Verdeling van de gemeenschap van goederen

Via de rechtbank of via de notaris?

Nog altijd zijn de meeste echtgenoten gehuwd in gemeenschap van goederen. Als partijen gaan scheiden, dan moet de gemeenschap van goederen worden verdeeld. Als partijen hierover niet zelf tot afspraken kunnen komen, dan kan aan de rechtbank worden gevraagd om de verdeling vast te stellen dan wel de wijze van verdeling te gelasten (3:185 BW) óf om partijen te bevelen om de gemeenschap te verdelen ten overstaan van de notaris (3:181 BW). In een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland d.d. 26 augustus 2015 (ECLI:NL:RBMNE:2015:6003) kwam dit ter sprake.

De echtgenoten waren gehuwd in gemeenschap van goederen. Bij echtscheidingsbeschikking had de rechtbank op verzoek van de vrouw partijen bevolen om met elkaar over te gaan tot verdeling van de gemeenschap van goederen. De rechtbank heeft vervolgens een notaris benoemd ten overstaan van wie de verdeling zou plaatsvinden. Vervolgens weigert de vrouw naar de notaris te gaan. Zij stelt dat dat zinloos zou zijn, omdat partijen er toch niet uit zouden komen. In plaats daarvan gaat zij over tot dagvaarding van de man en vordert zij verdeling van de gemeenschap, in die zin dat zij de over- of onderwaarde van de woning wilt verdelen en de inboedel. De man is van mening dat de vrouw niet-ontvankelijk is in haar vorderingen, omdat zij verplicht is om samen met hem naar een notaris te gaan om tot verdeling van de gemeenschap over te gaan. De rechtbank geeft de man gelijk.

De rechtbank overweegt dat, op basis van de echtscheidingsbeschikking, partijen naar de notaris moeten gaan en “een ernstige poging” moeten doen om onder leiding van de notaris tot overeenstemming te komen over de verdeling van de gemeenschap. Mocht dat dan toch niet lukken, dan moet de notaris daarvan een proces-verbaal van ‘non-vereniging’ opmaken. Pas daarna kunnen partijen zich weer tot de rechter wenden om de rechtbank te verzoeken om de verdeling vast te stellen dan wel de wijze van verdeling te gelasten (3:185 BW).

Uit deze uitspraak volgt dat bij de indiening van het echtscheidingsverzoek goed moet worden nagedacht welk verzoek ten aanzien van de verdeling van de gemeenschap wordt gedaan: verdeling met behulp van de notaris of de verdeling overlaten aan de rechtbank.