Ontbinden van een rechtspersoon

Ontbinden van een rechtspersoon

Een rechtspersoon kan volgens het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) worden ontbonden, maar hoe gaat dat in zijn werk? Op welke manieren kan een rechtspersoon worden ontbonden en kan dit ook zonder een rechterlijke uitspraak? Het ontbinden van een rechtspersoon is uiteindelijk een ingrijpende beslissing die zowel juridische als praktische uitdagingen met zich meebrengt. In deze blog zal worden gekeken naar hoe een rechtspersoon wordt ontbonden en of er een mogelijkheid is tot herroeping.

Hoe wordt een rechtspersoon ontbonden?

Uit art. 2:19 BW  volgen een aantal mogelijkheden hoe een rechtspersoon kan worden ontbonden. Dit kan bijvoorbeeld door een besluit van de algemene vergadering of door een besluit van het bestuur; een intreding van een gebeurtenis die volgens de statuten ontbinding tot gevolg heeft; na een faillietverklaring; door het geheel ontbreken van leden, indien de rechtspersoon een vereniging, coöperatie of onderlinge waarborgmaatschappij is; door een beschikking van de Kamer van Koophandel en Fabrieken ex art. 19a BW of door de rechter in de gevallen die de wet bepaalt. Hieruit volgt dus dat in de meeste gevallen er geen rechterlijke uitspraak nodig is bij het ontbinden van een rechtspersoon.
Als er echter sprake is van een faillissement gelden er ook nog andere regels. Een rechtspersoon wordt echt pas na de faillietverklaring ontbonden en dus niet gelijk als de rechtspersoon failliet is verklaard. Het ontbinden van een rechtspersoon na een faillietverklaring kan dan ook op twee manieren: opheffing wegens een gesprek aan baten ex art. 16 lid 1 Faillissementswet of insolventie op grond van art. 173 lid 1 Faillissementswet. De rechter kan hierbij ook helpen als er onduidelijkheid bestaat over wanneer een rechtspersoon is ontbonden. Uiteindelijk volgt uit art. 2:19 lid 5 BW dat de rechtspersoon nog even kan bestaan, maar alleen als er nog vereffening moet plaatsvinden. Als er niks meer te verdelen is, is er geen sprake van vereffening en houdt de rechtspersoon meteen op te bestaan.

Uit art. 2:19 lid 1 sub f BW volgt dat ook de rechter een rechtspersoon kan ontbinden in gevallen die de wet bepaalt. Als er iets verder wordt gekeken in het BW kan hiervoor bijvoorbeeld worden gekeken naar art. 2:20 BW. Uit dit artikel volgt dat een rechtspersoon waarvan de werkzaamheid in strijd is met de openbare orde op verzoek van het openbaar ministerie door de rechter kan worden ontbonden. Bij dit artikel is wel enige voorzichtigheid nodig als het openbaar ministerie verzoekt om een vereniging te ontbonden, omdat een vereniging via nationaal en internationaal grondrechten heeft en beschermd wordt.
De Hoge Raad heeft met betrekking tot art. 2:20 BW en het verbieden van een vereniging ook nog een aantal voorwaarden benoemd. Het ontbinden van de rechtspersoon dient te worden gezien als een noodzakelijke maatregel om gedragingen te voorkomen die de samenleving ontwrichten of kunnen ontwrichten. Tevens dient de vereniging te zijn betrokken bij de gedragingen of doelbewust de gelegenheid hebben gegeven.

Herroeping mogelijk?

Het is mogelijk dat een ontbindingsbesluit wordt herroepen, maar dit is niet wettelijk geregeld. De Hoge Raad heeft in 2014 geoordeeld dat herroeping toelaatbaar is. Een herroepingsbesluit dient bepaalde voorwaarden in acht te nemen. Het mag de eisen van rechtszekerheid niet schaden, noch de belangen en rechten van derden. Het besluit krijgt pas rechtskracht nadat een rechter dit heeft bevestigd. De Hoge Raad heeft richtlijnen vastgesteld om te bepalen of de rechten en belangen van derden worden geschaad. Daarnaast moeten alle andere wettelijke vereisten voor het nemen van een besluit worden nageleefd.

Een rechtspersoon die niet langer bestaat op basis van artikel 2:19 lid 4 of 6 BW, kan geen herroepingsbesluit nemen. Als een besluit tot ontbinding wordt herroepen, moet er duidelijkheid zijn over de vermogenspositie van de vennootschap. Herroeping werkt niet met terugwerkende kracht. Eventuele vereffeningshandelingen die reeds zijn uitgevoerd, kunnen niet ongedaan worden gemaakt.