder over de renovatieplannen wel aanleiding is om het verzoek tot beëindiging op grond van renovatie af te wijzen.

 Vragen?

Heeft u vragen over de mogelijkheden tot een beëindiging van een huurovereenkomst wegens renovatie en/of in hoeverre hiertegen verweer kan worden gevoerd alsmede welke vergoedingen aan verhuis- en inrichtingskosten in geval van renovatie kunnen worden gevorderd, dan kunt u vrijblijvend contact opnemen met een van onze huurrechtadvocaten. U kunt ook uw vraag per e-mail toezenden door gebruik te maken van de button ‘Stel direct uw vraag’. Wij zullen dan zo spoedig mogelijk contact met u opnemen.