Wanprestatie – klachttermijn

Wanprestatie – klachttermijn ingeval van niet-consumentenkoop

Artikel 7:23 BW luidt als volgt:

1.      De koper kan er geen beroep meer op doen dat hetgeen is afgeleverd niet aan de overeenkomst beantwoordt, indien hij de verkoper daarvan niet binnen bekwame tijd nadat hij dit heeft ontdekt of redelijkerwijs had behoren te ontdekken, kennis heeft gegeven. Blijkt echter aan de zaak een eigenschap te ontbreken die deze volgens de verkoper bezat, of heeft de afwijking betrekking op feiten die hij kende of behoorde te kennen doch die hij niet heeft meegedeeld, dan moet de kennisgeving binnen bekwame tijd na de ontdekking geschieden. Bij een consumentenkoop moet de kennisgeving binnen bekwame tijd na de ontdekking geschieden, waarbij een kennisgeving binnen een termijn van twee maanden na de ontdekking tijdig is.

2.      Rechtsvorderingen en verweren, gegrond op feiten die de stelling zouden rechtvaardigen dat de afgeleverde zaak niet aan de overeenkomst beantwoordt, verjaren door verloop van twee jaren na de overeenkomstig het eerste lid gedane kennisgeving. Doch de koper behoudt de bevoegdheid om aan een vordering tot betaling van de prijs zijn recht op vermindering daarvan of op schadevergoeding tegen te werpen.

3.      De termijn loopt niet zolang de koper zijn rechten niet kan uitoefenen als gevolg van opzet van de verkoper.

Artikel 7:23 lid 1 BW bevat aldus in de eerste volzin een onderzoekstermijn en een klachttermijn. De onderzoekstermijn geldt blijkens de tweede volzin niet wanneer een garantie is gegeven. De derde volzin inzake consumentenkoop, waarin is bepaald dat een klacht binnen twee maanden na ontdekking tijdig is, is in dit bericht niet aan de orde.

Artikel 7:23 BW dat betrekking heeft op koop vormt een precisering van artikel 6:89 BW, waarin is – ten aanzien van de gevolgen van niet-nakoming van verbintenissen – is bepaald:

“De schuldeiser kan op een gebrek in de prestatie geen beroep meer doen, indien hij niet binnen bekwame tijd nadat hij het gebrek heeft ontdekt of redelijkerwijze had moeten ontdekken, bij de schuldenaar terzake heeft geprotesteerd. “

Partijen kunnen in hun overeenkomst toepassing van artikel 7:23 BW uitsluiten. Ook kunnen zij in de overeenkomst invulling geven aan de lengte van de klachttermijn (garantietermijn) invulling geven.

Recent overwoog de Hoge Raad ten aanzien van artikel 6:89 BW dat (het hof terecht had geoordeeld dat) “voor het antwoord op de vraag of tijdig is geprotesteerd, acht moet worden geslagen op alle relevante omstandigheden, waaronder het nadeel als gevolg van het verstrijken van de tijd totdat tegen de afwijking is geprotesteerd, en in elk geval ook op de waarneembaarheid van de afwijking, de deskundigheid van partijen, de onderlinge verhouding van partijen, de aanwezige juridische kennis en de behoefte aan voorafgaand deskundig advies.”

Over de lengte van de klachttermijn bepaalt artikel 7:23 lid 1 BW slechts, dat de klacht dient te geschieden “binnen bekwame tijd” na ontdekking van de wanprestatie (of – bijvoorbeeld –  Schending van de garantie. In HR 29 juni 2007, LJN: AZ7617, NJ 2008, 606 is geoordeeld dat ten aanzien van de klachttermijn, in geval van niet-consumentenkoop, geen vaste termijn kan worden gehanteerd, ook niet als uitgangspunt. Daarmee is afstand genomen van lagere rechtspraak waarin wel een termijn van twee maanden (als uitgangspunt) werd gehanteerd.
De klachttermijn moet dus worden bepaald met inachtneming van de omstandigheden van het geval en de belangen van partijen, en kan daarom niet door de rechter (min of meer) worden gezet op een vaste termijn.

Dit sluit niet uit dat de partijen er behoefte aan kunnen hebben deze termijn wel zelf in hun contract te omschrijven of op een bepaalde datum te fixeren.

De vraag is gerezen of de eisende partij in een procedure steeds zou moeten stellen dat hij heeft voldaan aan zijn klachtplicht en of de rechter de vordering zou dienen af te wijzen indien de eisende partij (de koper of schuldeiser) dat heeft nagelaten. In dit verband wordt ook gewezen op HR 20 januari 2006, LJN: AU4122, NJ 2006, 80. In dit arrest is bepaald dat de rechter artikel 6:89 BW niet ambtshalve mag toepassen, en in de literatuur wordt aangenomen dat hezelfde zou (dienen te) gelden ten aanzien van artikel 7:23.

Het lijkt zo te zijn, dat het er op aankomt of er op initiatief van de verkoper/schuldenaar – een debat is ontstaan over de vraag wat in het onderhavige geval kan worden beschouwd als “binnen bekwame tijd” en de rechter niet ambtshalve behoeft te toetsen of de koper spontaan heeft gesteld dat hij tijdig heeft geklaagd.

In dit debat kan van de koper/schuldeiser worden verwacht aan te geven dat (en wanneer) en hoe hij heeft geklaagd. Hierbij zij bedacht dat artikel 7:23, maar met name artikel 6:89, een veelheid van gevallen en relaties omvat waarin niet steeds dezelfde belangen spelen en waarin belangen niet steeds dezelfde wijze gewogen zouden behoeven te worden. Van de handelaar die stelt dat de geleverde goederen gebreken vertoonden, mag bijvoorbeeld veel alertheid worden verwachten en ook dat hij zich rekenschap geeft van de moeilijke positie waarin een tardieve klacht (een ‘achteraf’ klacht) de verkoper kan brengen. Schending van de klachtplicht kan dan rechtvaardigen, dat niet wordt beoordeeld of inderdaad sprake is van een tekortkoming.

Aan het gedrag van een particuliere client, bij wie eerst langzaam het besef doordringt dat de dienstverlener in wie hij zijn vertrouwen heeft gesteld een fout zou kunnen hebben gemaakt, moeten echter minder strenge eisen worden gesteld.

De rechter kan met dit soort verschillen al rekening houden bij de bepaling van de lengte van de klachttermijn en bij de bepaling van wat als een klacht mag gelden, zodat in ieder geval in zoverre reeds thans ruimte voor nuanceringen aanwezig is. (bron: www.rechtspraak.nl).
Mocht u op het terrein van overeenkomstenrecht (contractenrecht) vragen hebben kunt u altijd kosteloos contact opnemen met onze advocaten. Wij zijn specialist op dit terrein. Bel ons nu op 030 252 35 20. Daarvoor brengen wij u vanzelfsprekend geen kosten in rekening. Eerste telefonisch advies van onze advocaten is kosteloos.