Gezamenlijk gezag en vervangende toestemming

Ouders die gezamenlijk het gezag hebben over hun kind moeten samen gezagsbeslissingen nemen. Gezagsbeslissingen zijn bijvoorbeeld de inzet van (para)medische hulp, het kiezen van een school, de aanvraag van een paspoort/ identiteitskaart en de verhuizing naar een andere woonplaats. Ouders komen hier soms niet samen uit. In dat geval kunnen de ouders of één van hen aan de rechtbank verzoeken om over het geschilpunt een beslissing te nemen.

De rechtbank neemt een zodanige beslissing als haar in het belang van het kind wenselijk voorkomt, zoals in artikel 1:253a Burgerlijk Wetboek is opgenomen. De rechter dient bij zijn beslissing alle omstandigheden van het geval in acht te nemen, wat er in een voorkomend geval toe kan leiden dat andere belangen zwaarder wegen dan het belang van het kind, hoezeer ook dat belang een overweging van de eerste orde dient te zijn bij de afweging van belangen. Of een verzoek wordt toegewezen hangt dus af van de feiten en omstandigheden van het betreffende geval.

Enkele voorbeelden:
– verzoek van de moeder om de kinderen op een andere basisschool in te schrijven, afgewezen (rechtbank Overijssel, 2 februari 2016, ECLI:NL:RBOVE:2016:916);
– verzoek vervangende toestemming schoolkeuze toegewezen (gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 13 januari 2015, ECLI:NL:GHARL:2015:247)
– verzoek tot vervangende toestemming voor aanvraag paspoort toegewezen (gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 4 augustus 2015, ECLI:NL:GHARL:2015:6068);
– verzoek vervangende toestemming verhuizing afgewezen (gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 17 december 2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:5269);
– verzoek vervangende toestemming verhuizing naar Polen toegewezen (Gerechtshof Amsterdam, 3 februari 2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:259;
– verzoek vervangende toestemming vaccinatie toegewezen (gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 19 maart 2015, ECLI:NL:GHARL:2015:2012).