Onrechtmatige concurrentie en bewijsbeslag

Bewijsbeslag. Onrechtmatige concurrentie. Vordering tot inzage van beslaglegger afgewezen wegens karakter van fishing expedition. Tunnelvisie werkgever dat het weglopen van klanten wel het gevolg moet zijn van ongeoorloofde activiteiten van zijn ex-werknemers, met wie geen concurrentiebeding was afgesloten. Omschrijving in beslag te nemen bescheiden te ruim. Onregelmatigheden bij feitelijke inbeslagneming. Beslagverlof strekt zich niet uit tot computer van de echtgenote. De beslaglegger mag niet dreigen met kostenverhaal om de beslagene te pressen in te stemmen met het meenemen van originelen en apparatuur.

Uitgangspunt

De Hoge Raad heeft op 13 september 2013 de vraag over de toelaatbaarheid van bewijsbeslag in niet -IE-zaken bevestigend beantwoord. Daarbij erkent zij wel dat het bewijsbeslag een ingrijpend dwangmiddel is, waardoor aan de wederpartij aanzienlijke hinder kan worden toegebracht. De Hoge Raad bepaalt dan ook dat het bewijsbeslag met adequate en effectieve waarborgen dient te worden omringd. Dit arrest is gepubliceerd op de website rechtspraak.nl (LJN: BV0899).

Vrij recent heeft het Gerechtshof Arnhem – Leeuwarden in een zaak de door de Hoge Raad nader geformuleerde vereisten voor (de uitvoering van) bewijsbeslag meegewogen.

De casus

In deze zaak heeft beslaglegger bij verzoekschrift verzocht dat in de woonhuizen van beslagenen alsmede op het kantooradres van hun vennootschap onderzoek wordt gedaan naar de elektronische gegevensdragers, in de meest ruime zin des woords, naar correspondentie tussen beslagenen, werknemers en ex-werknemers van beslaglegger, klanten en voormalig klanten van beslaglegger, alsmede naar bedrijfsinformatie van beslaglegger als prijslijsten, interne memo’s en alle overige gegevens die van beslaglegger afkomstig zijn. Beslaglegger stelt dat beslagenen de door hen uit hoofde van hun dienstverband met beslaglegger opgedane kennis en verkregen vertrouwelijke informatie betreffende beslagleggers ondernemingsactiviteiten gebruiken teneinde rechtstreeks met beslaglegger concurrerende activiteiten te ontplooien en dat zij daarbij zowel structureel werknemers van beslaglegger hebben bewerkt om bij de vennootschap van beslagenen in dienst te treden als structureel leveranciers en klanten beslaglegger hebben bewerkt en nog steeds bewerken teneinde hen ertoe te bewegen de samenwerking met beslaglegger stop te zetten en in plaats daarvan met de vennootschap van beslagenen in zee te gaan, wat als onrechtmatig handelen, moet worden gekwalificeerd.

Vervolgens is door beslaglegger een kort geding procedure aanhangig gemaakt. De centrale vraag in die procedure luidde of het (bewijs)beslag op de voet van artikel 843a Rv. terecht was gelegd? Beslaglegger beantwoorde deze vraag uiteraard bevestigend en vorderde in kort geding inzage in de bewuste gegevensdragers en bescheiden. Beslagenen hebben in dit kort geding gesteld dat de feiten waarop het verzoek tot het leggen van conservatoir bewijsbeslag was gebaseerd pertinent onjuist was en hen op geen enkele wijze konden worden tegengeworpen. Beslagenen hebben (in reconventie) opheffing van het conservatoir beslag gevorderd.

De voorzieningenrechter is met beslagenen van oordeel dat het bewijsbeslag in dit geval neerkomt op een ‘ongeoorloofde fishing expedition’. De reconventionele vordering van beslagenen tot opheffing van het conservatoir beslag wordt toegewezen, de conventionele vordering van beslaglegger tot inzage in de bescheiden afgewezen.

Beslaglegger is in appel gekomen van dit vonnis in kort geding. De centrale vraag in dit hoger beroep luidde wederom of door beslaglegger op de voet van artikel 843a Rv. terecht bewijsbeslag was gelegd.

Relevante overwegingen hof

Het hof stelt – onder verwijzing naar hiervoor aangehaalde arrest van 13 september 2013 van de Hoge Raad – in rechtsoverweging 6.11 voorop dat een bewijsbeslag in een woonhuis een zeer ingrijpende dwangmaatregel is. Het hof komt vervolgens tot de conclusie dat gelet op enerzijds het speculatieve karakter van de stellingname van beslaglegger en anderzijds het privacy belang van beslagenen de belangenafweging in dit geval duidelijk ten voordele van beslagenen uitvalt. Het overweegt daartoe onder meer:

i) dat de in beslag te nemen bescheiden door beslaglegger veel te ruim geformuleerd zijn, als gevolg waarvan erg lang is gezocht en erg veel is doorzocht terwijl uit de lijst van inbeslaggenomen bescheiden blijkt dat de zoekploegen de zeer ruime definitie ook nog eens erg ruim hebben opgevat en daarbij bijvoorbeeld ook de inhoud van de computer van de echtgenote van beslagene– die geen partij was en waarvoor geen verlof is verzocht noch is verleend – in beslag hebben genomen;
ii) dat het verleende verlof evenmin enig recht gaf op het doorzoeken van de computer van de echtgenote van beslagene en het maken van een kopie van de daarin opgeslagen gegevens;
iii) dat beslaglegger beslagenen op ongeoorloofde manier onder druk heeft gezet aangaande de kosten van het maken van kopieën. Beslaglegger heeft niet mogen dreigen met een kostenveroordeling om daarmee beslagenen te bewegen in te stemmen met het mee laten nemen van originelen en apparatuur en het bij de bewaarder laten van originelen bij de bewaarder gedurende de procedure;
iv) dat de door beslaglegger verstrekte informatie in het verzoek tot het verkrijgen van een beslagverlof gekleurd en niet volledig was.

Oordeel hof

Bij arrest van 11 maart 2014 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden de vordering van beslaglegger om inzage te krijgen in de beslaggenomen bescheiden dan ook afgewezen, alsmede geoordeeld dat de voorzieningenrechter in kort geding de vorderingen van beslagenen tot opheffing van de beslagen terecht heeft toegewezen.

De volledige uitspraak is gepubliceerd op de website rechtspraak.nl (ECLI:NL:GHARL:2014:20052).

Hebt u met betrekking tot onrechtmatige concurrentie en/of bewijsbeslag verdere vragen of behoefte aan advies of rechtsbijstand, kunt u altijd contact opnemen met mr. Paul van Esseveldt (pe@atmadvocaten). Of bel op 030 252 35 20. Dit gaat snel en daarvoor brengen wij u geen kosten in rekening.