verplichte beëindiging van slapend dienstverband

Inleiding

Onlangs heeft de Hoge Raad in zijn prejudiciële beslissing bepaald dat het slapend dienstverband door werkgevers niet in stand mag worden gehouden.[1] Het slapend dienstverband is een dienstverband dat na twee jaar arbeidsongeschiktheid van de werknemer niet is opgezegd door de werkgever en waarbij de werknemer ook geen loon meer ontvangt.[2] In deze blog komt aan de orde waar deze verplichting om het slapend dienstverband te beëindigen op wordt gebaseerd en onder welke omstandigheden deze verplichting niet geldt.

 Goed werkgeverschap

In artikel 7:611 BW is neergelegd dat de werkgever zich als een goede werkgever dient te gedragen. Deze gedragsnorm brengt volgens de Hoge Raad mee dat de werkgever in beginsel gehouden is om een einde te maken aan het slapend dienstverband op verzoek van de werknemer indien is voldaan aan de volgende vereisten: a) de opzegging is gebaseerd op het wegvallen van arbeidsplaatsen dan wel op de arbeidsongeschiktheid van de werknemer als gevolg van ziekte of gebreken, en b) herplaatsing van de werknemer is binnen een redelijke termijn niet mogelijk.[3] De werknemer kan jegens de werkgever op grond van deze norm ook aanspraak maken op de betaling van een vergoeding.[4]

 Toch geen beëindiging van de arbeidsovereenkomst

Op de regel dat de werkgever het slapend dienstverband moet beëindigen, wordt een uitzondering gemaakt indien de werkgever stelt, en zo nodig bewijst, dat hij een redelijk belang heeft bij de voortzetting van dit dienstverband.[5] Hierbij kan worden gedacht aan reële integratiemogelijkheden voor de werknemer. De omstandigheid dat de werknemer bijna de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, levert echter geen grond op om van de beëindiging van het dienstverband af te zien.

Tot slot

Met het arrest van de Hoge Raad is een einde gekomen aan de onzekerheid die bestond met betrekking tot het slapend dienstverband. De werkgever kan dit dienstverband in beginsel niet meer laten voortbestaan totdat de werknemer met pensioen gaat om zo te voorkomen dat aan de werknemer een transitievergoeding moet worden betaald. Het slapend dienstverband moet namelijk worden beëindigd op verzoek van de werknemer, tenzij een redelijk belang zich tegen de beëindiging verzet. Heeft u vragen over het slapend dienstverband? Neem dan contact op met TEAM Advocaten.

 

[1] HR 8 november 2019, ECLI:NL:HR:2019:1734.

[2] HR 8 november 2019, ECLI:NL:HR:2019:1734, r.o. 2.1.

[3] HR 8 november 2019, ECLI:NL:HR:2019:1734, r.o. 2.7.3 & artikel 7:699 lid 1 en lid 2 sub a of sub b BW.

[4] HR 8 november 2019, ECLI:NL:HR:2019:1734, r.o. 2.7.2.

[5] HR 8 november 2019, ECLI:NL:HR:2019:1734, r.o. 2.7.3.