Onrechtmatige publicatie – wanneer is daarvan sprake?

Een publicatie betreft een meningsuiting in de zin van artikel 10 lid 1 EVRM.

Een beperking van de vrijheid van meningsuiting is ingevolge artikel 10 lid 2 EVRM slechts toegestaan, indien die beperking bij wet is voorzien (hetgeen het geval is indien sprake is van onrechtmatig handelen in de zin van artikel 6:162 Burgerlijk Wetboek) en noodzakelijk is in een democratisch samenleving ter bescherming van de in artikel 10 lid 2 EVRM genoemde belangen, waaronder de bescherming van de goede naam of rechten van anderen. De beperking dient bovendien proportioneel te zijn. Bij de beantwoording van de vraag of aan deze voorwaarden is voldaan, dienen alle omstandigheden van het geval in ogenschouw te worden genomen.

In dit kader dient ten eerste te worden bekeken of de publicatie onrechtmatig is. Bij de beoordeling van die vraag staan twee, ieder voor zich hoogwaardige, maatschappelijke belangen tegenover elkaar.

Aan de ene kant staat het belang dat een betrokkene (degene over wie is gepubliceerd) niet door publicaties in de pers wordt blootgesteld aan lichtvaardige verdachtmakingen (voor hem ongewenste negatieve publiciteit).

Aan de andere kant staat het belang dat de pers zijn taak als instantie, die informerend, opiniërend en waarschuwend werkzaam is in het belang van het publiek – waartoe kan behoren het signaleren van misstanden – in het openbaar kan vervullen. Deze belangen zullen tegenover elkaar moeten worden afgewogen.

Aldus dienen allereerst afgewogen te worden de aard van de publicatie en de ernst van de mogelijke gevolgen van deze Publicatie voor de betrokkene.  Indien de aard van de publicatie is dat daarin ernstige beschuldigingen worden gedaan kan de betrokkene daardoor op ernstige wijze worden aangetast in zijn geloofwaardigheid, integriteit en reputatie (en daarmee zijn eer en goede naam).

De volgende vraag is of de beschuldigingen ten tijde van de publicatie steun vonden in het toen beschikbare feitenmateriaal. Indien sprake is van ernstige beschuldigingen mag worden verwacht dat degene die publiceert, daarbij een grote mate van zorgvuldigheid in acht neemt.

Indien de beschuldigingen geen steun vinden in het ten tijde van de publicatie beschikbare feitenmateriaal en/of  evenmin is  gebleken van enig onderzoek naar de feiten,  waarbij zij opgemerkt dat het achterwege laten van deugdelijk journalistiek onderzoek onder omstandigheden kan worden gerechtvaardigd door de urgentie van de actualiteit van dat moment,  is de publicatie, indien betrokkene daardoor ernstig wordt  aangetast in – kort gezegd – zijn geloofwaardigheid en eer en goede naam, onrechtmatig jegens de betrokkene en is een beperking van de vrijheid van meningsuiting in het licht van deze feiten en omstandigheden noodzakelijk en proportioneel.

De journalistieke maatstaven zoals neergelegd in de Leidraad van de Raad voor de Journalistiek zijn in het kader van die door de rechter te verrichten afweging een omstandigheid die weliswaar in de regel gewicht in de schaal zal leggen maar niet doorslaggevend behoeft te zijn.
(bron: www.rechtspraak.nl)

Kort samengevat: indien in een publicatie beschuldigingen worden geuit, dienen deze steun te vinden in het voorhanden feitenmateriaal. Indien dat  niet het geval is, is een beperking van de vrijheid van meningsuiting, indien daardoor de geloofwaardigheid, integriteit en reputatie van de betrokkene wordt aangetast, noodzakelijk en proportioneel.

 

 

 

In dat geval heeft de betrokkene recht en belang bij een vordering tot rectificatie van de beschuldigingen omdat dergelijke laster heel lang kan blijven doorwerken, de verdachtmaking door andere media overgenomen kunnen worden, en een onkreukbare reputatie voor hem van groot belang kan zijn. Indien de betrokkene teven aanspraak wil maken op schadevergoeding, dient hij aannemelijk te maken dat hij – afgezien van de kosten van de procedure – mogelijk schade heeft geleden.

Mocht u op het terrein van onrechtmatige publicatie en/of aantasting van eer en goede naam, geloofwaardigheid enz., vragen hebben kunt u altijd kosteloos contact opnemen met onze advocaten. Wij zijn specialist op dit terrein. Bel ons nu op 030 252 35 20. Daarvoor brengen wij u vanzelfsprekend geen kosten in rekening. Een eerste telefonisch advies van onze advocaten is kosteloos.