Ontslag en ambtenarenrecht

Ontslag – ambtenarenrecht.

In deze zaak is bij besluit aan de ambtenaar meegedeeld dat de tussen verweerder en de ambtenaar van kracht zijnde arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden zal worden beëindigd onder verrekening van alle rechten en plichten. De ambtenaar heeft hier tegen bezwaar gemaakt. Tevens heeft zij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen, inhoudende de doorbetaling van haar salaris na 1 november 2002 totdat onherroepelijk op het bezwaar van ambtenaar is beslist. Vervolgens heeft verweerder bij besluit van 22 oktober 2002 aan ambtenaar meegedeeld dat het besluit van 8 augustus 2002 wordt ingetrokken.

De voorzieningenrechter stelt vast dat de aanstelling voor onbepaalde tijd van de ambtenaar op 1 oktober 2002 is geëffectueerd. De ambtenaar is immers op die datum aangevangen met haar werkzaamheden. Dit brengt met zich dat die aanstelling zijdens verweerder slechts ongedaan kan worden gemaakt middels ontslag. Van een dergelijk ontslag is bij de thans in geding zijnde besluiten geen sprake. De voorzieningenrechter merkt in dit verband nog dat het ambtenarenrecht een gesloten ontslagstelsel kent waaruit verweerder bij het eventuele beëindigen van ambtenaars aanstelling een (onderbouwde) keus zal moeten maken. Gezien het vorenstaande bestaat de verwachting dat de bestreden besluiten bij heroverweging op het bezwaar niet in stand zullen blijven. Die besluiten dienen dan ook te worden geschorst.
Wellicht ten overvloede merkt de voorzieningenrechter op dat deze schorsing met zich brengt dat ambtenaar nog steeds ambtenaar is bij verweerders dienst.

Mocht u omtrent ambtenarenrecht en/of ontslag vragen hebben dan wel behoefte hebben aan direct advies of bijstand (hulp), kunt u altijd kosteloos contact opnemen met ons advocatenkantoor. Dit gaat snel en u krijgt direct een van onze ontslag en ambtenarenrecht advocaten aan de telefoon. Wij zijn specialist op dit terrein. Bel ons op 030 252 35 20. Een eerste telefonisch advies is altijd kosteloos.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDELBURG
VOORZIENINGENRECHTER BESTUURSRECHT

Reg.nr.: Awb 02/565 VV

Uitspraak, op het verzoek om toepassing van artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (voorlopige voorziening) inzake:

[ambtenaar], wonende te [woonplaats], ambtenaar,
gemachtigde: mr. X,

tegen

het bestuur van de stichting [werkgever], verweerder.

1.  Procesverloop.

Bij besluit van 8 augustus 2002 heeft verweerder ambtenaar met ingang van 1 oktober 2002 benoemd voor onbepaalde tijd in de functie van medewerkster secretariaat [werkgever].

Bij besluit van 3 oktober 2002 heeft verweerder aan ambtenaar meegedeeld dat de tussen verweerder en ambtenaar van kracht zijnde arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden per 1 november 2002 zal worden beëindigd onder verrekening van alle rechten en plichten.

Ambtenaar heeft hier tegen bezwaar gemaakt. Tevens heeft zij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen, inhoudende de doorbetaling van haar salaris na 1 november 2002 totdat onherroepelijk op het bezwaar van ambtenaar is beslist.

Vervolgens heeft verweerder bij besluit van 22 oktober 2002 aan ambtenaar meegedeeld dat het besluit van 8 augustus 2002 wordt ingetrokken.

Het verzoek is op 8 november 2002 behandeld ter zitting. Ambtenaar is daar in persoon verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde H.T. Kienhuis.

2. Overwegingen.

Ingevolge artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan, indien tegen een besluit bij de rechtbank beroep is ingesteld dan wel, voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank, bezwaar is gemaakt of administratief beroep is ingesteld, de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen, indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.

Voor zover daarbij de toetsing door de voorzieningenrechter meebrengt dat het geschil in de bodemprocedure wordt beoordeeld, heeft het oordeel van de voorzieningenrechter daaromtrent een voorlopig karakter en is dat niet bindend voor de beslissing in die procedure.

De voorzieningenrechter stelt vast dat het besluit van 3 oktober 2002 is gewijzigd met het besluit van 22 oktober 2002. Op grond van de artikelen 6:18 en 6:19 van de Algemene wet bestuursrecht ligt het besluit van 22 oktober 2002 mede ter voorlopige beoordeling aan hem voor.

Voornoemde besluiten komen er op neer dat verweerder alsnog geen dienstverband met ambtenaar wil aangaan.

De voorzieningenrechter stelt vast dat de aanstelling voor onbepaalde tijd van ambtenaar op 1 oktober 2002 is geëffectueerd. Ambtenaar is immers op die datum aangevangen met haar werkzaamheden.

Het vorenstaande brengt met zich dat die aanstelling zijdens verweerder slechts ongedaan kan worden gemaakt middels ontslag. Van een dergelijk ontslag is bij de thans in geding zijnde besluiten geen sprake. De voorzieningenrechter merkt in dit verband nog dat het ambtenarenrecht een gesloten ontslagstelsel kent waaruit verweerder bij het eventuele beëindigen van ambtenaars aanstelling een (onderbouwde) keus zal moeten maken.

Gezien het vorenstaande bestaat de verwachting dat de bestreden besluiten bij heroverweging op het bezwaar niet in stand zullen blijven. Die besluiten dienen dan ook te worden geschorst.

Wellicht ten overvloede merkt de voorzieningenrechter op dat deze schorsing met zich brengt dat ambtenaar nog steeds ambtenaar is bij verweerders dienst.

Voorts ziet de voorzieningenrechter aanleiding om verweerder te veroordelen in de proceskosten van ambtenaar tot een bedrag van € 644,-, uitgaande van een zaak van gemiddelde zwaarte en van twee proceshandelingen.

3. Uitspraak.

De voorzieningenrechter van de Rechtbank Middelburg,

schorst de besluiten van 3 oktober 2002 en 22 oktober 2002;

bepaalt dat de stichting [werkgever] aan ambtenaar het door haar betaalde griffierecht ten bedrage van € 109,- (honderdnegen euro) vergoedt;

veroordeelt verweerder in de kosten van deze procedure, aan de zijde van ambtenaar begroot op € 644,- (zeshonderdvierenveertig euro), te betalen door de stichting [werkgever] aan ambtenaar.

Aldus gewezen en in het openbaar uitgesproken op 15 november 2002
(bron: www.rechtspraak.nl)

Mocht u omtrent ambtenarenrecht en/of ontslag vragen hebben dan wel behoefte hebben aan direct advies of bijstand (hulp), kunt u altijd kosteloos contact opnemen met ons advocatenkantoor. Dit gaat snel en u krijgt direct een van onze ontslag en ambtenarenrecht advocaten aan de telefoon. Wij zijn specialist op dit terrein. Bel ons nu tegen op 030 252 35 20 of tot 22.00 uur op 030 252 35 20. Een eerste telefonisch advies is altijd kosteloos.