Zorgplicht bank – korte toelichting

Zorgplicht bank: de op de banken rustende bijzondere zorgplicht

Op de bank, als professionele dienstverlener op het terrein van beleggingen in effecten, rust jegens de belegger een bijzondere zorgplicht, in aanmerking genomen dat de belegger zich niet in de uitoefening van een beroep of bedrijf maar als particuliere persoon tot de bank heeft gewend.

Deze bijzondere zorgplicht strekt ertoe personen zoals beleggers te beschermen tegen de gevaren van eigen lichtvaardigheid en gebrek aan inzicht en moet aldus worden gekwalificeerd als een (reeds in de precontractuele fase) op de bank rustende, uit de eisen van de redelijkheid en billijkheid voortvloeiende privaatrechtelijke verplichting.

In de precontractuele fase vloeit deze bijzondere zorgplicht voort uit hetgeen waartoe de eisen van de redelijkheid en billijkheid een bank – mede gelet op haar functie in het maatschappelijk verkeer – verplichten in een geval waarin – kort gezegd – een door de wet en de redelijkheid en billijkheid beheerste rechtsverhouding is ontstaan doordat personen aan de bank kenbaar hebben gemaakt dat zij met haar een overeenkomst tot het beleggen willen aangaan, waarop de bank is ingegaan door een tot die persoon gericht aanbod tot het aangaan van een overeenkomst te doen.

De reikwijdte van deze zorgplicht is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Daarbij wordt in de jurisprudentie over het algemeen nader aangegeven welke omstandigheden hierbij van belang zijn. Genoemd worden de mate van deskundigheid en relevante ervaring van de betrokken belegger en en diens inkomens- en vermogenspositie, de ingewikkeldheid van het betrokken beleggingsproduct en de daaraan verbonden risico’s en de regelgeving tot nakoming waarvan de effecteninstelling is gehouden, met inbegrip van de voor haar geldende gedragsregels.

Naast de redelijkheid en billijkheid wordt ook de aard van de contractuele verhouding genoemd als grondslag van de bijzondere zorgplicht. In dat verband is van belang art. 7:401 BW dat bepaalt dat de opdrachtnemer bij zijn werkzaamheden de zorg van een goed opdrachtnemer in acht moet nemen.

Een tekortschieten in deze privaatrechtelijke zorgplicht leidt tot aansprakelijkheid uit wanprestatie voor de schade die de belegger door de overeenkomst lijdt indien aan de vereisten van toerekenbaarheid en causaal verband is voldaan.

De gehoudenheid van banken om zich de belangen van de cliënt aan te trekken is ook tot uitdrukking gebracht in art. 2 van de algemene bankvoorwaarden. Art. 2 luidt: “De bank dient bij haar dienstverlening de nodige zorgvuldigheid in acht te nemen. Zij zal daarbij naar beste vermogen met de belangen van de cliënt rekening houden, met dien verstande dat zij niet gehouden is gebruik te maken van haar bekende niet openbare informatie, waaronder koersgevoelige informatie.”

De in het voorgaande besproken op de bank rustende bijzondere (privaatrechtelijke) zorgplicht dient te worden onderscheiden van de publiekrechtelijke zorgplichten die op een financiële dienstverlener rusten bij het aanbieden van een financiële dienst. De Wet op het financieel toezicht (Wft) geeft in afdeling 4.2.3 enige voorschriften met betrekking tot hetgeen een zorgvuldige dienstverlening inhoudt. (Ook) in de Wft wordt onderscheid gemaakt tussen professionele en niet-professionele beleggers (art. 4:18a Wft). Ook wordt onderscheid gemaakt naar de aard van de financiële dienst die wordt verleend: advies, ‘execution only’ of vermogensbeheer. De Wft geeft gedetailleerde voorschriften ter zake van de informatie die voor het bepaalde type dienst bij de cliënt moet worden ingewonnen. In dit kader wordt hierop niet dieper ingegaan.

Banken die effectenlease-overeenkomsten – een financieel complex en risicovol product – aanbieden aan een breed publiek, staan aldus – zoals reeds in het voorgaande omschreven – in een door de redelijkheid en billijkheid beheerste rechtsverhouding tot de persoon die kenbaar heeft gemaakt belangstelling te tonen voor het aangaan van een zodanige overeenkomst, waarbij geldt dat op de bank een bijzondere zorgplicht rust – gezien hun bijzondere positie in het maatschappelijk verkeer en als bij uitstek deskundig te achten dienstverlener – zich de belangen van haar (potentiële) cliënten aan te trekken. (bron: www.rechtspraak.nl)

Hebt u met betrekking tot de zorgplicht van banken vragen of behoefte aan direct advies of rechtsbijstand, kunt u altijd contact opnemen met ons advocatenkantoor. Dit gaat snel en u krijgt direct een van onze advocaten aan de telefoon. Bel ons op 030 252 35 20. Daarvoor brengen wij u vanzelfsprekend geen kosten in rekening.