Bescherming handelsnaam en domeinnaam

Bescherming handelsnaam en domeinnaam tegen overeenstemmende (domein)naam op grond van onrechtmatige daad.

De handelsnaam is geregeld in de Handelsnaamwet.

Art. 1 Hnw verstaat onder ‘handelsnaam’ de naam waaronder een onderneming wordt gedreven. Het begrip ‘naam’ ziet op het geheel van tekens dat gebezigd wordt om een onderneming bij het publiek een identiteit te geven. Weliswaar maakt de vormgeving van een naam als zodanig geen onderdeel uit van de handelsnaam, maar bij beantwoording van de vraag of bij het publiek verwarring tussen de ondernemingen is te duchten, dienen alle omstandigheden van het geval te worden meegewogen (HR 28 maart 1963, NJ 1963/262).

Art. 5 Hnw verbiedt het voeren van een handelsnaam die, voordat de onderneming onder die naam werd gedreven, reeds door een ander rechtmatig werd gevoerd, of die van diens handelsnaam slechts in geringe mate afwijkt, een en ander voor zover dientengevolge, in verband met de aard van de ondernemingen en de plaats waar zij gevestigd zijn, bij het publiek verwarring tussen die ondernemingen te duchten is.

Er is niet reeds sprake van een uit hoofde van artikel 5 Hnw verboden handelsnaam, indien deze handelsnaam gelijk is aan een reeds eerder rechtmatig gevoerde handelsnaam of slechts in geringe mate afwijkt van die reeds eerder rechtmatig gevoerde handelsnaam. Dat is pas het geval wanneer de eerst bedoelde handelsnaam bovendien bij het publiek verwarring ten aanzien van de betrokken ondernemingen veroorzaakt. Artikel 5 Hnw noemt als daarbij in aanmerking te nemen factoren de aard en plaats van vestiging van de betrokken ondernemingen. Dat zijn echter niet de enige in aanmerking te nemen factoren. In de rechtspraak en de literatuur wordt aangenomen dat bij de vaststelling of er sprake is van verwarringgevaar rekening dient te worden gehouden met alle omstandigheden, die in verband met de aard en plaats van vestiging van de betrokken ondernemingen het verwarringgevaar in de hand kunnen werken of tegengaan. Niet wordt geoordeeld of het standpunt ingenomen dat bij de vaststelling van de verwarring met het in acht nemen van de omstandigheden, voor zover zij niet de woorden en/of de lettercombinatie betreffen, (zeer) grote terughoudendheid is te betrachten.

Voor zover deze wet de gebruiker van een handelsnaam geen bescherming geeft, met name doordat deze hem slechts beschermt tegen het gebruik van dezelfde of van een overeenstemmende naam als handelsnaam (art. 5 Hnw), biedt art. 6:162 BW aanvullende bescherming tegen het latere gebruik van dezelfde of een overeenstemmende naam dat verwarring wekt, bijvoorbeeld in een domeinnaam (vgl. onder meer HR 20 november 2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ9431, NJ 2009/583 (Euro-Tyre)).

Het recht op een domeinnaam is niet wettelijk geregeld. De rechthebbende wordt tegen later gebruik door een ander van dezelfde of een overeenstemmende domeinnaam beschermd als dat gebruik jegens hem onrechtmatig is of als voor die bescherming een contractuele grond bestaat. Ook ten aanzien van het gebruik van een naam die overeenstemt met een domeinnaam kan van onrechtmatigheid sprake zijn als dat gebruik verwarring wekt.

Nu het in beginsel voor een ieder mogelijk moet zijn zich van een aanduiding te bedienen die beschrijvend is voor zijn diensten of producten, ook in een domeinnaam (vgl. met betrekking tot art. 5 Hnw HR 8 mei 1987, ECLI:NL:HR:1987:AG5592, NJ 1988/36 (Bouwcentrum), rov. 3.6), is het gebruik van een dergelijke aanduiding, ook indien verwarringwekkend, alleen onrechtmatig indien bijkomende omstandigheden dat meebrengen. (bron:www.rechtspraak.nl)

Anders gezegd: het gebruik van een louter beschrijvende domeinnaam waardoor gevaar bestaat voor verwarring met de domeinnaam of de handelsnaam van een ander, is in beginsel niet onrechtmatig, ook niet wanneer dit nadeel aan de ander toebrengt. Dat kan anders zijn indien er sprake is van voldoende ernstige bijkomende omstandigheden.

toetsingsmaatstaf

In dit juridisch kader wordt de toetsingsmaatstaf in wezen nog steeds gekleurd door het standaardarrest voor slaafse nabootsing Hyster Karry Krane, waarin nodeloos verwarring wekken onrechtmatig werd geacht en dus niet verwarring op zich volstaat. In domeinnaamcontext is daarvan volgens de Amsterdamse en Haagse taarten/Zwolse Porscheforum en Arnhemse fietsplaza zaken sprake in (tot nu toe) twee gevallen (die kwalificeren als misbruik):
– bij het bewust verwarring creëren om zo op misleidende wijze klanten weg te lokken bij de concurrent;
– wanneer geen valide reden bestaat voor hantering van een verwarringscheppende domeinnaam, maar alleen het dwarszitten van die concurrent voorzit.

Een aanwijzing voor de juistheid van deze toets is de terughoudendheid bij het toekennen van “aanpalende” werking aan art. 6:162 BW in dit soort zaken. Dit vormt een beletsel om de bescherming van (beschrijvende) domeinnamen te laten aansluiten op de bescherming van (beschrijvende) handelsnamen met een loutere verwarringsgevaartoets. Een tweede aanwijzing hiervoor is dat anders het gebruik van beschrijvende aanduidingen via art. 6:162 BW gemonopoliseerd wordt en dat is niet wenselijk. De houder van een oudere beschrijvende domeinnaam, zou het daarmee door hem zelf geschapen verwarringsgevaar niet moeten kunnen opwerpen om het gebruik van een licht afwijkende eveneens beschrijvende aanduiding door anderen te verbieden.